Procedure einde Kamerlidmaatschap
Als een Kamerlid ontslag neemt, dient dat bij de Kamervoorzitter te worden gemeld. Die stelt dan de voorzitter van het centraal stembureau (Kiesraad1) op de hoogte. Op een ingediend ontslag kan niet worden teruggekomen. De Kiesraad benoemt vervolgens een opvolger. Van ontslag en benoeming wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
Als regel zal iemand die bijvoorbeeld minister of staatsraad wordt (onverenigbaar met het Kamerlidmaatschap2), dat bij de Voorzitter melden. Als dat echter niet gebeurt, moet de Kamervoorzitter de betrokkene schriftelijk waarschuwen. Als er twijfel is over onverenigbaarheid kan het oordeel van de Kamer worden gevraagd. Een tijdelijke commissie moet dat eerst (binnen acht dagen) onderzoeken en verslag uitbrengen.
Het lidmaatschap van een Kamerlid kan om diverse redenen eindigen (afgezien van door overlijden). Een lid kan op ieder moment ontslag nemen of er kan blijken dat niet langer wordt voldaan aan de vereisten voor het lidmaatschap. Theoretisch zou ook het aannemen van een andere nationaliteit daarvoor reden zijn, maar dat zal in de praktijk niet voorkomen.
Er kunnen diverse redenen voor het nemen van ontslag zijn, zoals persoonlijke omstandigheden of het aanvaarden van een andere functie.
Dat het Kamerlidmaatschap vanwege een andere reden dan een onverenigbare functie verviel, is sinds 1903 niet meer voorgekomen. Op grond van de toen geldende bepalingen, leidde een faillissement tot ontslag van het Tweede Kamerlid Jean Arnoldts3. In 2006 ontstond enige discussie over de vraag of Ayaan Hirsi Ali4 wel over de vereiste nationaliteit beschikte, maar zij verliet zelf de Kamer en die vraag was toen niet meer relevant.
Meer over
- 1.De Kiesraad is een adviesorganisatie op het gebied van kiesrecht en verkiezingen in Nederland.
- 2.Er bestaan wettelijk regels over welke ambten niet verenigbaar zijn met het Kamerlidmaatschap (de zogenoemde incomptabiliteiten). Zo kan iemand niet tegelijk Tweede en Eerste Kamerlid zijn en is het eveneens niet toegestaan om naast minister of staatssecretaris Kamerlid te zijn. Een uitzondering daarop geldt overigens wel voor de tijd na verkiezingen, tot er een nieuw kabinet is gevormd. Dan kan iemand wel tegelijk Tweede Kamerlid en minister of staatssecretaris zijn. Deze wet is er omdat het parlement het kabinet controleert en het niet geloofwaardig is om jezelf te controleren. Daarom mogen parlementsleden niet tegelijkertijd in het kabinet zitten.
- 3.Katholiek Tweede Kamerlid uit Sittard, in welke plaats hij sigarenfabrikant was. Zoon van het Tweede Kamerlid J.H. Arnoldts. Was in zijn woonplaats op vele terreinen actief, maar speelde als Kamerlid nauwelijks een rol. Verloor in 1903 zijn Kamerzetel ten gevolge van faillissement en vertrok daarna naar de Verenigde Staten.
- 4.Intelligente, moedige, maar ook controversiële in Somalië geboren politica. Kwam na uitgehuwelijkt te zijn als asielzoekster uit Kenia naar Nederland. Studeerde politicologie in Leiden en werkte daarna bij het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Toen die partij haar in 2002 geen kandidaat stelde voor de Tweede Kamer stapte zij over naar de VVD. Werd voor die partij een spraakmakend Kamerlid, dat zich bezighield met integratie en emancipatie. Had soms moeite met de fractiediscipline. Als opinieleidster zocht zij het debat met moslims, waarbij zij 'heilige huisjes' niet spaarde. Met name de film 'Submission' zorgde voor veel weerstand. Na de moord op Theo van Gogh, regisseur van de film, werd zij permanent bewaakt. In 2006 besloot zij zich in de VS te vestigen. Door een controverse rond haar nationaliteit werd dat vertrek bespoedigd. Werkt nu bij het American Enterprise Institute for Public Policy Research in Washington.
- 5.Een deel van de Tweede Kamerleden vertrekt tussentijds. Dat is vooral het geval door benoemingen tot minister of staatssecretaris, omdat die ambten niet verenigbaar zijn met het Kamerlidmaatschap. Daarnaast stromen leden soms door naar andere functies, kunnen er conflicten ontstaan of kan ziekte leiden tot het niet langer kunnen vervullen van de functie.