Voorstel van wet - Voorstel van wet van de leden Voordewind, Kuiken, Kuik, Westerveld, Van der Staaij, Hijink en Sazias tot wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie)

Dit voorstel van wet1 is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 35754 - Wet integrale suïcidepreventie2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Voordewind, Kuiken, Kuik, Westerveld, Van der Staaij, Hijink en Sazias tot wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie); Voorstel van wet (initiatiefvoorstel); Voorstel van wet
Document­datum 08-03-2021
Publicatie­datum 08-03-2021
Nummer KST357542
Kenmerk 35754, nr. 2
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2020-

2021

35 754

Voorstel van wet van de leden Voordewind, Kuiken, Kuik, Westerveld, Van der Staaij, Hijink en Sazias tot wijziging van de Wet publieke gezondheid ter bevordering en verankering van integrale suïcidepreventie (Wet integrale suïcidepreventie)

Nr. 2

VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat suïcide jaarlijks veel mensenlevens kost, terwijl er effectieve interventies bestaan en dat artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens voorschrijft dat de wet het recht van eenieder op leven beschermt en dat het daarom wenselijk is de Wet publieke gezondheid te wijzigen teneinde zowel de rijksoverheid als de gemeenten blijvend op te dragen integraal beleid voor suïcidepreventie op te stellen en uit te voeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede onderdeel ac door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

ad.    suïcide: een handeling waarmee opzettelijk een eind wordt gemaakt aan het eigen leven, niet zijnde een zelfdoding waarbij sprake was van hulp bij zelfdoding in overeenstemming met de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding;

ae.    suïcidepreventie: alle acties gericht op het voorkomen van suïcides en suïcidepogingen.

B

Na artikel 5a wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

kst-35754-2 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

§ 3a. Integrale suïcidepreventie

Artikel 5b

  • 1. 
    Onze Minister stelt iedere vier jaar beleid vast op het gebied van suïcidepreventie en draagt zorg voor de uitvoering hiervan.
  • 2. 
    Het beleid, bedoeld in het eerste lid, betreft in ieder geval het in samenhang vaststellen van:
  • a. 
    een landelijke agenda suïcidepreventie, met daarin een integrale aanpak van preventieve maatregelen, gebaseerd op de stand van de wetenschap en de praktijk, vertaald naar doelstellingen en acties;
  • b. 
    een communicatiestrategie suïcidepreventie om gedachten aan suïcide bespreekbaar te maken en suïcidepreventie algemene bekendheid te geven, en
  • c. 
    een onderzoeksprogramma suïcidepreventie voor het ontwikkelen van kennis op het gebied van suïcide en suïcidepreventie.
  • 3. 
    Het beleid, bedoeld in het eerste lid, wordt opgesteld in samenspraak met vertegenwoordigers van de wetenschap en de praktijk.
  • 4. 
    Het beleid, bedoeld in het eerste lid, alsmede wijzigingen daarvan, wordt vastgesteld in overeenstemming met Onze Ministers die het mede aangaat, ieder voor zover dit beleid betrekking heeft op aangelegenheden die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren.
  • 5. 
    Onze Minister zendt het beleid, bedoeld in het eerste lid, na vaststelling zo spoedig mogelijk aan de Staten-Generaal.
  • 6. 
    De vaststelling van het beleid, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats ten hoogste drie maanden voor de vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid.

Artikel 5c

Onze Minister draagt er zorg voor dat personen op ieder moment van de dag kosteloos en anoniem een telefonisch of elektronisch gesprek kunnen voeren over hun eigen gedachten, voorbereidingshandelingen of pogingen met betrekking tot suïcide, of die van iemand in hun omgeving, teneinde onafhankelijk advies te krijgen over suïcidepreventie en suïcide te voorkomen.

Artikel 5d

Het college van burgemeester en wethouders draagt zorg voor de uitvoering van het gemeentelijk beleid ten aanzien van suïcidepreventie, bedoeld in artikel 13, tweede lid, onder a.

C

Artikel 13, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Onder verlettering van de onderdelen a tot en met d tot b tot en met e, wordt voor onderdeel b (nieuw) een onderdeel ingevoegd, luidende:
  • a. 
    wat het gemeentelijke beleid is op het gebied van suïcidepreventie;
  • 2. 
    In onderdeel b (nieuw) wordt «genoemde taken» vervangen door «genoemde taken en het beleid, bedoeld in onderdeel a».

ARTIKEL II

  • 1. 
    De eerste vaststelling van het beleid, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, vindt zo spoedig mogelijk plaats na inwerkingtreding van deze wet.
  • 2. 
    Indien de eerste vaststelling van het beleid, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, plaatsvindt ten hoogste twee jaar voor de eerstvolgende vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, blijft dit beleid van kracht tot drie maanden voor de daaropvolgende vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid.
  • 3. 
    Indien de eerste vaststelling van het beleid, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, plaatsvindt meer dan twee jaar voor de eerstvolgende vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, blijft dit beleid van kracht tot drie maanden voor de eerstvolgende vaststelling van de landelijke nota gezondheidsbeleid.
  • 4. 
    De gemeenteraad stelt binnen één jaar na de eerste vaststelling van het beleid, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Wet publieke gezondheid, het beleid vast, bedoeld in artikel 13, tweede lid, onder a, van de Wet publieke gezondheid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Wet integrale suïcidepreventie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 754, nr. 2 3


  • origineel bericht: 'Voorstel van wet van de leden Voordewind, Kuiken, ...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 35754 - Wet integrale suïcidepreventie
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    In het document 'voorstel van wet' staat omschreven wat de indiener in een nieuwe wet wil vastleggen of wil wijzigen in bestaande wet of wetten.
     
  • 2. 
    Sinds ruim tien jaar is er een hulplijn voor suïcidepreventie. De overheid geeft in steeds actiever mate invulling aan suïcidepreventie. Dit wetsvoorstel wil het reeds ontwikkelde beleid vastleggen en zo het fundament voor het beleid verstevigen. Met dit voorstel wordt het de plicht van de overheid om zich in te zetten voor suïcidepreventie verankerd in de Wet publieke gezondheid, net als bijvoorbeeld bij preventief bevolkingsonderzoek naar kanker. De minister van VWS wordt primair verantwoordelijk, onder meer voor een Landelijke Agenda Suïcidepreventie, een communicatiestrategie en een onderzoeksprogramma. Daarnaast wordt het bestaan van een gratis hulplijn wettelijk vastgelegd. Naast het ministerie van VWS zijn ook andere ministeries betrokken, zoals LNV, OCW en SZW. Ook krijgen gemeenten een belangrijke rol, waaraan zij zelf invulling kunnen gaan geven.