Esther de Lange geeft Hannie van Leeuwen Lezing - Hoofdinhoud
Beste CDJA’ers,
Deze lezing houd ik voor jullie op een bijzonder moment, een historisch moment zelfs. Voor het eerst gedenken wij met dit evenement Hannie van Leeuwen nu zij niet meer onder ons is. Maar haar geest, haar stoerheid in tijden van onderdrukking en politieke strijd die vergeten wij nooit. Sterker nog, zij doen een appèl op de generaties die na haar komen. Deze lezing is dan ook een eerste stap naar een blijvende reflectie op haar leven, haar ideeën en haar identiteit als christendemocraat in hart en nieren - met, en dat zal jullie in mijn geval niet verbazen, af en toe een vertaalslag naar Europa en de EU.
Ik zeg af en toe omdat deze lezing niet over Europa gaat. Ik wil het, in de lijn van het Sociaal Congres en de bekende encycliek Rerum Novarum - de founding documents van de christelijk-sociale traditie - vooral hebben over onze maatschappij en de samenleving de we willen zijn. Hier en in Europa.
Hoezo linkse Hannie?
Maar eerst moet ik een paar misverstanden uit de weg ruimen. Allereerst over een term als ‘christelijk-sociaal’. Vraag je aan mensen wat dit betekent dan zal je vaak iets horen als “linkse christenen” of “gelovige socialisten”. En dat terwijl het in eerste instantie niet om religieuze maar om maatschappelijke en sociale vraagstukken gaat - problemen waar een antwoord op gevonden moest en moet worden. In ons geval uiteraard vanuit een aantal, door ons geloof geïnspireerde veronderstellingen over mens en maatschappij. Een ‘derde weg’ avant la lettre, tussen kapitalisme en socialisme, tussen links en rechts.
En dan een, hiermee samenhangend, misverstand over Hannie. Men zag haar als een sociaal bewogen vrouw - en dat was zij! - die daarom wel links moest zijn - maar dat was zij allerminst! Net zomin als dat zij voor allerlei sociale en maatschappelijke nieuwlichterij was. Hannie was christelijk-sociaal, hartstikke eigenwijs en júist daarom een echte conservatief. Pieter Gerrit Kroeger schreef het zo in zijn In Memoriam op de site van onze partij: “Het was Hannie tegen de Tijdgeest.”
Hannie trok haar conclusies en hield daaraan vast. De bezuinigingen op defensie in de vooroorlogse crisisjaren bijvoorbeeld, verkocht als ‘zuinig boekhouden’ en ‘goed voor onze neutraliteit’ - zulke politieke naïviteit mocht van Hannie nooit meer gebeuren. De neutralisten en pacifisten van na de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld vonden in ‘Straaljager Hannie’ dus een geharnaste tegenstander. Na de ochtend van 10 mei 1940 kon deze vrouw simpelweg nooit meer neutraal, soft of ban de bom zijn, ook niet toen de urgentie verdween en men dacht naar het vredige ‘einde van de geschiedenis’ onderweg te zijn.
Nog steeds actueel
Hannie heeft gelijk gekregen. De wereld om ons heen is onvoorspelbaar en verre van vreedzaam. En na jaren van bezuinigingen op defensie (ook door CDA’ers) zien we door brandhaarden aan onze grenzen en terroristische aanslagen in onze steden dat onze veiligheid allerminst een vanzelfsprekendheid is. Zie daar een eerste kernthema voor Europa in de komende jaren: de veiligheid van onze burgers. Ook Europa moet haar naïviteit laten varen. Amerika is geen automatische bondgenoot meer, China wordt steeds assertiever en Rusland grijpt elke gelegenheid aan om te verdelen en heersen. En ondertussen is de Europese defensie ondergefinancierd en versnipperd. Waar Amerika 30 wapensystemen heeft hebben wij er 178. Dat kan en moet slimmer.
