Brief regering; Ontwerpregeling evacués uit het Midden-Oosten - De situatie in het Midden-Oosten - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 514 toegevoegd aan dossier 23432 - Situatie in het Midden-Oosten i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | De situatie in het Midden-Oosten; Brief regering; Ontwerpregeling evacués uit het Midden-Oosten |
---|---|
Documentdatum | 29-03-2024 |
Publicatiedatum | 29-03-2024 |
Nummer | KST23432514 |
Kenmerk | 23432, nr. 514 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
23 432
De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 514 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 29 maart 2024
Bij de regeling van werkzaamheden van uw Kamer op 25 maart jl. heeft het lid mevrouw Keijzer (BBB) gevraagd om een brief naar aanleiding van een internetconsultatie1 over een door mij voorgenomen ministeriële regeling tot aanwijzing van evacués uit het Midden-Oosten met een Nederlands paspoort of een tijdelijke of permanente verblijfsstatus als groep wier huisvesting bijzondere zorg van rijkswege behoeft. Zij heeft in het bijzonder gevraagd waarom ik voor dit instrument heb gekozen en niet voor andere oplossingen. Eerder heb ik uw Kamer antwoord gegeven op een aantal vragen over de onderhavige internetconsultatie2.
Ik heb voor dit instrument gekozen, omdat de wetgever voor dit soort situaties een grondslag in de Huisvestingswet 2014 heeft opgenomen. Op grond van artikel 31 van de Huisvestingswet 2014 kunnen bij ministeriele regeling categorieën van woningzoekenden worden aangewezen, wier huisvesting bijzondere zorg van rijkswege behoeft. Vanwege de crisissituatie is gekozen om van deze bevoegdheid gebruik te maken, zoals ook eerder is gedaan voor evacués uit Afghanistan en Soedan. Een dergelijke regeling kan slechts worden vastgesteld, indien omstandigheden van bijzondere aard naar mijn oordeel daartoe aanleiding geven. Dat is hier het geval. De regeling richt zich op Nederlanders of mensen met een Nederlandse verblijfsvergunning die niet zelf in een alternatief kunnen voorzien.
Ik acht de regeling noodzakelijk in verband met de situatie in Israël en Gaza die heeft geleid en in de nabije toekomst opnieuw zou kunnen leiden tot door de Nederlandse Staat uitgevoerde evacuaties van Nederlanders en mensen met een Nederlandse verblijfsvergunning en hun kerngezin. Onder deze evacueés bevindt zich een aantal gezinnen dat niet zelfredzaam is bij het vinden van woonruimte. Dat betekent dat zij niet
1 https://www.intemetconsultatie.nl/huisvesting_evacuees/b1.
2 Aanhangsel Handelingen II 2023/2024, nrs. 1292 en 1293.
kst-23432-514 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
over een sociaal netwerk of voldoende financiële middelen beschikken om zelf aan woonruimte te komen. Die mensen worden ondergebracht in hotelaccommodaties of vakantieparken.
Omdat het hier gaat om personen met een Nederlands paspoort of mensen met een Nederlandse verblijfsvergunning en hun kerngezin (partner en kinderen) is een onderkomen in locaties die tot de vreemdelingenketen behoren geen alternatief. Van de gezinnen die geëvacueerd zijn uit Gaza betrof het tot nog toe een viertal gezinnen, die de extra ondersteuning nodig hadden.
De regeling is erop gericht te bevorderen dat deze evacués kunnen doorstromen naar een reguliere woning. Gesprekken met gemeenten maken duidelijk dat voor hen de regeling een belangrijk instrument is om voor deze groep in een woning te kunnen voorzien. Om ervoor te zorgen dat deze groep niet op straat terecht komt dan wel langdurig is aangewezen op een relatief dure tijdelijke vorm van huisvesting door de overheid acht ik de regeling de enige en beste oplossing.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 23 432, nr. 514 2