Memorie van toelichting (herdruk) - Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) - Hoofdinhoud
Deze memorie van toelichting i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 36470 XIV - Wijziging begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2023 (Najaarsnota).
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota); Memorie van toelichting; Memorie van toelichting (herdruk) |
---|---|
Documentdatum | 27-11-2023 |
Publicatiedatum | 24-11-2023 |
Nummer | KST36470XIV2 |
Kenmerk | 36470 XIV, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
36 470 XIV
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL Wetsartikelen 1 tot en met 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
de begrotingsstaat voor het begrotingsfonds Diergezondheidsfonds.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P Adema
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink
1 i.v.m. een correctie in het opschrift
kst-36470-XIV-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XIV is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.
Tabel 1 Overzicht
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 en < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1.000 |
10 |
20 |
Dit wetsvoorstel kent de volgende opbouw:
In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2023 voor de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau worden voorgesteld.
In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen. In dit overzicht worden de budgettaire voorstellen uit deze 2e suppletoire begroting toegelicht alsmede de belangrijkste mutaties uit de suppletoire begroting Prinsjesdag.
In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) worden de mutaties van deze 2e suppletoire begroting toegelicht uitgaande van bovenstaande staffel.
Paragraaf 5, de agentschapsparagraaf, is enkel van toepassing indien de cumulatieve mutaties ten opzichte van de begroting van de NVWA (in totaal) groter zijn dan 5% of (in totaal) groter dan € 20 miljoen. Dit is voor deze 2e suppletoire begroting niet het geval.
Paragraaf 6 bevat de budgettaire voorstellen betreffende de begroting van het Diergezondheidsfonds.
2.1. Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Tabel 2 Overzicht belangrij'kste suppletoire uitgavenmutaties 2023 (Suppletoire begroting Prinsj'esdag, Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel nummer |
Uitgaven 2023 |
|
Vastgestelde begroting 2023 |
3.177.915 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2023 (incl. ISB, NvW) Belangrijkste suppletoire mutaties Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag |
3.247.179 |
|
Kasschuif Programma Natuur RWS |
22 |
|
Inpassingskosten Wind op Zee |
22 |
10.794 |
Kasschuif aankoop grond NGB via RVB |
22 |
|
Kasschuif binnen artikel 51 Mutaties 2e suppletoire begroting |
51 |
|
PAS-melders |
van art 22, |
|
naar art 21 |
|
Artikel nummer |
Uitgaven 2023 |
|
Niet besteed aankoopbudget NGB |
22 |
|
Overige mutaties |
9.878 |
|
Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
2.727.659 |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Kasschuif Programma Natuur
Rijkswaterstaat (RWS) voert de opdracht Kwaliteitsverhoging Riviernatuur uit als onderdeel van het Programma Natuur. Door vertraging in de uitvoering kan RWS de gecommiteerde € 20 mln. dit jaar niet meer factureren.
Inpassingskosten Wind op Zee (WOZ)
Voor de inpassing van Wind op Zee voor zowel Natuur als Visserij zijn middelen beschikbaar gesteld door EZK. Met deze mutatie wordt € 10,8 mln. naar de LNV begroting overgeheveld.
Kasschuif aankoop grond NGB via RVB
Met een kasschuif wordt voor de Nationale Grondbank budget vanuit 2023 overgeheveld naar 2024 om gronden aan te kopen in 2024.
Kasschuif binnen artikel 51
Na het verwerken van de rijksbrede taakstelling in de 1e suppletoire begroting 2023 was een onjuist kasritme op artikel 51 ontstaan. Dat wordt met deze kasschuif gecorrigeerd. Dit leidt tot een verlaging van € 115 mln. in 2023 en gelijke verhoging in de jaren 2024-2028.
Mutaties 2e suppletoire begroting
PAS-melders
Van de € 250 mln. die gereserveerd was voor de legalisatie PAS-melders is slechts € 34,8 mln. aangevraagd door de provincies. De overgebleven middelen zijn conform afspraak teruggeboekt naar het budget van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv). Het budget voor de Lbv wordt met 215,2 mln. verlaagd, omdat dit budget niet meer in 2023 tot besteding komt.
