Tweede verslag - Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) - Hoofdinhoud
Dit tweede verslag is onder nr. F toegevoegd aan wetsvoorstel 36378 - Energiewet i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet); Tweede verslag |
---|---|
Documentdatum | 15-11-2024 |
Publicatiedatum | 15-11-2024 |
Nummer | KST1170123 |
Kenmerk | 36378, nr. F |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar
36 378 F
2024-2025
Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN / KLIMAAT EN GROENE GROEI1
Vastgesteld 15 november 2024
Het wetsvoorstel en de nota naar aanleiding van het verslag hebben de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.2
Inleiding
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA hebben gezamenlijk enkele vervolgvragen na het lezen van de nota naar aanleiding van het verslag.
De fractieleden van de SP danken de regering voor de beantwoording van alle vragen. De beantwoording heeft bij deze leden aanvullende vragen opgeroepen, met name over de rol van de overheid in het verhogen van het doenvermogen van eindafnemers en de overwegingen voor een sociaal tarief.
De fractieleden van JA21 danken de regering voor hun antwoorden, en hebben nog enkele vervolgvragen inzake dit wetsvoorstel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie en de GroenLinks-PvdA-fractie gezamenlijk
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA stellen dat artikel 3.19 van de Energiewet de scheiding tussen publieke en private rollen binnen het energiesysteem betreft. De infrastructuurbedrijven meer mogelijkheden om
ACM heeft hiervoor een officieel marktpartijen, burgers, bedrijven en afwegingskader. Door het nieuwe energiegemeenschappen te ondersteunen met artikel krijgen de
(opslag)faciliteiten. De leden van de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA vragen of het afwegingskader, met betrekking tot het toetsen van de praktijk aan de voorliggende nieuwe wetgeving, wordt aangepast op juridische en beleidsmatige consistentie. Worden de Kamers en de Raad van State daarbij betrokken? Zo ja, gebeurt dit vooraf, en eventueel met een voorhangprocedure? Deze leden vragen ook of daarbij getoetst wordt op mogelijke risico's, zoals marktverstoring of conflicten met Europese regelgeving. De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA ontvangen graag een toelichting over de rollen hierbij voor het netbeheer en infrabedrijven.
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA vragen de regering wat de rationale is achter artikel 3.19 van de Energiewet. Heeft de regering de indruk dat marktpartijen door dit artikel ontmoedigd worden om te investeren of kan dit juist worden gezien als een extra faciliterende rol voor energiegemeenschappen? De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA vragen of er een impactanalyse is uitgevoerd voor artikel 3.19. Zo ja, kan de regering de resultaten daarvan met de Kamer delen? Deze leden vragen ook of de regering bereid is de werking van dit artikel binnen enkele jaren te evalueren, waarbij expliciet wordt gekeken naar de effecten op marktwerking en private investeringen, zodat dit kan worden meegenomen bij de behandeling van het Europees Decarbonisatiepakket.
De leden van de BBB-fractie en GroenLinks-PvdA-fractie vragen hoe, ten opzichte van de huidige situatie, kan worden voorkomen dat via artikel 3.19 innovatie in de energiemarkt wordt belemmerd. Bijvoorbeeld wanneer door het handelen van Gasunie, private investeringen worden verdrongen.
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA stellen dat het op dit moment verboden is om binnen een 'holding' (groep zoals bedoeld in artikel 2:24b BW) een netbeheerder én een partij te hebben die handelen in elektriciteit. De leden van de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA stellen echter dat momenteel zich wel de situatie voordoet waarbij een handelsmaatschappij meerdere meetbedrijven bezit, of althans deze tot dezelfde groep behoren. Een gevolg van het in privaat eigendom komen van de meetbedrijven is dus dat zij in een groep terecht kunnen komen met een onderneming die zich bezighoudt met de handel in energie. Dat kon niet toen een meetbedrijf eigendom van een netwerkbedrijf was, omdat het groepsverbod het verbood dat in zo een groep een bedrijf zat dat zich bezighield met handel in elektriciteit en gas. In de situatie dat een handelsmaatschappij ook een meetbedrijf heeft, beide actief op dezelfde aansluiting, kunnen achteraf metingen gemanipuleerd worden om zo de onbalans te optimaliseren. Dit kan een financiële prikkel en voordeel opleveren. Daarnaast zou dit koppelverkoop in de hand kunnen werken: meetdienst met korting op het leveringstarief. De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA vragen hoe de regering kijkt naar de situatie waarbij een meetbedrijf én een partij die zich bezighoudt met energiehandel in één groep van bedrijven zit.
