Niet tolereren maar accepteren - Hoofdinhoud
Wetenschapper, politicus, hotelier, vader én voormalig dominee, Ruard Ganzevoort is een kat met negen levens. Of hij nou wil of niet, hij werd gedwongen om na te denken over diversiteit. “Inclusiviteit schuurt altijd.” Een gesprek.
Interview in ‘Platform Utrechtse Protestanten Februari 2021.
Als de Domklok luidt, staat zijn bed waarschijnlijk te schudden. Centraler in Utrecht wonen dan Ruard Ganzevoort, kan bijna niet. Zijn huis hangt vol moderne kunst, ‘nog uit de tijd dat ik hotelier was, samen met Marc’. Een zwarte poes springt sierlijk van de tafel op zijn schouder. Op de achtergrond klinkt een vioolpartita van Bach. Alles klopt. Voor nu dan. Want lang zal hij hier niet meer wonen. Met zijn huidige liefde vertrekt hij binnenkort naar de ruimte en de rust, het platteland. “Het huis is onder voorbehoud verkocht.” vertelt hij, met een neutrale blik. Natuurlijk zal hij Utrecht gaan missen, vermoedt hij, maar het werd tijd om een nieuwe stap te zetten. Zo zet Ganzevoort zich opnieuw in beweging, op weg naar zijn tiende leven. Op de valreep van zijn Utrechtse bestaan, gaf Ruard Ganzevoort negen levensinzichten.
Inzicht 1: Je naasten geven je iets wat je zelf niet hebt
“Mensen met wie je intens leeft, hebben je iets te leren. Ik bedoel daarmee je ouders, je kinderen, je partner, ze voegen allemaal iets toe wat je nog niet hebt. Ze sturen je bij en ze geven je iets mee, ook je intieme naasten die er niet meer zijn. Mijn partner Marc is nu vier jaar geleden gestorven. Hij leerde me te leven in het nu. Om ruimte maken voor de schoonheid. Wat hij me ook heeft bijgebracht, is radicale eerlijkheid. Ik ben wat diplomatiek, geneigd om de kool en de geit te sparen. Marc werkte anders. Ik herinner me dat ik uit de kerk kwam, en hij informeerde waar het over ging. Ik vertelde dat de preek ging over de hoer van Babylon. “Wàt?!” riep hij. Ik legde uit dat het een metafoor was, over de grote stad en haar verdorvenheid. Maar hij ontplofte. Of ik niet door had hoe krenkend deze metafoor was voor prostituees. Dat was Marc. Rechtuit.”
Inzicht 2: De minderheid lijdt aan het wenproces van de meerderheid
“In sommige kerken hier in Utrecht, ligt het homohuwelijk nog gevoelig. Het is een hervormde gedachte om de tijd haar werk te laten doen. Het is gereformeerd om te zeggen: A is A en B is B en daar moet je de consequenties uit trekken. Ik ben gereformeerd in mijn denken, hoewel ik de waarde zie van voorzichtigheid. De geleidelijke aanpak is pijnlijk, want de gelijke rechten van een minderheid, worden bepaald door een meerderheid die ‘er nog niet aan toe is’. Ik voelde het toen na mijn coming out naar de kerk ging. Ik merkte dat sommige mensen moeite hadden met het feit dat ik er was. Ik was een object waar iets van gevonden moest worden. Dat trok ik slecht, ik wilde niet getolereerd worden. De prijs die er hangt aan een meerderheid die er langzaam aan kan wennen, wordt betaald door die minderheid. Net als destijds de discussie over vrouwen in de kerkenraad. Het idee dat mannen gingen vergaderen over het feit of er wel of geen vrouwen in de kerkenraad mogen, is al scheef. De minderheid heeft pijn van het wenproces van de meerderheid. Dat moeten kerken zich blijven realiseren.”
