Koninklijke boodschap - Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele wijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae en kruisbenoemingen)

Deze koninklijke boodschap1 is onder nr. 1 toegevoegd aan wetsvoorstel 35550 - Wetswijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae, kruisbenoemingen)2.

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele wijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae en kruisbenoemingen); Koninklijke boodschap; Koninklijke boodschap
Document­datum 01-09-2020
Publicatie­datum 01-09-2020
Nummer KST355501
Kenmerk 35550, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2019-

2020

35 550

Nr. 1

Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele wijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae en kruisbenoemingen)

KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele wijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae en kruisbenoemingen).

De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. 's-Gravenhage, 31 augustus 2020    Willem-Alexander

kst-35550-1 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020

Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 550, nr. 1


  • origineel bericht: 'Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, de Al...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 35550 - Wetswijzigingen in het belang van de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling bij de hoogste rechtscolleges (amicus curiae, kruisbenoemingen)
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De koninklijke boodschap is een vaste, formele tekst waarmee de Koning namens de regering een wetsvoorstel aanbiedt aan de Tweede Kamer. De koninklijke boodschap zegt niets over de inhoud van een wetsvoorstel.
     
  • 2. 
    Dit wetsvoorstel bevat twee elementen, die beide ten doel hebben de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling te bevorderen. Dit wetsvoorstel ondersteunt dan ook het streven van het kabinet naar maatschappelijk effectieve rechtspraak. In de eerste plaats wordt voorgesteld om de figuur van de “amicus curiae” in procedures bij de hoogste bestuursrechters wettelijk te verankeren. Deze figuur houdt kort gezegd in dat ook anderen dan de bij een rechtszaak betrokken partijen de gelegenheid kunnen krijgen om in die zaak een inbreng te leveren (mee te denken). “Meedenkers” kunnen door hun inbreng in een procedure voor de rechter een bijdrage leveren aan de rechtsontwikkeling. Door de inbreng van anderen dan partijen kan de rechter een beter, breder zicht krijgen op de mogelijke maatschappelijke gevolgen van een te nemen beslissing. In de tweede plaats wordt voorgesteld om de mogelijkheid van zogeheten kruisbenoemingen tussen de hoogste rechtscolleges te voltooien. Het gaat hier met name om het opheffen van de wettelijke belemmering dat alleen personen die zelf al lid zijn van de Hoge Raad, kunnen worden benoemd tot raadsheer in buitengewone dienst in dat college.