Niet besteed aankoopbudget Nationale Grondbank (NGB)
De bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RBV) ten behoeve van de Nationale Grondbank wordt met € 90 mln. verlaagd. Er zijn verscheidene aankooptrajecten gestart, maar dit leidt niet meer tot uitgaven in 2023.
Tabel 3 Overzicht belangrjkste suppletoire ontvangstenmutaties 2023 (Suppletoire begroting Prinsj'esdag, Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikel- |
Ontvangsten |
|
nummer |
2023 |
|
Vastgestelde begroting 2023 |
101.396 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2023 |
108.122 |
Artikel nummer |
Ontvangsten 2023 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag Vertraging derogatieontvangsten 2022 naar 2023 |
21 |
5.000 |
Bijstelling ontvangsten Visserij |
22 |
15.706 |
Overschot NVWA 2022 |
24 |
14.900 |
Mutaties 2e suppletoire begroting Terugontvangst MGA-1 |
22 |
6.900 |
Overige mutaties Stand 2e suppletoire begroting 2023 |
14.957 165.585 |
Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Vertraging derogatieontvangsten 2022 naar 2023
Derogatiedeelnemers dragen een deel bij aan de derogatiemonitorings-kosten, wat als ontvangst op de LNV-begroting terecht komt. Omdat in 2022 pas laat in het jaar bekend werd of Nederland een derogatie zou krijgen en hoe die vormgegeven zou worden, konden de ontvangsten voor 2022 niet meer in 2022 worden geïnd. De geraamde ontvangsten van € 5,0 mln. vinden daarom in 2023 plaats.
Bij'stelling ontvangsten Visserij
De ontvangstenraming voor Duurzame Visserij wordt verhoogd met € 15,7 mln. Dit komt voornamelijk door hogere ontvangsten uit het Europees fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en het Europees Maritiem Visserij' en Aquacultuur Fonds (EMFAF).
Overschot NVWA 2022
Er moet nog een verrekening met de NVWA plaatsvinden van het voorschot dat LNV in 2022 heeft gedaan. Er zal € 14,9 mln. incidenteel van de NVWA worden ontvangen.
Mutaties 2e suppletoire begroting
Terugontvangst MGA-1
Er vindt nog uitbetaling plaats van voorlopige koopcontracten voor de subsidieregeling Maatregel Gerichte Aankoop Maatwerk (MGA-1). De provincie Noord-Holland heeft echter aangeven geen gebruik te maken van de MGA-1. Deze middelen komen terug naar de LNV-begroting. Dit betreft middelen die gereserveerd zijn voor de structurele stikstofaanpak.
2.2 Overzicht Coronamaatregelen
Tabel 4 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)
Art. |
Naam maatregel/ regeling |
Bedrag verplich tingen 2023 |
Bedrag uitgaven 2023 |
Bedrag ontvang sten 2023 |
Vindplaats |
21 |
Regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouw COVID-19 |
514 |
514 |
0 |
Kamerstuk 35 420, nr. 217 |
Art. Naam maatregel/ regeling |
Bedrag verplich tingen 2023 |
Bedrag uitgaven 2023 |
Bedrag ontvang sten 2023 |
Vindplaats |
Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19 |
|
|
0 |
Kamerstuk 35 420, nr. 105 |
Nadeelcompensatie pelsdierhouderijen |
604 |
604 |
0 |
Kamerstuk 35 633, nr. 6 |
Totaal |
643 |
643 |
0 |
Ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19
De regeling ongedekte vaste kosten land- en tuinbouwbedrijven COVID-19 liep tot en met het eerste kwartaal van 2022. In 2023 is het uitgavenbudget opgehoogd in verband met een nabetaling.
Tijdelijke regeling subsidie dierentuinen COVID-19
Er is sprake van een onderuitputting van € 0,5 mln. betreffende de COVID-dierentuinregeling.
Nadeelcompensatie pelsdierhouderijen
Voor de afronding van de beroepsfase van de nadeelcompensatieregeling voor pelsdierhouders (in verband met het vervroegd verbod op pelsdier-houderij) is sprake van een verhoging van de uitgaven van € 0,6 mln.
