Brief aan mijn zoon - Hoofdinhoud
Aan mijn zoon,
Als Europa al in één beeld te vatten is, dan is het voor mij in deze foto: het strand van Arromanches-les-Bains in Normandië. Alleen de caissons in de verte herinneren eraan dat dit een van de D-Day stranden is: Gold Beach, waar op 6 juni 1944 Britse militairen aan land gingen en de bevrijding van ons continent na weer een verwoestende oorlog begon. Maar daar ben jij niet mee bezig. Je bent vier en op vakantie, speelt in de golven en groeit dankzij de zeelucht en de Franse keuken elke dag weer een stukje groter.
Zie daar de essentie van de Europese Unie: lessen trekken uit het verleden en tegelijk ook een antwoord bieden op de uitdagingen voor de toekomst.
Europa is het werk van generaties. Elk met eigen zorgen en dromen, maar steeds vanuit de overtuiging dat we samen sterker zijn dan alleen. Voor de generatie van jouw overgrootouders in Limburg was samenwerken in de Europese Gemeenschappen vooral een kwestie van vrede en nooit meer oorlog. En waar beter te beginnen dan met samenwerking op het gebied van staal en kolen? De kolen die jouw overgrootvader en zijn ‘koempels’ opdiepten uit de Staatsmijn Hendrik vormden samen met staal niet alleen de basis van de economie maar ook de belangrijkste grondstoffen van de oorlogsindustrie. Op dat terrein Europees samenwerken bracht rust en vrede dichterbij in een tijd dat men op ons continent elke generatie opnieuw naar de wapens greep.
Vrede blijft natuurlijk de grondgedachte van de Europese Unie, maar voor de generatie van mijn ouders, jouw opa en oma, kwam daar nog een voelbaar voordeel bij: toenemende welvaart. En voor mijn generatie was het hek helemaal van de dam. Na de val van de Berlijnse Muur brak een tijd van ongekende mogelijkheden aan: studeren waar je wil, wonen en werken in het buitenland. We dachten dat we op weg waren naar een vreedzaam einde van de geschiedenis.
En nu? Vrede en welvaart zijn, zeker voor jouw generatie, vanzelfsprekend geworden. Dat is fijn, want het maakt dat jij hopelijk een zorgeloze jeugd kent. Dat je, zoals op dat strand, lichtvoetig door de golven van het leven gaat. Maar het beangstigt me soms ook. Want helaas leidt vanzelfsprekendheid tot onverschilligheid. Als vrede en welvaart een gegeven zijn, als de herinnering aan het alternatief vervaagt, waarom zou je dan je nek nog uitsteken voor Europese samenwerking?
En dat terwijl de Europese Unie, juist nu, zo nodig is. Want op jouw generatie komen nogal wat uitdagingen af. Is Europa sterk genoeg wanneer we niet meer kunnen schuilen onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu? Weten we leugen van waarheid te onderscheiden in de stortvloed van nepnieuws die vanuit landen als Rusland over ons wordt uitgestort? Kunnen we de concurrentie met een steeds assertiever China aan en geven we onze kinderen daartoe de juiste vaardigheden mee? Laten we onze aarde in goede staat achter? Slagen we er bovendien in om onze grenzen te beschermen, maar echte vluchtelingen hier of elders op te vangen en te beschermen? Zodat een zomers strand voor kinderen niet ouder dan jij geen laatste rustplaats meer hoeft te zijn.
Alles wat echt van waarde is is weerloos en kwetsbaar. En dus moeten we het koesteren en beschermen. Onze Europese manier van leven, in vrede, vrijheid en welvaart is geen vaststaand gegeven. De Duitse Kanselier Angela Merkel zei daarover, tijdens een herdenking van degenen die opstonden tegen het nazisme: “Europa zal zich pas bewijzen als waardengemeenschap als ook de laatste van deze mensen, deze heldhaftige getuigen, zich niet meer zelf kunnen melden als ons geweten. Dan zullen de generaties van na hen echt hun verantwoordelijkheid voor ons gezamenlijk lot moeten nemen.”
Het komt er nu dus op aan. Het is in onze handen. Het is mede in mijn handen. En ik weiger tot de generatie te behoren die in Europa het licht uit doet. Die het enige instrument wegvaagt dat we hebben om te zorgen dat de vergadertafel en het compromis het blijven winnen van frontaal conflict. Dan ken je je moeder nog niet!
Natuurlijk, de EU is niet perfect en er is veel wat anders en beter moet. Maar het laatste wat ik jouw generatie toewens is een Europa waar landen elkaar weer naar het leven gaan staan, terwijl de grote bedreigingen en uitdagingen van buiten komen. Zij vragen om een Europa dat samen sterk staat. Om een Europa dat we door willen geven. Niet als doel op zich. Maar in het belang van iedereen in Nederland en op ons mooie continent. Dat we mogen blijven leren uit het verleden maar in vertrouwen blijven kijken naar de toekomst. Dat gun ik ons en dat gun ik jou.
Mama
Esther de Lange
CDA-delegatieleider Europees Parlement