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA stellen dat artikel 4 van het Energiebesluit 2.51.2 een 'tijdelijke voorziening' regelt als de meetdatastroom wegvalt. Deze leden stellen ook dat meetdata worden vastgesteld op basis van een schatting, waardoor er een gaming-risico ontstaat. Deze leden vragen hoe de regering aankijkt tegen de impact op de energiemarkt(en) bij het inzetten van deze methodiek.
De fractieleden van de BBB en GroenLinks-PvdA stellen dat artikel 4.25 lid 3 van de Energiewet het mogelijk maakt om bij ministeriële regeling regels te stellen over het overleg wat de GUE en de markt moeten voeren. Deze leden vragen of de regering voornemens is om deze regels te stellen. Zo ja, hoe zullen deze regels worden opgesteld? “De ACM vindt het Energiebesluit uitvoerbaar en handhaafbaar als enkele regels worden verduidelijkt. Daaronder vallen de regels die het Energiebesluit bevat voor het geval een energieleverancier failliet gaat. De ACM verzoekt de minister om deze regels te verbeteren, om consumenten bij zo'n faillissement beter te kunnen beschermen".3 Is de regering voornemens hier uitvoering aan te geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
In de nota naar aanleiding van het verslag van de regering hebben de leden van de SP-fractie kunnen lezen dat het voorliggende wetsvoorstel ook alle ruimte biedt voor publiek eigendom, zoals dit eerder het geval was met enkele energieleveranciers. Kan de regering toelichten hoe deze optie binnen de nieuwe Energiewet concreet vorm zou kunnen krijgen? Is de regering ook bereid actief beleid te voeren dat publiek eigendom aanmoedigt?
De fractieleden van de SP vragen of de regering hun mening deelt dat kwetsbare consumenten mogelijk extra bescherming nodig hebben, bijvoorbeeld ouderen of mensen met beperkte digitale vaardigheden, die moeilijk kunnen deelnemen aan de nieuwe marktvormen. Kan de regering toelichten welke specifieke maatregelen worden genomen om hen te beschermen?
De fractieleden van de SP vragen of de regering kan toelichten welke specifieke stappen worden ondernomen om consumenten te informeren over hun rechten en opties binnen de Energiewet, met name ten aanzien van nieuwe marktvormen.
Hoewel deelname aan de energiemarkt voor consumenten optioneel is, kunnen zij door externe omstandigheden (zoals hoge prijsstijgingen) alsnog in een positie komen waarin marktdeelname kan worden gezien als een noodzakelijke oplossing. De fractieleden van de SP vragen welke stappen de regering zal nemen om ervoor te zorgen dat consumenten niet wegens “noodzaak" gedreven worden tot deelname met alle risico's van dien.
Gezien het advies dat de complexiteit van meerdere meetpunten een negatief effect kan hebben op het doenvermogen van consumenten, vooral voor mensen in kwetsbare posities, is de regering bereid om maatregelen te nemen die deze complexiteit beperken? En welke mogelijkheden zijn nog beschikbaar in dit kader die nu niet worden benut?
De fractieleden van de SP vragen of de regering kan toelichten welke acties worden ondernomen om ervoor te zorgen dat de informatie over nieuwe contracten, meetpunten en energieregelingen toegankelijk en begrijpelijk blijft voor mensen die moeite hebben met administratieve of financiële zaken. Overweegt de regering extra begeleiding of ondersteuning, zoals een laagdrempelige hulplijn voor deze doelgroep? Consuwijzer is aangewezen als loket waar consumenten terecht kunnen, maar hoe faciliteert de regering dat mensen ook deze weg kunnen vinden en zelf zullen opzoeken bij zorgen of onduidelijkheden?