Met neo-conservatieve ‘Putinversteher’ die de bezetting van de Krim, MH17 en een dictatuur allemaal erg begrijpelijk en simpel uit te leggen vinden, zou Hannie in elk geval geen geduld hebben. “Ik snap niet waarom er bij sommige Nederlanders zo weinig wantrouwen is richting Poetin, zijn verdeel-en-heers in Europa en het permanent pesten van bijvoorbeeld de Baltische Staten”, zei een Poolse collega tegen mij. En in hem hoorde ik Hannie.
Mensen als Hannie, christelijk-sociale conservatieven, zijn direct alert als dat soort verhalen en een hang naar sterke leiders modieus wordt, hip en cult. Van die Soros-verdachtmakingen die gewoon het oude antisemietenverhaal over de Rothschilds en nog meer enge joodse intellectuelen zijn, opgepoetst in een eigentijds jasje. Of Trump die migranten als dieren kon omschrijven zonder daar keihard op te worden aangesproken. De snit van dat colbertje is misschien wel modern, slim fit of zoiets. De stiksels die het bij elkaar houden zijn de bruine rijgdraad van voorheen. De ideeën dus waar Hannie en haar vrienden hun leven tegen waagden. Het was een tijdgeest die zij doorhadden en die zij verafschuwden.
Zie daar een tweede centrale thema in het Europese debat: onze waarden en normen. Kijken we weg als die geschonden worden of spreken we elkaar erop aan? En waarschuwen we en verzetten we ons als dat nodig is? Maken we van migratie een one-liner-debat om politiek gewin of werken we aan Europese oplossingen? Het feit dat Salvini (“ik wil dat andere landen mijn asielzoekers overnemen”) en Orban (“ik wil geen vluchteling zien”) elkaar opzoeken moet toch bellen doen rinkelen. Inhoudelijk zullen ze het niet eens worden. Dit gaat simpelweg om het kapot maken van de Europese samenwerking.
De vereerders van Poetin en van Trump bouwen niet. Zij willen ontmantelen, zij willen mensen, landen, geloven en allereerst ook óns tegen elkaar opzetten. Zij zijn van de polarisatie, van de tweedeling en de behoefte van de vernedering van de ander. Gelukkig stinken wij daar niet in. Wij zijn van Hannie. Een eigenwijze verdediger van wat waardevol was. Sociaal behoedzaam, prudent en beschermend. Geen nieuwlichter en al helemaal geen liefhebber van tirannen en hun modieuze fans en lavendelzakjes.
Natuurlijk, je moet soms hard kunnen zijn: het CDA in het Europees Parlement werkt aan betere bescherming van onze buitengrenzen en een sneller uitzettingsbeleid, ondanks verzet van linkse én liberale zijde. Maar in christelijk-sociale traditie doen we dat juist om zachte waarden te beschermen: het behoud van draagvlak voor de opvang van zij die vluchten voor oorlog en vervolging. Hannie tegen de Tijdgeest, het heeft niets verloren van zijn actualiteit.
Dát is christelijk-sociaal
Dát is namelijk christelijk-sociaal zijn. Dat je behoudt wat samenwerking en succes voor állen bevordert. Dat je beschermt wie niet meer mee kunnen, koestert wat klein is en kwetsbaar.
