Vragen over de Kleine ondernemersregeling, de KOR - Hoofdinhoud

Voor kleine ondernemers en ondernemers die een bedrijfje runnen naast ander werk kennen we de Kleine ondernemersregeling, de KOR. De KOR beperkt de administratieve lasten en kan ook voor financiële voordelen zorgen. Met ingang van 1 januari 2020 verandert de regeling. Vorig jaar, bij de behandeling van het Belastingplan 2019, heeft de Kamer ingestemd met de wijzigingen.

Recent heeft het Europees Hof van Justitie een uitspraak gedaan die gevolgen heeft voor de nieuwe regeling. Een ondernemer mag zijn omzet volgens het Hof niet meer berekenen aan de hand van winstmarges, maar moet dat doen op basis van alle gedane en ontvangen betalingen. Samen met collega Thierry Aartsen wil ik van de staatssecretarissen van Financiën en Economische Zaken weten welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de nieuwe KOR. De uitspraak mag er wat ons betreft niet toe leiden dat er minder ondernemers gebruik kunnen maken van deze regeling.

Tegelijkertijd hebben we nog een aantal andere vragen. We merken dat ondernemers worstelen met de vraag wel of geen btw nummer en de gevolgen omdat een factuur mogelijk niet aan de factuurvereisten voldoet. Ook willen wij weten of de deadline van 1 januari 2020 gehaald gaat worden, ondernemers moeten zich kunnen voorbereiden op de veranderde wetgeving.

Schriftelijke vragen van de leden Lodders en Aartsen (beide VVD) aan de staatssecretarissen van Financiën en Economische Zaken over de Wet Modernisering Kleineondernemersregeling (KOR).

• 1. 

  Kunt u een update geven van de implementatie van de Wet Modernisering Kleineondernemersregeling (KOR)? Klopt het dat de implementatie per 1 januari 2020 van kracht zal worden? Zo nee, waarom niet?

• 2. 

  Op welke manier brengt u de omschakeling van de oude naar de nieuwe KOR onder de aandacht van de kleine ondernemer? Hoe waarborgt u dat voor alle kleine ondernemers duidelijk is wat er zal veranderen op 1 januari 2020? Welke stappen zijn hiertoe gezet?

• 3. 

  In Kamerstuk 35033-3 (pagina 13) schrijft u dat u verwacht dat 68.000 ondernemers die geen gebruik kunnen maken van de huidige KOR, wel gebruik zullen en kunnen maken van de nieuwe KOR, is deze verwachting nog accuraat en waarop is dit aantal gebaseerd? Klopt het dat dit aantal bovenop de 230.000 kleine ondernemers komt die per eind 2017 onder de KOR vielen?

• 4. 

  Klopt het dat alle ondernemers die aan de criteria van de ‘oude KOR’ voldoen ook per direct aan de criteria van de ‘nieuwe KOR’ voldoen? Kunnen er gevallen zijn waarbij een ondernemer die onder de ‘oude KOR’ valt niet voldoet aan de criteria van de ‘nieuwe KOR’? Om welk soort ondernemers gaat dit en in welke branches zijn zij actief? Kunt u toelichten waardoor niet alle kleine ondernemers onder de nieuwe KOR vallen? Op welke manier worden ondernemers hierover geïnformeerd?

• 5. 

  Bent u bekend met de uitspraak van het Hof van Justitie (HvJ 29 juli 2019, C-388/18, de zaak “B (Chiffre d’affaires du revendeur de véhicules d’occasion)”[1]?

• 6. 

  Wat vindt u van de uitspraak van het Hof van Justitie waarin een ondernemer zijn omzet moet berekenen op basis van alle gedane betalingen/transacties en niet op basis van winstmarges?

• 7. 

  Welke gevolgen heeft de uitspraak van het Europese Hof van Justitie voor de Nederlandse invulling van de KOR en welke gevolgen heeft dat voor het aantal kleine ondernemers die hierdoor geen gebruik kunnen maken van de KOR?

• 8. 

  Op basis van welk scenario in relatie tot de genoemde uitspraak is de €20.000 tot stand gekomen, winstmarge of ontvangen betalingen als jaaromzet? Indien winstmarge, welke implicaties heeft de uitkomst van dit arrest voor de nieuwe kleineondernemersregeling?

• 9. 

  Kunt u een overzicht geven van de gehanteerde drempels (in de KOR-regeling) in andere Europese landen? Klopt het dat de drempel in Nederland in vergelijking met andere Europese landen lager ligt? Zo ja, waarom heeft u gekozen voor de drempel van 20.000 euro en niet voor een hogere drempel die meer in overeenstemming is met andere EU-lidstaten?

• 10. 

  Deelt u de mening dat de uitspraak van het Hof van Justitie maakt dat er minder ondernemers zijn die gebruik kunnen maken van de KOR na implementatie van de Wet Modernisering Kleineondernemersregeling en de uitspraak van het Hof van Justitie? Zo ja, wat gaat u eraan doen om te zorgen dat een grotere groep ondernemers onder de nieuwe KOR valt? Zo nee, waarom niet?

• 11. 

  Deelt u de mening dat de Kleine Ondernemersregeling een belangrijke meerwaarde is voor kleine ondernemers om op die manier de administratieve lasten voor deze ondernemers te beperken?

• 12. 

  Bent u bereid om de voorgestelde drempel in relatie tot de uitspraak van het Hof van Justitie te verhogen? Zo nee, waarom niet?

• 13. 

  Klopt het dat de nieuwe regeling consequenties heeft voor de facturen naar klanten, bijvoorbeeld in geval van lopende contracten of bij vervallen van de KOR als een ondernemer rond de 20.000 euro drempel zit of bij het leveren van vrijgestelde diensten? Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het argument dat de nieuwe regeling tot minder administratieve verplichtingen zal leiden.

• 14. 

  In de nieuwe regeling is een kleine ondernemer vrijgesteld van BTW, kunt u toelichten of het BTW nummer op de factuur vervalt en wat zijn de gevolgen in de praktijk omdat in deze situatie de rekening niet voldoet aan de factuurvereisten (en daarmee verwarring en twijfel over ondernemerschap)? In hoeverre heeft dit consequenties of leidt dit tot verwarring over de VAR?

• 15. 

  Kunt u de vragen één voor één en vóór Prinsjesdag beantwoorden?

[1] https://btwjurisprudentie.nl/hvj-29-07-2019-b-chiffre-daffaires-du-revendeur-de-vehicules-doccasion-c-388-18/