3.1. Artikel 21 Land- en tuinbouw
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 21 Land- en tuinbouw (Tweede supple-toire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
1.252.030 |
|
1.230.886 |
Uitgaven Subsidies (regelingen) |
362.436 |
|
351.440 |
Sociaal economische positie boeren |
30.347 |
4.066 |
34.413 |
Duurzame veehouderij Glastuinbouw en weerbare planten en |
69.828 |
|
64.553 |
teeltsystemen |
87.836 |
|
84.840 |
Mestbeleid |
75.664 |
|
66.345 |
Diergezondheid en dierenwelzijn Voedselzekerheid en internationale |
4.460 |
|
4.151 |
agrarische samenwerking |
1.541 |
|
1.001 |
Integraal voedselbeleid Leningen Lening Pilot Investeringsfonds Duurzame |
8.388 |
|
7.495 |
Landbouw Garanties |
10.000 |
0 |
10.000 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Bijdrage borgstellingsreserve |
3.627 |
0 |
3.627 |
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit |
1.805 |
195 |
2.000 |
Opdrachten Sociaal economische positie boeren |
2.864 |
|
2.097 |
Duurzame veehouderij |
500 |
|
187 |
Diergezondheid en dierenwelzijn |
12.303 |
1.557 |
13.860 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking |
3.321 |
65 |
3.386 |
Integraal voedselbeleid |
3.361 |
|
2.260 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden |
1.972 |
804 |
2.776 |
Centrale Commissie Dierproeven |
67 |
|
0 |
Medebewind/voormalige productschappen |
687 |
0 |
687 |
Raad voor de Plantenrassen |
1.492 |
|
1.328 |
Keuringsdiensten |
7.824 |
2.465 |
10.289 |
Bijdrage aan medeoverheden Specifieke uitkeringen |
7.850 |
|
6.696 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties FAO en overige contributies |
11.630 |
0 |
11.630 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve Storting begrotingsreserve landbouw |
0 |
2.750 |
2.750 |
Storting begrotingsreserve apurement |
2.500 |
0 |
2.500 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken Diergezondheidsfonds |
12.569 |
0 |
12.569 |
Ontvangsten |
62.380 |
8.003 |
70.383 |
Ontvangsten Sociaal economische positie boeren |
245 |
0 |
245 |
ZBO's/RWT's |
2.300 |
0 |
2.300 |
Agroketens |
2.013 |
2.074 |
4.087 |
Mestbeleid |
12.209 |
0 |
12.209 |
Garanties |
1.800 |
0 |
1.800 |
Weerbare planten en teeltsystemen |
0 |
2.750 |
2.750 |
Diergezondheid en dierenwelzijn |
11.600 |
31 |
11.631 |
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking |
6.013 |
148 |
6.161 |
Onttrekkingen begrotingsreserves |
26.200 |
3.000 |
29.200 |
Sociaal economische positie boeren
De uitgaven stijgen met € 4,1 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de regeling subsidiëring sloop- en ombouwkosten voor pelsdier-houders. Hiervoor worden jaarlijks middelen ontrokken uit de begrotingsreserve landbouw. Deze onttrekking wordt gebaseerd op de prognoses van RVO en bedraagt nu € 3 mln. Daarnaast is sprake van een verhoging van de uitgaven van € 0,6 mln. voor de afronding van de beroepsfase van de nadeelcompensatieregeling voor pelsdierhouders in verband met het vervroegd verbod op pelsdierhouderij.
Duurzame veehouderij
De verlaging van € 5,2 mln. betreft een overheveling van € 3,1 mln. naar artikel 24 voor RVO ten behoeve van uitvoeringskosten van de LBV+. Het overige deel van het bedrag betreft onderuitputting van € 1,1 mln. aan stikstofmiddelen voor de Saneringsregeling varkenshouderijen (Srv), overhevelingen naar artikel 23 voor het uitzetten en financieren van onderzoek (circa € 0,7 mln.) en onderuitputting van de COVID-dierentuinregeling (€ 0,5 mln).
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
De bijstelling van dit budget (€ 3,0 mln.) heeft voornamelijk te maken met een lagere besteding in 2023 op de subsidieregelingen voor energie-efficiëntie in de glastuinbouw (EG en MEI) omdat de uitbetaling voor een groot deel in 2024 zal plaatsvinden.
