De moord op Samuel Paty is vreselijk, maar ... Dat ‘maar’ is nu immoreel - Hoofdinhoud
Een jonge moslim heeft op een gruwelijke manier Samuel Paty vermoord omdat die zijn leerlingen de werking van de vrijheid van meningsuiting onderwees en daarbij spotprenten van Mohammed liet zien. Vanuit de islamitische wereld kwamen woedende reacties en niet vanwege de onthoofding van Paty. Op de golven van woede was er daarna een jonge moslim bereid mensen te vermoorden in een kerk in Nice. De laatste woorden van een van hen, de jonge moeder Simone Barretto Silva, waren: ‘Zeg mijn kinderen dat ik van ze houd.’ Hartverscheurend.
En natuurlijk waren ze er weer. De onvermijdelijke maar-zeggers. Die moorden zijn vreselijk, 𝘮𝘢𝘢𝘳 vrijheid is ook niet bedoeld om miljoenen moslims te beledigen. 'Je suis professeur', 𝘮𝘢𝘢𝘳 Macron en andere politici moeten nu niet verder polariseren. Deze maar-zeggers spelen met vuur. Iedereen die via het woordje ‘maar’ een link legt tussen een cartoon en het vermoorden van een jonge moeder in een kerk in Nice betreedt een levensgevaarlijk pad.
Elke ‘maar’ achter de veroordeling van moorden van vandaag is namelijk een bouwsteen voor de apologetiek van de moordenaars van morgen. We hebben op dit moment in onze geschiedenis achter een hartgrondige veroordeling van een moord een punt nodig. Of een uitroepteken. Geen komma.
Anders dan de meeste van onze seculiere landgenoten weet ik hoeveel pijn het doet als dat wat je het meest heilig is belachelijk wordt gemaakt. Wordt besmeurd. Ik ken de diepe bevreemding die je voelt als je de meute ziet schaterlachen om dat wat je diepste geloof is, je laatste hoop en je grootste liefde. Ik ken het. Het doet soms echt pijn.
En toch kan die pijn niet de maat der dingen zijn. Het streven om elk gevoel van gekrenktheid te voorkomen is de opmaat naar de jacht op afvalligen en op iedereen die ooit iemand anders beledigd heeft. Want een beetje salafist wordt niet alleen gekrenkt door de aanblik van een cartoon van Mohammed, maar ook door ongesluierde vrouwen, door twee homo’s die hand in hand lopen, door een moslim die christen wordt en door de aanblik van een kruis.
Er is in ons land alle vrijheid om moslim te zijn en te worden. Je hebt hier alle vrijheid om een moskee te bouwen, een islamitische school te stichten, een door de islam geïnspireerde partij op te richten. Als die vrijheid je dierbaar is, dan moet je erkennen dat die vrijheid ondeelbaar en wederkerig is. De vrijheid van een moslim is spiegelbeeldig dezelfde vrijheid als van degenen die de islam belachelijk maken of bestrijden.
De vrijheid die ik heb om al mijn hoop op Jezus Christus te vestigen, zijn genade te aanvaarden en Hem na te volgen, is dezelfde vrijheid als van Theo Maassen om - hoe pijnlijk dat ook voor me is - Christus te beledigen. Of van Arjen Lubach om te verkondigen dat mijn geloof een dom sprookje is. Dat is het verbond dat we hier in de Lage Landen hebben gesloten met elkaar.
Ooit bestreden protestanten en katholieken elkaar op leven en dood. Zoals bijvoorbeeld sjiieten en soennieten elkaar nu in delen van het Midden-Oosten te lijf gaan en zoals seculier-communistische regimes als China en Noord-Korea alle religieuze minderheden hardhandig onderdrukken. De strijd om vrijheid kostte ons ooit veel doden en tachtig jaar van onze geschiedenis. Daarna kozen we voor vrijheid en steeds vaker voor steeds meer vrijheid.
Joden hier kregen hier als eerste religieuze en culturele minderheid rechten en vrijheden, zoals recent moslims die ook kregen. Dat maakt Nederland tot zo’n mooi en prachtig land. Maar de vrede en vrijheid van ons land staan of vallen met het verbond dat we sloten. En dat staat of valt met een ferm commitment van iedereen en elke minderheid aan dat verbond van vrijheid.
Prima om over een tijdje te gaan praten over hoe we elkaar politiek en religieus kunnen bestrijden zonder dat we elkaar nodeloos te beledigen. Daar praat ik graag over mee. Maar niet nu. Nu staan de vrede van Europa en het verbond van de Lage Landen op het spel. Nu is het moment om te zwijgen over je gekwetstheid en te spreken over het grote goed van vrijheid. Het is de vrijheid die God ons zelf geeft.
(Deze column verschijnt morgen ook in het Nederlands Dagblad)