Inzicht 3: Genade betekent onvoorwaardelijke acceptatie
“Ik ben mijn functie van predikant kwijt geraakt toen ik een vriend kreeg. Ik had natuurlijk vanuit de Nederlands Gereformeerde Kerk over kunnen stappen naar de PKN om daar verder te gaan als predikant. Ik heb dat niet gedaan, want dan zou ik toegeven dat er iets mis met mij was omdat ik een vriend had. Maar er is niets mis. De kernboodschap die ik als dominee predikte, was genade. Genade betekent onvoorwaardelijke acceptatie. Je mag er zijn zoals je bent. Als ik me er bij neer zou hebben gelegd dat ik daar geen predikant zou mogen zijn als ik een vriend had, zou ik die boodschap van genade hebben ondergraven. Ik kon dat niet. Ik denk nog wel eens terug aan mijn tijd als dominee, want het was een mooie tijd. De pastorale kant van het werk trok me het meeste. Je had de diepste betrokkenheid bij het leven van de mensen. Je kon zomaar opgebeld worden: “Dominee, het gaat niet goed met mijn kind.” Tegelijkertijd was je manager van een vrijwilligersorganisatie en mocht je zondag mensen inspireren. Nu heb ik een ander podium, nu werk ik meer in een politieke en academische gemeenschap. Een grotere gemeenschap nog dan vroeger. Maar de dorpsgemeenschap van toen, dat had wat.”
Inzicht 4: Elke religie heeft haar eigen wijsheden
“Ik word er heel vrolijk van, als verschillende tradities elkaar ontmoeten. Ik gaf een tijdje geleden een college over het fundamentele thema schuld en vergeving, en ik liet studenten uit verschillende tradities daarover nadenken. De Christen zei: “Wij mensen hebben allemaal gezondigd. Die zonde moet betaald worden en recht gezet. Daar is een offer voor nodig. Jezus bracht dat offer en daarom is onze schuld vergeven.” “Lekker makkelijk,” zeiden de Moslim en de humanist. “Jij maakt een fout, een ander gaat voor jou dood, en jij gaat gewoon door met je leven. Je moet je leven juist beteren. Je moet ophouden met slechte dingen doen, en in plaats daarvan goede dingen doen.” De Boeddhistische studente bracht daar tegen in dat zij dat te plat vond. Zij zei dat je pas goede dingen kunt doen, als je reflecteert op jezelf en inzicht krijgt in waaróm je slechte dingen doet. “Je moet jezelf leren loslaten”, betoogde zij. “Ja maar,” zei de Christelijke student: “Ondertussen zijn de dingen die je hebt veroorzaakt, niet weg. Die kun je niet terugdraaien. Hoe los je dat dan op?” Het was een interessante discussie, waarbij iedereen gelijk had. Er is niet één simpel antwoord. Iedere traditie heeft haar eigen wijsheden en tekortkomingen.
Inzicht 5: Geen wij-gevoel zonder zij-gevoel
“Kerken zijn gevormd vanuit gemeenschappen. Dat is op zich heel mooi, zeker in onze individualistische tijd. Gemeenschappen zijn het cement van de samenleving. De paradox is dat die gemeenschappen er zijn bij gratie van uitsluiting. Wij zijn er omdat zij niet bij ons horen. Er is geen wij-gevoel zonder zij-gevoel. In de orthodox-conservatieve flank zie je dat simpelweg doordat iedereen die anders is er niet bij hoort. Maar ook de liberaal-inclusieve flank ontkomt niet aan uitsluiting. Al hoort in theorie iedereen erbij, toch niet de fundamentalisten. In die hoek is het moeilijk te accepteren dat sommige mensen ergens moeite mee hebben. Onze religie die ons stimuleert een gemeenschap te bouwen, heeft ook elementen van uitsluiting. Dat is niet zo gek. Het duurde ook even voor Jezus doorhad dat niet-joden erbij mochten horen. Dat gebeurde pas toen de Kanäanitsche vrouw hem daarmee confronteerde (Mattheus 15 vers 21 en verder, redactie) . Je ziet Jezus als het ware denken: “Ze heeft gelijk, het is niet alleen voor ons joden.” Een boodschap van radicale genade die iedereen insluit, schuurt dus toch. Want zodra je dat gaat organiseren, sluit je mensen uit. Inclusiviteit is dan ook geen oplossing maar een dilemma, Je moet het gewoon proberen en kijken hoe ver je komt. Maar het lukt nooit helemaal. “
Inzicht 6: Het Christendom is ontstaan vanuit inclusiviteit.