Daar ligt een derde grote taak voor Europa (voor de EU en voor onze landen): het werken aan welvaart en welzijn voor allen en niet alleen de lucky few. De Europese Unie is op het eerste zicht een economisch succesverhaal. Ondanks een zware economische crisis en zelfs na inflatiecorrectie werd de gemiddelde Europeaan na de val van de Berlijnse Muur bijna twee keer zo welvarend. Maar onder de oppervlakte sluimert een minder rooskleurig verhaal. De middenklasse, het cement van onze samenleving, heeft haar positie de afgelopen jaren, decennia zelfs, niet zien verbeteren. We zijn goed in het bakken van een steeds grotere cake, maar voor hele groepen valt de taartpunt steeds kleiner uit. Dat vraagt om een heel ander Europa dan het ongebreidelde vrije-markt-liberalisme van na de val van de Berlijnse Muur. Is de EU er alleen maar voor de grote transportonderneming met vestigingen op het hele continent of ook voor de familiebedrijven en de vrachtwagenchauffeurs? De Poolse chauffeur die voor een paar euro per uur weken van huis is én de Nederlandse die de moordende concurrentie niet aan kan. Is Europa er alleen voor de mondige wereldburgers met master degrees, ERASMUS-uitwisselingen en drietalige superkinderen? Voor dat wat David Goodhart de “anywheres” noemt: zij die altijd en overal hun draai wel vinden? Of werken we aan het behoud van het goede leven, van die “European Way of Life”, voor allen? Voor de jongere generatie is deze kwestie hoogst relevant. Een aantal jaar geleden beschreef McKinsey in het omineus getitelde rapport “Poorer than their Parents” de positie van de middenklasse en daarbinnen die van de jongere generatie. De teneur was duidelijk: dit is de eerste generatie die het waarschijnlijk niet beter krijgt dan haar ouders. Vinden we dat in onze vergrijzende samenleving normaal? En kiezen we vrolijk voor de afschaffing van studiefinanciering, minder onderwijs en innovatie en hogere rentes op je studieschuld of werken we samen aan oplossingen? Dat is Christelijk-sociaal zijn. Dat je breder kijkt dan je eigen groepje of belangen.
Christelijk-sociaal zijn is dus niet nét wat minder grof en polariserend zijn dan de partijen op de flanken, nét wat minder ieder-voor-zich dan Pechtold of nét wat minder rood dan Marijnissen. En in Europa betekent Christelijk-sociaal zijn dus niet dat je alleen maar nét wat minder xenofoob bent dan Salvini, nét wat minder haatdragend dan Le Pen of nét iets minder naakt dan Baudet.
Het is een fundamenteel andere manier van in het leven staan en een andere manier van politiek bedrijven. Christelijk-sociale mensen als Hannie van Leeuwen willen behouden wat Europa menswaardig heeft gemaakt na bloedige oorlogen. Zij willen bewaren wat de sociale samenhang en de welvaart voor die brede middenklasse van 500 miljoen ‘burgers van het goede leven’ garandeert. Ik ben niet iemand die zichzelf van nature graag als conservatief bestempelt. Daarvoor ben ik net iets teveel werkende vrouw, zeg maar. Maar als dit bewaren van het goede conservatisme is, dan draag ik die naam, in de traditie van Hannie van Leeuwen, met trots.
Wij zijn met meer
Wij willen Europa beter maken. Slimmer, sterker en slanker. Wij willen sterker maken wat werkt voor burgers, ruimte geven wat hen verrijken kan. Wij willen af van wat die ruimte inperkt en wat het talent en de veelkleurigheid van onze 27 naties afremt. Wij willen minder nationale arrogantie en meer Europese inspiratie. Minder De Winter, meer Hannie. Minder Wilders, Le Pen en Salvini, meer Hannie. Wij willen minder polarisatie en haat, meer nuchterheid en christelijk-sociale realiteitszin. Minder Brexit en meer samen succes afdwingen in de turbulente wereld van vandaag.
Met Hannie zijn wij hiermee de ware conservatieven. Zijn we argwanend naar wonderdokters, haatzaaiers en valse profeten. Bewaren we liever wat ons bindt en ons dierbaar is. En wij zijn de enigen niet. Ik zeg het bewust uitdagend. Wij zijn met meer.
De roeptoeters en Poetin’s trollen op het net doen wel alsof zij de voorhoede van de revolutie en de patriottische lente zijn, maar wij zijn met meer. Het overgrote deel van de burgers in Nederland en in heel Europa hecht zeer aan de vreedzame, open samenleving op ons continent. Hecht aan de euro, de interne markt en de bewegingsvrijheid voor burgers, bedrijven en studenten. Die willen zij als echte conservatieven graag behouden en verder uitdiepen. Sterker nog, het aandeel supporters daarvan stijgt in alle peilingen. Wij zijn met meer.