Afhankelijk van de mate waarin er actief wordt deelgenomen aan de energiemarkt, vergt dit veel administratieve en financiële kennis. De fractieleden van de SP vragen welke maatregelen de regering neemt om te voorkomen dat deze markttoegang alleen toegankelijk is voor een beperkte groep welvarende, goed geïnformeerde burgers. Ziet de regering dit als een risico op (toenemende) ongelijkheid?
De regering gaf aan dat wanneer er gewerkt zou moeten worden aan een sociaal tarief, dit proces jaren in bezit zou kunnen nemen en veel intensiteit zou vergen, waardoor die tijd en inzet niet besteed kunnen worden aan het vormgeven van structureel beleid voor het monitoren en borgen van betaalbare energierekeningen.4 De fractieleden van de SP vragen of de regering concrete voorbeelden kan geven van welke structurele maatregelen dit laatstgenoemde omvat, en hoe deze maatregelen kwetsbare huishoudens daadwerkelijk helpen zonder directe prijsinterventies zoals een sociaal tarief of maximumtarief.
De fractieleden van de SP stellen dat er in België een sociaal tarief bestaat, bekend als een 'sociale maximumprijs'. Uit eerder beantwoorde vragen in de Tweede Kamer hebben onze leden vernomen dat hier ook naar is gekeken en er gesprekken zijn gevoerd tussen ACM en de Belgische toezichthouder. Hieruit kwam naar voren dat de Belgische toezichthouder “abnormaal hoge prijzen" kan verbieden, maar dat het bepalen en opleggen van een maximumprijs niet onder de bevoegdheden valt.5 Wel doet de Belgische overheid aan prijsregulering. De minister sprak over een jarenlange inzet om een dergelijk systeem tijdig gebruiksklaar te maken in Nederland. Dientengevolge vragen de fractieleden van de SP zich af welke lessen de regering heeft getrokken uit deze praktijkvoorbeelden van ons buurland. In hoeverre zijn deze lessen ook meegenomen in het Nederlandse beleidsproces om de energierekening betaalbaar te houden? Ziet de regering niet alsnog de meerwaarde om dit proces in gang te zetten zodat dit op de langere termijn beschikbaar is?
Vragen en opmerkingen van de leden van de JA21-fractie
De regering stelt in de beantwoording inzake de mogelijke terugtrekking van leveranciers in de energiesector: “Het is niet de verwachting dat het wetsvoorstel een dergelijk effect zal hebben op de markt".6 De leden van de fractie van JA21 vragen hoe de regering tot deze verwachting komt en of de leveranciers hierover zijn geconsulteerd.
Daarnaast stelt de regering: “De ervaring leert dat er altijd weer nieuwe spelers opstaan die innoveren en de concurrentie aan gaan met reeds aanwezige spelers op de markt."7 De leden van de fractie van JA21 begrijpen deze redenering, maar vragen zich af of deze ervaring ook opgaat nu de regeldruk stijgt. Daarom vragen zij welke mogelijkheden de regering ziet om toch voldoende keuzevrijheid voor consumenten te garanderen, in het voor nu hypothetische geval van terugtrekking van leveranciers.
De vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en ontvangt deze graag uiterlijk dinsdag 26 november 2024. Met de ontvangst van deze nota acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling op 3 december 2024.
De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Kluit
De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Karthaus
4 / 4
Samenstelling:
Kemperman (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien, (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kamerstukken I 2024/25, 36378, E.
ACM, geraadpleegd op https://www.acm.nl/nl/publicaties/uht-acm-energiebesluit; ACM, Zaaknummer ACM/24/190807 / Documentnummer ACM/UIT/628732, p. 4.
Kamerstukken II 2023/24, 36 378, nr. 43, p. 16.
Kamerstukken II 2023/24, 36 378, nr. 10, p. 145.
Kamerstukken I 2024/25, 36378, E.
Idem