“We weten niet precies waarom het christendom zo wereldwijd gegroeid is. Er was geen dominantiestrategie van landen veroveren, dat kwam later pas. Er zijn aanwijzingen dat het juist kwam doordat christenen in de eerste eeuwen het groepsdenken doorbraken. Ze sloten ook anderen in, slaven mochten erbij horen, vrouwen mochten meedoen. Juist die inclusieve stijl was opvallend. Een geschiedschrijver uit die tijd schreef ‘dat christenen een rare groep mensen zijn, omdat ze niet alleen hun soortgenoten maar ook anderen liefhebben.’ In het Pinksterverhaal hoor je dat alle mensen hetzelfde verhaal horen, in hun eigen taal. Niet allemaal in dezelfde taal, trouwens, dat is opvallend. De boodschap is hetzelfde, maar ze horen die in hun eigen taal. Het Pinksterverhaal omarmt diversiteit.“
Inzicht 7: Ook tolerantie kan rigide zijn
“Er is de afgelopen dertig jaar veel gebeurt als het gaat om de acceptatie van homo’s en de verhouding man-vrouw. Ik denk dat we het hier heel goed doen, zeker in vergelijking met veel andere landen. Er zijn geen elektroshocktherapieën meer voor homo’s, het gaat de goede kant op. Maar ook hier zijn subculturen waar alleen een vernisje van acceptatie is, denk aan bepaalde politieke partijen of aan voetbal. En transgenders hebben het nog steeds moeilijk. Aan de andere kant weet ik dat ik in veel landen geen baan zou krijgen vanwege mijn geaardheid. We leven in een tolerante samenleving. Dat heeft wel als risico dat mensen die wél moeite hebben met homo’s, niet meer serieus genomen worden. Dan krijg je een soort omgekeerde uitsluiting, een schijnbare tolerantie. We accepteren iedereen, maar je moet wel hetzelfde denken als wij allemaal. “
Inzicht 8: Wees principieel als het systemen betreft
“Ik ben volgens mijn kinderen van middelbare leeftijd. Met de leeftijd krijg je door levenservaring meer nuances en mildheid. De wildheid van vroeger gaat er een beetje vanaf. Maar mildheid moet geen gezapigheid worden. Ik wil streven naar een radicale zachtmoedigheid. Dat je zoekt naar de mildheid, maar dat dit niet betekent dat je je niet meer druk maakt om dingen. Juist omgekeerd, dat de zachtmoedigheid zo radicaal wordt, dat je daaróm druk maakt.. Niet door boos te worden op je medemens, maar dat je omwille van die ander boos bent op een systeem dat er voor zorgt dat er verkeerde dingen gebeuren. Ik kan nog steeds principieel zijn. Bijvoorbeeld toen Willem Alexander koning werd. Ik heb geen trouw aan hem gezworen. Ik had al trouw beloofd aan de monarchie toen ik lid werd van de Kamer. Als er een nieuwe koning komt, blijft mijn belofte hetzelfde, want ik beloofde trouw aan de grondwet, niet aan een mens. Met deze belofte zou ik eigenlijk mijn eerste belofte ondergraven. Dat vond ik onzin, dus dat heb ik niet gedaan. Als ik eenmaal een principiële gedachtengang heb, blijf ik daarbij. Bij persoonlijke verbindingen wil ik allerlei principes inslikken en water bij de wijn doen voor de lieve vrede, maar met dit soort kwesties blijf ik een gereformeerde jongen.”
Inzicht 9: Kerken moeten leren zich dienstbaar op te stellen
“De kerk moet zichzelf zo langzamerhand gaan ontledigen. Het gaat namelijk helemaal niet om de kerk, het gaat om de samenleving. Het gaat God om de wereld en de mens. De kerk kan daar een instrument in zijn, maar het kan God ook in de weg staan. Ik denk dat er veel ten goede is gekeerd door de secularisatie. De kerk beseft dat ze geen machtspositie meer heeft. In discussies over corona zie ik nog wel iets van dat oude machtsgevoel, als ik kerken hoor zeggen dat op basis van de grondrechten wel of niet open mogen. Maar het gaat niet om de kerken, het gaat om iedereen, we zijn allemaal gelijk. Als kerk sta je ten dienste van de wereld. Kerken moeten leren zich dienstbaar op te stellen. “
__ATA.cmd.push(function() { __ATA.initDynamicSlot({ id: 'atatags-26942-603c3a0ce5ffe', location: 120, formFactor: '001', label: { text: 'Advertenties', }, creative: { reportAd: { text: 'Deze advertentie rapporteren', }, privacySettings: { text: 'Privacy', } } }); });