Hofvijver augustus 2020: ‘Tegen de verrommeling’. Special over ministeriële verantwoordelijkheid

DEN HAAG (PDC) - ‘Alleen al de coronacrisis heeft laten zien dat het misschien wel belangrijker dan ooit is die spelregels van de parlementaire democratie goed toe te passen.’ Dat stelt Luc Verhey, staatsraad bij de Raad van State en fellow van het Montesquieu Instituut, in het augustusnummer van de Hofvijver. Dit nummer is een special die in het teken staat van de ministeriële verantwoordelijkheid¹, nadat de Raad van State daar in juni een zogenoemde voorlichting over publiceerde.

De Hofvijver gaat in tien ongevraagde reacties, vanuit tien verschillende perspectieven, in op deze voorlichting van de Raad van State. Zo kijkt prof. Bert van den Braak naar de aandacht in de voorlichting voor de Eerste Kamer en levert prof. Kutsal Yesilkagit kritiek op de aandacht in de voorlichting voor ZBO's. Ook bevat de Hofvijver een artikel van dr. Anne Bos, over de weerstand van politici bij het uitwerken van de regels over de ministeriële verantwoordelijkheid vanuit historisch perspectief.

Kortom: tien ongevraagde reacties, waarmee het Montesquieu Instituut de ministeriële verantwoordelijkheid poogt uit te lichten, en de voorlichting van de Raad van State probeert aan te scherpen.

• 1. 

  De ministeriële verantwoordelijkheid houdt in dat ministers, gezamenlijk en afzonderlijk, verantwoording aan het parlement afleggen voor hun beleidsdaden. Zij alleen zijn (politiek) verantwoordelijk voor wetgeving en beleid. De Koning, die tevens deel uitmaakt van de regering, is dat niet. De staatssecretarissen zijn eveneens politiek aansprakelijk.