Mestbeleid
Deze bijstelling van € 9,3 mln. wordt met name veroorzaakt door een onderuitputting op reguliere projecten mestbeleid (€ 3,7 mln.) en het niet volledig benutten van het budget dat in 2023 beschikbaar is gesteld voor de subsidie Behoud grasland bij afbouw derogatie (€ 5,2 mln.). De onderuitputting op de reguliere projecten heeft onder andere te maken met vertraging die is opgelopen door de demissionaire status van het kabinet. Voor de derogatieregeling was het van belang voldoende budget in 2023 beschikbaar te hebben zodat zoveel mogelijk aanvragers deel konden nemen. In 2023 zijn er veel minder aanvragen gedaan dan verwacht op basis van het aantal derogatiedeelnemers. Hierdoor is het plafond te hoog ingeschat.
Diergezondheid en dierenwelzijn
Het budget is toegenomen (circa € 1,6 mln.) om een tegenvaller op te vangen bij in beslag genomen goederen. Deze tegenvaller wordt veroorzaakt door een stijging in het aantal in bewaring genomen honden.
Specifieke uitkeringen
Deze verlaging van 1,1 mln. betreft een overheveling naar artikel 50 voor externe inhuur (€ 0,2 mln.) en een overheveling naar het BTW-compensatiefonds voor een specifieke uitkering aan de Zandpro-vincies (€ 0,9 mln.).
Onttrekkingen begrotingsreserves
Dit betreft de onder subsidies toegelichte jaarlijkse onttrekking voor de sloop- en ombouwregeling pelsdierhouders (€ 3 mln.).
3.2. Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid art. 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
776.915 |
|
493.666 |
Uitgaven |
1.412.487 |
|
1.075.093 |
Subsidies (regelingen) Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
7.037 |
|
6.971 |
Natuur en Biodiversiteit op land |
47.791 |
59 |
47.850 |
Beheer Kroondomeinen |
803 |
|
761 |
Duurzame visserij |
214.663 |
18.490 |
233.153 |
Overige stelsel activiteiten |
6.543 |
179 |
6.722 |
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren |
3.900 |
0 |
3.900 |
Leningen Leningen rente en aflossing |
22.263 |
0 |
22.263 |
Garanties Garantie Klimaatfonds |
322 |
84 |
406 |
(Schade)vergoeding Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit |
1.000 |
0 |
1.000 |
Opdrachten Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
6.177 |
|
5.143 |
Natuur en Biodiversiteit op land |
35.197 |
|
33.321 |
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren |
19.934 |
|
19.014 |
Duurzame visserij |
29.217 |
|
4.770 |
Internationale Samenwerking |
2.188 |
517 |
2.705 |
Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit |
5.993 |
|
5.397 |
Regio Deals |
25 |
0 |
25 |
Bijdrage aan agentschappen Rijksrederij |
12.574 |
873 |
13.447 |
Rijksvastgoedbedrijf |
100.000 |
|
10.000 |
Overige agentschappen |
0 |
861 |
861 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's Staatsbosbeheer |
31.077 |
0 |
31.077 |
Overige ZBO's |
0 |
1.032 |
1.032 |
Bijdrage aan medeoverheden Caribisch Nederland |
11.725 |
|
3.198 |
Specifieke uitkering |
851.893 |
|
619.934 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties Internationale Samenwerking |
2.165 |
|
2.143 |
Ontvangsten |
57.916 |
7.448 |
65.364 |
Ontvangsten Landinrichtingsrente |
24.153 |
0 |
24.153 |
Verkoop gronden |
1.000 |
0 |
1.000 |
Overige ontvangsten natuur |
5.387 |
7.075 |
12.462 |
Duurzame visserij |
24.247 |
373 |
24.620 |
Onttrekkingen begrotingsreserves |
3.129 |
0 |
3.129 |
Duurzame visserij
Het subsidiebudget Duurzame visserij wordt verhoogd met € 18,5 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een technische mutatie van € 20,0 mln. voor de subsidieregeling energie-efficiëntie. Met de subsidie worden vaartuigen aangepast met innovatieve onderdelen. Het doel is om de vaartuigen duurzamer en de visserijbedrijven toekomstbestendiger te maken. De middelen voor deze regeling werden eerder op het opdrachtenbudget van Duurzame visserij geraamd en worden nu overgeheveld naar het subsidiebudget.
