35517 - Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Dit wetsvoorstel werd op 8 juli 2020 ingediend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ollongren1.
Het wetsvoorstel strekt tot wijziging van de Woningwet ter verbetering van de werking, uitvoerbaarheid en toekomstbestendigheid van de Woningwet door meer mogelijkheden te geven voor lokaal maatwerk, ruimte te geven voor meer risicogericht toezicht en de administratieve lasten te beperken. Om dit te bereiken worden onnodige detailregels geschrapt, wordt de stapeling van waarborgen weggenomen, en worden regels vereenvoudigd en verduidelijkt. De voorgestelde wijzigingen komen voort uit de evaluatie van de in 2015 herziene Woningwet, het rapport van de commissie Van Bochove in opdracht van Aedes en de aanbevelingen van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). Het wetsvoorstel draagt bij aan de doelstellingen die de regering heeft voor de woningmarkt. Daarbij wordt ingezet op zowel het aanbod van voldoende woningen als op de betaalbaarheid van woningen. Het gaat om prettig wonen in elke levensfase in een woning die qua grootte, prijs, locatie en omgeving aansluit op de woonwensen. Het gaat erom dat iedereen in Nederland moet kunnen wonen voor een eerlijke prijs, in een fijne, veilige en leefbare omgeving met de benodigde voorzieningen.
Inhoudsopgave
Wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen
Bij dit wetsvoorstel werden drie nota's van wijziging en 30 amendementen ingediend. Bij dit dossier werden in de Tweede Kamer 14 moties ingediend. (106 stuks)2 |
6 juli 2020, koninklijke boodschap, nr. 1
KST355171 Koninklijke boodschap - Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet |
2 |
6 juli 2020, voorstel van wet, nr. 2
KST355172 Voorstel van wet - Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet |
2 |
6 juli 2020, memorie van toelichting, nr. 3
KST355173 Memorie van toelichting - Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet |
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met het inleidende gedeelte van de memorie van toelichting, alle documenten in dit dossier, een overzicht van Internetconsultatiedocumenten en reacties, een overzicht van door dit wetsvoorstel gewijzigde wetten, een overzicht van Kamerleden en bewindslieden die bij de behandeling van dit dossier het woord hebben gevoerd en een overzicht van verwante dossiers.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de Parlementaire Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
- 1.Kajsa Ollongren (1967) was van 10 januari 2022 tot 2 juli 2024 minister van Defensie in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was zij minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte III. In dat kabinet was zij namens D66 tevens viceminister-president. Mevrouw Ollongren was van 18 juni 2014 tot 26 oktober 2017 wethouder van Amsterdam en in september 2017 werd zij daar waarnemend burgemeester. In 2011-2014 was zij secretaris-generaal van het ministerie van Algemene Zaken. Eerder was zij plaatsvervangend secretaris-generaal op dat ministerie en daarvoor onder meer plaatsvervangend directeur-generaal economische politiek en directeur integratie en strategie op het ministerie van Economische Zaken.
- 2.Margreet de Boer (1964) was van 11 juni 2019 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor GroenLinks. Eerder was zij dat in 2011-2015. Zij is advocaat bij een Amsterdams advocatenkantoor en eigenaar van een adviesbureau op het gebied van emancipatie en recht. Daarvoor was zij onder meer directeur van het Clara Wichmann Instituut, expertisecentrum voor vrouw en recht, voorzitter van het Feministisch Netwerk in GroenLinks en lid van de raad van deelgemeente Amsterdam-West. Van geboorte Friezin en dochter van GroenLinks-senator Wim de Boer. Mevrouw De Boer was voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en hield zich verder onder meer met het woonbeleid bezig.
- 3.Ferd Crone (1954) is sinds 13 juni 2023 lid van de gezamenlijke PvdA/GroenLinks-fractie in de Eerste Kamer. Hij was sinds 11 juni 2019 lid van de PvdA-Eerste Kamerfractie. Hij was eerder in de periode 1994-2007 Tweede Kamerlid en van november 2007 tot juli 2019 burgemeester van Leeuwarden. De heer Crone was onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam, bestuurder van de Vervoersbond FNV en beleidsmedewerker milieubeleid bij die vakbond. Als Tweede Kamerlid hield de heer Crone zich bezig met financiƫn en energievraagstukken. In de Eerste Kamer houdt hij zich bezig met economische zaken en klimaat.
- 4.Henk Pijlman (1955) was van 9 juni 2015 tot 13 juni 2023 Eerste Kamerlid voor D66. Hij was tien jaar wethouder van onder meer onderwijs en sport in Groningen en was tussen 2000 en 2020 bestuurder van de Hanzehogeschool in die stad. Hij vervult verder functies op cultuur en onderwijskundig gebied. De heer Pijlman hield zich in de Eerste Kamer onder meer bezig met onderwijs, cultuur, woningmarkt, energie en landbouw en natuur.
- 5.Alexander van Hattem (1983) is sinds 9 juni 2015 Eerste Kamerlid voor de PVV en sinds 16 januari 2024 tevens fractievoorzitter. Hij is verder fractievoorzitter van de PVV in Provinciale Staten van Noord-Brabant. Eerder was hij projectmedewerker bij gemeenten en liep hij stage bij de PVV-Tweede Kamerfractie. In maart 2018 werd hij tot gemeenteraadslid in Den Bosch gekozen. Als Kamerlid houdt hij zich bezig met binnenlandse zaken, koninkrijksrelaties en europese zaken. Hij is voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-raad.
- 6.Hendrik-Jan Talsma (1978) is sinds 6 april 2021 lid van de Eerste Kamerfractie van de ChristenUnie. Hij was officier van justitie bij het landelijk parket van het Openbaar Ministerie en is nu ombudsfunctionaris bij de politie. Eerder was hij beroepsmilitair. De heer Talsma is fractiesecretaris. Zijn portefeuilles als Kamerlid omvat binnenlandse zaken, justitie en veiligheid, onderwijs, cultuur en wetenschap, en volksgezondheid, welzijn en sport.
- 7.Tiny Kox (1953) was van 10 juni 2003 tot 13 februari 2024 Eerste Kamerlid voor de SP. Hij was tot 25 januari 2022 fractievoorzitter. De heer Kox was redacteur van partijblad De Tribune en van 1994 tot mei 2003 partijsecretaris. Hij maakte deel uit van de delegatie naar de parlementaire assemblee van de Raad van Europa in de groepering Verenigd Europees Links. Van januari 2022 tot januari 2024 was hij voorzitter van dat parlement. Behalve met algemeen beleid hield de heer Kox zich als Eerste Kamerlid bezig met sociale zaken, binnenlandse zaken en immigratie en asiel.
- 8.Theo Rietkerk (1962) is sinds 11 juni 2019 lid van de CDA-Eerste Kamerfractie. In de periode 1998-2003 was hij Tweede Kamerlid en toen woordvoerder politie, criminaliteitsbestrijding en veiligheid. Hij was tevens fractiesecretaris. Voor hij Kamerlid werd, was de heer Rietkerk algemeen juridisch medewerker landelijk gebied van de provincie Overijssel en projectleider plattelandsvernieuwing. In 2003-2014 was hij lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel belast met onder andere de thema's ruimte, economie, energie, wonen en milieu. Sinds 1 november 2014 is hij bestuursvoorzitter van een onderwijsorganisatie. Als Kamerlid houdt hij zich onder meer bezig met infrastructuur en waterstaat en is hij voorzitter van de vaste commissie voor OCW.