Wie verantwoordelijk wil zijn, moet keuzes maken - Hoofdinhoud
Het is verkiezingstijd. En dus is de tijd rijp om oude wensen opnieuw onder de aandacht te brengen. Zo ook binnen het onderwijs. Vakbonden pleiten voor fors kleinere klassen. Want hoe minder leerlingen, hoe minder werkdruk. En hoe meer aandacht voor de individuele leerling. Wie kan daar nu tegen zijn?
Toch zijn er wat mij betreft wel een paar kanttekeningen te plaatsen bij een wettelijk maximum aantal leerlingen per klas. En waarom kijken vakbonden naar Den Haag om dit wettelijk te regelen? Schoolbesturen zelf gaan over de grootte van klassen. En aan het geld kan het niet liggen. Het algemene beeld is anders. Maar van bezuinigingen binnen het onderwijs is absoluut geen sprake. Sterker nog, er is de afgelopen decennia, ook toen op andere sectoren wel fors werd bezuinigd, jaar in jaar uit enorm veel meer geld naar het onderwijs gegaan.
Schoolbesturen bepalen in principe hoe dat geld wordt besteed. Daar heeft de overheid, laat staan de Tweede Kamer, weinig tot geen invloed op. En zo willen scholen het ook. Want wie heeft het meeste verstand van onderwijs? De scholen zelf natuurlijk. En daarom roept men terecht al jaren: “Zij gaan overhet wat, wij gaan over het hoe.” Dat vakbonden nu pleiten voor een vastgestelde maximale klassengrootte is dus best opmerkelijk.
Een school krijgt een bepaalde hoeveelheid geld per kind. En kan dus uitrekenen hoeveel leerlingen er gemiddeld in een klas moeten zitten om een docent te kunnen betalen. Als scholen er zelf voor kiezen om allerlei kleine keuzevakken als Chinees, Wiskunde D, Spaans, filosofie of leuke masterclasses aan te bieden, zullen andere klassen gemiddeld voller zitten. Die keuze mogen scholen maken. Maar het is heel eenvoudig. Wie er voor kiest Spaans te geven aan tien kinderen, kiest er zelf voor om de klassen bij Engels en Nederlands groot te maken.
Aan de andere kant, als de wetgever zou bepalen dat een klas maximaal 21 leerlingen groot mag zijn, sluiten per direct alle gymnasia hun deuren. En worden alle keuzevakken afgeschaft, verdwijnen praktische afdelingen op VMBO’s en worden kleine dorpsscholen gesloten. Dat is geen hogere wiskunde. Dat is een simpele rekensom. Maar is dat echt wat we willen? Is daar echt op deze manier over nagedacht?
Voor mij is het eenvoudig. Den Haag gaat over het wat. En scholen willen gaan over het hoe. En bij dat hoe, hoort het dragen van verantwoordelijkheid en het maken van keuzes. Begin daar eens mee zouden ik zeggen. En ga in gesprek over het nut en de noodzaak van allerlei onderwijskundige keuzes die goed kunnen zijn, maar die ook gevolgen hebben. Voor de klassengrootte bijvoorbeeld. Wie verantwoordelijk wil zijn moet keuzes durven maken.