Duurzame visserij
Het opdrachtenbudget Duurzame visserij wordt verlaagd met € 24,4 mln. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de hierboven genoemde overheveling van € 20,0 mln naar het subsidiebudget. Daarnaast worden er middelen overgeheveld naar artikel 24 ten behoeve van de RVO opdracht Maripark (€ 1,9 mln.). Met deze opdracht wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van een gebied waar nieuwe vormen van voedselkweek op (volle) zee kunnen worden ontwikkeld. Verder vinden er kleinere overhevelingen plaats naar artikel 23 voor het uitvoeren van onderzoek door Wageningen Research en vindt er een overheveling plaats naar de begroting van het Ministerie van Defensie voor de Kustwacht (€ 0,1 mln.).
Rijksvastgoedbedrijf
Het budget voor het Rijksvastgoedbedrijf wordt met € 90 mln. verlaagd.
Dit wordt veroorzaakt doordat grondaankopen die gepland stonden voor 2023 niet in dit jaar al afgerond kunnen worden. De uitgaven vinden plaats in 2024.
Bijdrage aan medeoverheden
Caribisch Nederland
Het budget voor Caribisch Nederlend is met € 8,4 mln. verlaagd. Conform de afspraken is er budget overgeheveld naar BZK voor de bijdrage aan het BES fonds voor de uitvoering van het Natuur- en Milieubeleidsplan 2020-2030.
Specifieke uitkering
Het budget voor specifieke uitkering wordt met € 231,9 mln. verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verlaging van het budget met € 215,2 mln. voor de PAS-melders. Van de 250 mln. die gereserveerd was voor de SPUK legalisatie PAS-melders is € 34,8 mln. aangevraagd door de provincies. De overgebleven middelen zijn conform afspraak teruggeboekt naar het budget van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlo-caties (Lbv). Daarnaast is sprake van een verlaging van het budget van € 10,0 mln. Dit betreft een decentralisatie uitkering voor de gemeentes voor de bijdrage die de gemeentes hebben geleverd bij het opstellen van de provinciale gebiedsprogramma's. Het budget hiervoor is met dit doel naar het gemeentefonds overgeheveld. Als laatste is er sprake van een verlaging van € 6,7 mln. voor de inhuur van zaakbegeleiders voor de aanpak piekbelasters. Dit budget werd eerder op artikel 22 onder Bijdrage aan medeoverheden geraamd maar wordt nu overgeheveld naar het Opdrachtenbudget. Het wordt daar verantwoordt onder Natuur en Biodiversiteit op land.
Overige ontvangsten Natuur
Het budget voor overige ontvangsten Natuur wordt met € 7 mln. verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de provincie Noord-Holland heeft aangegeven geen gebruik te maken van de Maatregel Gerichte Aankoop 1 (MGA-1). Het voorschot vloeit daardoor terug naar de LNV-begroting. Het betreft middelen voor de structurele stikstofaanpak. De provincies hebben nog tot eind 2024 om de definitieve koopcontracten te sluiten.
3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 Kennis en innovatie (Tweede supple-toire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
399.061 |
63.006 |
462.067 |
Uitgaven |
382.205 |
1.412 |
383.617 |
Subsidies (regelingen) |
|||
Beleidsondersteunend onderzoek Missiegedreven topsectoren- en innovatie- |
49.932 |
5.874 |
55.806 |
beleid |
67.524 |
0 |
67.524 |
Kennisverspreiding en groen onderwijs Opdrachten |
118.339 |
|
112.540 |
Kennisontwikkeling en innovatie Bijdrage aan agentschappen Rijksinstituut voor Volksgezondheid en |
15.966 |
|
15.281 |
Milieu Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
15.758 |
610 |
16.368 |
Wageningen Research |
114.624 |
1.474 |
116.098 |
ZonMw |
62 |
|
0 |
Ontvangsten |
7.474 |
1.452 |
8.926 |
Ontvangsten |
|||
Kennisontwikkeling en innovatie |
7.474 |
1.452 |
8.926 |
Beleidsondersteunend onderzoek
Het kasbudget stijgt per saldo met € 5,9 mln. Dit saldo bestaat uit verschillende verhogingen en verlagingen. De stijging wordt onder andere veroorzaakt door een overheveling van artikel 22 van € 1,0 mln. voor onderzoeksprojecten «Praktijktest passieve visserij» en een overheveling van € 0,7 mln. van VWS naar LNV voor de uitvoering van het project ERRAZE door Wageningen Research. Daarnaast is € 0,7 mln. overgeheveld van artikel 21 bestemd voor onderzoeksprojecten «Kas als energiebron». Het restant kan worden verklaard door de som van een reeks mutaties, allen kleiner dan 0,4 mln.
