Bestuurlijke spaghetti of een fatsoenlijke algemene wet mijnbouwschade? - Hoofdinhoud
maandag 14 oktober 2024, 11:44, analyse van dr. Gerrit Dijkstra i en Prof. dr. Frits van der Meer i
Er is in de loop der jaren door de stapeling van regelingen een bestuurlijke spaghetti ontstaan (een term gemunt door de Nationale ombudsman) voor de afhandeling van schades van aardbevingen ten aanzien van het Groningerveld. Dit heeft geleid tot een ongelijke behandeling van gedupeerden.
Zo hebben de gedupeerden met de meeste schade veelal de geringste bedragen aan schadevergoeding ontvangen. Ongelijk omdat degenen die zich als eerste meldden door de NAM (lees Shell/Exxon Mobile) een bescheiden bedrag van enkele duizenden Euro’s ontvingen, maar wel een vaststellingsovereenkomst dienden te ondertekenden waarbij zij aangaven dat hiermee de schade afgehandeld was.
Naarmate de regelingen veel soepeler werden, het aardbevingsgebied ruimer werd gedefinieerd en de schadeafhandeling door de overheid werd overgenomen (IMG) dienden zich ook gedupeerden aan (of die beweerden dat te zijn) die tot enkele tienduizenden Euro’s schadevergoeding ontvingen. Een wrange constatering.
Ongelijk ook met andere gasvelden die niet in het kerngebied liggen. Wat houdt die bestuurlijke spaghetti in? Je kunt een claim leggen bij een overheidsinstantie (het Instituut Mijnbouwschade Groningen: IMG). Ben je het niet eens met een besluit van het IMG kun naar de bestuursrechter die laagdrempelig is. En niet te vergeten, er geldt ook de omgekeerde bewijslast. Het IMG moet aantonen dat schades niet het gevolg zijn van de gaswinning en niet andersom.
Maar stel, je woont boven een van de kleinere gasvelden en je hebt schade door aardbevingen. Dan moet je naar de Commissie Mijnbouwschade (CM). Het CM geeft dan een advies dat al dan niet wordt overgenomen door de concessiehouder, de NAM. En, ben je het niet eens met het besluit van de NAM, dan moet je naar de civiele rechter met hoge financiële drempels. En ook geen omgekeerde bewijslast. Je zult moeten aantonen dat de schade het gevolg is van bodemdaling of aardbevingen en dat die dan vervolgens weer veroorzaakt zijn door de gaswinning. Dat is lastig of veelal onmogelijk.
Ook absurd is natuurlijk de vraag of een aardbeving veroorzaakt door de gaswinning bij het Groningerveld of bij een van de kleinere locaties elders? En ja, IMG en CM hebben convenanten gesloten voor samenwerking, maar een convenant is slechts een lapmiddel. Of wanneer het gaat om zoutwinning in Groningen. Maar deze problematiek speelt uiteraard ook elders in ons land. Opvallend trouwens is ook: de CM opent binnenkort nog een loket in Limburg voor mijnbouwschades. Meer dan 50 jaar na de sluiting van de laatste mijn. Geen fraai vooruitzicht voor de inwoners van de provincie Groningen.
De verschillen in behandelingen van mijnbouwschades zijn niet meer uit te leggen. Vandaar dat wij pleiten voor een algemene wettelijke regeling gelijk aan de huidige regeling schades Groningerveld. Is dat dan rechtvaardig voor ook de andere exploitatie van gas, olie en zout, ook buiten het Groningerveld? Wij menen dat dit stellig wel het geval is. Immers een grote onderneming (zoals Shell, Exxon Mobile) krijgt van de overheid een concessie voor de exploitatie. Dat levert de onderneming veel geld op.
Is het dan zo onrechtvaardig dat de burger die gedupeerd is niet hoeft te bewijzen dat schades zijn ontstaan door (bijvoorbeeld) aardbevingen en dat die aardbevingen dan weer een gevolg zijn van de winning van mijnbouw? Een burger die dan ook moet procederen tegen een grote onderneming. Een volstrekt ongelijke strijd.
En gaat en ging het dan altijd goed met de bestuursrechtelijke afhandeling? Nee is het simpele antwoord, maar dat ligt niet aan de bestuursrechtelijke afhandeling op zich als uitgangspunt maar aan de opeenstapeling van regelingen en een aanpak die absoluut niet gelukkig genoemd kan worden. Dat laat onverlet ons principiële punt.
Kort gezegd gedupeerden dienen een claim in bij een overheidsorganisatie. Indien een gedupeerde het daarmee niet eens is, geldt de laagdrempelige bestuursrechtelijke rechtsgang. En, er geldt een omkering van de bewijslast. En niet geheel onbelangrijk, de schades worden door de Staat verhaald op de concessiehouder. En dat wordt bij de concessieverlening direct vastgelegd. En hoeft dan ook geen onderwerp meer te zijn van latere (arbitrage)procedures tussen Staat en concessiehouder zoals nu weer het geval is met Exxon Mobile die weer een nieuwe arbitragegeschil tegen de Staat heeft aangekondigd over de sluiting van het Groningerveld.
Gerrit Dijkstra is universitair docent aan de Universiteit Leiden. Frits van der Meer is bijzonder hoogleraar Comparative Public Sector and Civil Service Reform.