Vrijheid in verbondenheid - Hoofdinhoud
Dit jaar startte de landelijke vijf mei viering in Oss. Een prachtig programma (live op televisie), bom vol kunst, dans, poëzie, muziek en lezingen. Het thema dit jaar was ‘vrijheid in verbondenheid’. Een perfect gekozen thema. Zeker in deze tijd van individualisatie. Want zonder verbondenheid bestaat geen echte vrijheid. En zeker geen gezonde samenleving. Zonder een gedeeld en betekenisvol verhaal, zonder het gevoel dat mensen nog iets met elkaar hebben, is vrijheid een leeg begrip. En niet veel meer dan de vrijheid van onbeperkte zelfontplooiing, en consumeren. Zonder persoonlijke verantwoordelijkheid voor de ander en het geheel.
Vroeger was het leven overzichtelijk. Wie katholiek was ging naar de katholieke kerk, de katholieke school, de katholieke sportvereniging, was lid van de katholieke vakbond en omroepvereniging. Bij socialisten en protestanten was het leven precies zo ‘verzuild’ georganiseerd. Het lidmaatschap van zo’n zuil bracht verantwoordelijkheden met zich mee. Binnen al die verzuilde organisaties namen mensen met talent en inzet het voortouw om er samen iets van te maken. Van iedereen werd impliciet en expliciet verwacht zijn of haar steentje bij te dragen. Natuurlijk kostte dat moeite en energie. Maar het besef ergens deel van uit te maken en er te kunnen zijn voor je naaste, leverde meer op dan het kostte. Dat besef en de wetenschap dat er soms keuzes gemaakt moeten worden die tegen je eigenbelang in gaan, maar goed zijn voor de gemeenschap, is bij individuen maar zeker ook bij organisaties en de overheid een heel stuk minder geworden.
Vakbonden zijn van een belangrijke speler in het maatschappelijk debat verworden tot de belangenbehartiger van de individuele leden van de verouderde achterban. De leden van de KRO hebben nul invloed op de inhoud van de programma’s die worden uitgezonden. Caritas en jeugdzorg zijn van een maatschappelijke taak waarin mensen voor elkaar zorgden, verworden tot een overheidstaak waar geen mens zich persoonlijk verantwoordelijk voor voelt. En tussen de grijze haren zijn er steeds meer lege plekken in de kerkbanken. De huidige generatie priesters lijkt met deze situatie overigens niet heel erg in haar maag te zitten. Maar vooral te zien als kans om de teugels op alle gebied nog wat strakker aan te trekken.
Vrijheid en verbondenheid. Ze kunnen niet zonder elkaar bestaan. Maar ze zijn beiden niet vanzelfsprekend. De oorlog in Oekraïne laat zien dat ook onze veiligheid niet vanzelfsprekend is. Door dit plotselinge besef is vlotte Europese samenwerking ineens wel mogelijk. Ineens zijn westerse landen wel bereid om ook financieel hun steentje bij te dragen aan hun eigen veiligheid. Ik hoop dat de toenemende ongelijkheid en het feit dat een steeds groter deel van de Nederlanders letterlijk afgehaakt is, niet tot nog grotere ongelukken moet leiden voor we beseffen dat verbondenheid minstens net zo belangrijk is dan vrijheid.