Kennisverspreiding en groen onderwijs
Het budget wordt per saldo verlaagd met € 5,8 mln. Dit wordt grotendeels verklaard door de LNV bijdrage van € 3,6 mln. aan het programma «Praktijkkennis Voedsel en Groen». Daarnaast wordt er € 2,0 mln. overgeheveld voor het programma «Eiwittransitie». Beide uitgaven betreffen overhevelingen naar de OCW begroting ten behoeve van NWO. Het restant kan worden verklaard door de som van verschillende kleinere mutaties.
3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht
Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid art. 24 Kennis en innovatie (Tweede supple-toire begroting) (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
564.845 |
36.040 |
600.885 |
Uitgaven |
564.787 |
36.098 |
600.885 |
Bijdrage aan agentschappen Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
284.929 279.858 |
8.495 27.603 |
293.424 307.461 |
Ontvangsten |
14.900 |
1.643 |
16.543 |
Ontvangsten Agentschappen en overig |
14.900 |
1.643 |
16.543 |
NVWA
De bijdrage aan de NVWA wordt met € 8,5 mln. verhoogd. Voor € 6,9 mln. is deze verhoging toe te schrijven aan een tariefverhoging van de NVWA die het gevolg is van onvoorziene kostenstijgingen door inflatie en niet voorziene cao-effecten. Daarnaast wordt de NVWA-bijdrage met € 1,4 mln. verhoogd vanwege een aanvullende opdracht voor Good Distri-bution Practices (GDP), zodat de NVWA de uitvoering van deze EU verordening in 2023 ter hand kan nemen. Ten slotte is sprake van een verhoging met € 0,2 mln. voor de uitvoering van tweedelijnstoezicht op de uitvoering van fytosanitaire regelgeving.
RVO
Het budget voor de RVO wordt met € 27,6 mln. verhoogd. Deze samengestelde verhoging is voor een belangrijk deel nodig vanwege een tariefver-hoging (€ 5,8 mln.) en tegenvallende uitvoeringskosten (€ 6,2 mln.) voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarnaast worden budgetten toegevoegd voor de uitvoering van goedgekeurde meerwerk-opdrachten. De grootste toevoegingen betreffen de Uitvoering Aanpak Piekbelasters (€ 3,8 mln.), de uitvoeringskosten van de Landelijke Beëindigingssregeling Veehouderijlocaties plus (LBV+) (€ 3,1 mln.), uitvoering project Maripark (€ 1,9 mln.), de energie-efficiëntie regeling Visserij (€ 0,8 mln.) en meerwerk in het kader van in beslag en in bewaring genomen goederen (€ 0,9 mln.).
4.1. Artikel 50 Apparaat
Tabel 9 A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
|
Verplichtingen |
214.173 |
7.474 |
221.647 |
Uitgaven |
214.173 |
7.474 |
221.647 |
Personele uitgaven |
|||
Eigen personeel |
152.221 |
3.516 |
155.737 |
Externe inhuur |
11.999 |
6.430 |
18.429 |
Overige personele uitgaven Materiële uitgaven |
2.930 |
0 |
2.930 |
ICT |
500 |
0 |
500 |
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU) |
12.929 |
0 |
12.929 |
SSO DICTU |
26.654 |
|
25.763 |
Overige materiële uitgaven |
6.940 |
|
5.359 |
Ontvangsten |
4.426 |
|
4.369 |
Ontvangsten |
|||
Ontvangsten |
4.426 |
|
4.369 |
Eigen personeel
Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 3,5 mln. Dit is een saldo van diverse mutaties dat voornamelijk is opgebouwd uit een toevoeging van € 4,2 mln. vanuit artikel 24 voor de apparaatskosten van het Landbouw Attaché Netwerk thuisbasis. Daarnaast is sprake van een toevoeging van € 1 mln. vanuit het programma Transparantie in Informatie voor extra capaciteit voor de thema's informatiehuishouding, openbaarmaking en Woo. Verder is er een afboeking van in totaal € 2,5 mln. ter dekking van onder andere externe inhuur, trainees en managementondersteuners.