Onder de jongeren zijn de cijfers ronduit verpletterend. De Britse jeugd wil met 80% van Brexit af. De Poolse jongeren zijn meer dan 90% pro-Europees. Wij zijn met meer. Net als Hannie dat was in haar jeugd. In de tijd dat zij met groepjes verzetsstrijders haar leven waagde, geloofden deze jongeren ‘wij zijn met meer’. Hun harten wisten dat de Nazi’s, de SS’ers en Gestapo ten dode opgeschreven waren. Tirannen verliezen, mensen winnen. Zij waren met meer, God dank.
Doeners
Het is die overtuiging die ons christen-democraten de ware conservatieven maakt. Niet als mopperende oude mannetjes en zeurende nostalgie aanbidders. Maar als de fiere verdedigers van dat wonder van Europa in een turbulente wereld. Als de beschermers van de bereidheid samen te werken, te polderen en er samen toch altijd weer uit te komen.
Onze tegenstanders op de flanken links en rechts hebben hier geen enkel serieus, constructief verhaal tegenover staan. Zij komen steeds met hetzelfde. Verhalen over niet-bestaande, onzinnige regels, plannen of daden van de EU en met verdachtmakingen over zowel het werk van de Unie als de mensen die zich daarvoor inzetten. U weet wel, van die betogen dat Europa is opgezet om de planeconomie en oorlog te organiseren.
Hoort u verder van hen ooit een concreet plan om bijvoorbeeld de bankenunie te verstevigen en hervormen, zodat landen en banken hun verantwoordelijkheid nemen en uw spaargeld en de investeringen van onze bedrijven voor de lange termijn optimaal gegarandeerd zijn? Uiteraard niet. Het zijn onze mensen die dat werk doen, Katainen, Dombrovskis, Hoekstra, Altmaier.
Hoort u van hen ooit een concreet plan om onze gezamenlijke risico’s aan te pakken rond veiligheid, grensoverschrijdende criminaliteit en mensensmokkel? Uiteraard niet. Het zijn onze mensen in het Europees Parlement die dat werk doen.
Als christelijk-sociale beweging zijn wij graag nuchter en reëel. Ook ons Europees idealisme zal dat altijd blijven, erg op zijn ‘Hannies’ als het ware. Idealisme is namelijk mooi, maar zij wordt pas zuiver als zij tot iets tastbaars en positiefs leidt. Ons idealisme is meer doenerig dan dat van marcherende vlaggenzwaaiers en grote retoriek. Het is een idealisme van de daad, van wat Angela Merkel zo mooi noemt: ‘Schritt für Schritt’ dingen verbeteren voor de mensen.
De volgende generatie
“Europa is het werk van generaties”, sprak diezelfde Angela Merkel tijdens de rouwdienst voor Helmut Kohl in het Europees Parlement. “Elk met eigen uitdagingen en eigen antwoorden“ voegde zij daaraan toe. Nieuwe tijden vragen om een andere aanpak. Maar altijd vanuit vaste waarden. Wat dat betreft rust er een zware verantwoordelijkheid op de volgende generatie. Juist omdat zij (wij) niet meemaakten wat Hannie meemaakte. Omdat zij (wij) nooit hebben hoeven vechten voor onze vrijheid. Ofwel, in de woorden van Merkel uit het eerder genoemde In Memoriam: “Europa zal zich pas bewijzen als waardengemeenschap als ook de laatste van deze mensen, deze heldhaftige getuigen, zich niet zelf meer zal kunnen melden als ons geweten. Dan zullen de generaties van na hen echt hun verantwoordelijkheid voor ons gezamenlijk lot moeten nemen”. Dames en Heren hoort u het appèl dat Hannie van Leeuwen op ons doet. Het is nu aan ons. It’s up to you!