Externe inhuur
Externe inhuur in tijden van drukte of wegens ziekte van vaste medewerkers («piek en ziek») wordt centraal vergoed voor maximaal 6 maanden. Hierop wordt aan het begin van het jaar begroot. Overige inhuur (met andere oorzaken dan «piek en ziek» of na 6 maanden) wordt doorberekend aan het personeels- of beleidsbudget van de inhurende directie. De betreffende directies hevelen de middelen hiervoor gedurende het jaar over naar het centrale budget voor externe inhuur. De stijging van het saldo voor externe inhuur met € 6,4 mln. kan grotendeels hierdoor worden verklaard.
4.2. Artikel 51 Nog onverdeeld
Tabel 10 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
Omschrijving |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
Verplichtingen |
103.622 |
|
94.977 |
Uitgaven |
103.622 |
|
94.977 |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
Onvoorzien |
103.622 |
|
94.977 |
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Het budget op artikel 51 wordt per saldo met € 8,6 mln. verlaagd. Er wordt € 6,9 mln. overgeheveld naar artikel 24 voor een ophoging van het budget van de NVWA. Dit is nodig vanwege een tariefverhoging als gevolg van niet voorziene kostenstijgingen door inflatie en niet voorziene cao-effecten. Verder wordt er € 8,6 mln. overgeheveld naar artikel 24 voor verhoging van het budget van RVO. Dit is nodig vanwege een tariefverhoging bij RVO en tegenvallende uitvoeringskosten voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Daarnaast wordt er € 6,9 mln. toegevoegd aan artikel 51. Dit gaat om budget voor de Maatregel Gerichte Aankoop-1 (MGA-1) dat terugontvangen wordt van de provincie Noord-Holland. Het betreft middelen voor de structurele stikstofaanpak.
5.1. Agentschapsparagraaf Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
De agentschapsparagraaf is in deze Tweede suppletoire begroting niet op genomen. Op basis van de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 wordt een agentschapsparagraaf opgesteld indien de realisatie cumulatief 5% of cumulatief € 20 mln. afwijkt van de begroting. Hier is geen sprake van.
6.1. De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF)
Tabel 11 De begroting van het Diergezondheidsfonds (DGF) (bedragen x1.000)
Art. 1 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijns problemen |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (2) |
Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) |
Verplichtingen |
29.720 |
9.500 |
39.220 |
Uitgaven |
44.236 |
0 |
44.236 |
Bewaking van dierziekten (opdrachten) |
4.677 |
0 |
4.677 |
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) |
16.279 |
0 |
16.279 |
Overig (opdrachten) |
2.300 |
0 |
2.300 |
Bewaking van dierziekten (subsidies) Bestrijding van dierziekten (schade)vergoe- |
16.672 |
|
3.237 |
dingen |
3.000 |
0 |
3.000 |
Overig (subsidies) |
1.308 |
|
440 |
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
0 |
13.435 |
13.435 |
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
0 |
868 |
868 |
Ontvangsten |
71.987 |
0 |
71.987 |
Ontvangsten LNV |
12.569 |
0 |
12.569 |
Ontvangsten sector |
16.318 |
0 |
16.318 |
Ontvangsten EU |
1.500 |
0 |
1.500 |
Bijdrage sector crisisreserve |
10.415 |
0 |
10.415 |
Saldo van de afgesloten rekeningen |
31.185 |
0 |
31.185 |
Verplichtingen
De verplichtingen op Bestrijding van dierziekten zijn verhoogd met een bedrag van € 9,5 mln. voor 2023. De ingeschatte uitgaven zijn reeds in de voorjaarsnota opgenomen, maar de genoemde verplichtingen waren (nog) niet meegenomen en worden nu alsnog opgevoerd.
Gedurende 2023 is vastgesteld dat activiteiten van de gezondheidsdienst (Royal GD) veelal behoren tot uitvoering van de wettelijke taak. Mede op aangeven van de ADR moet de GD-monitoring niet als subsidie maar als bijdrage ZBO's / RWT's worden opgenomen. Derhalve is een interne overboeking voorzien ad € 13,4 mln. en € 0,9 mln. aan uitgaven van Subsidies naar Bijdrage aan ZBO's / RWT's.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 470 XIV, nr. 2 14