De Hineni-brigade (column ND) - Hoofdinhoud
Een tijdje geleden liet de KRO Kruispunt me kennismaken met een lied van Leonard Cohen dat ik nog niet kende. Op het moment dat ik de interviewer vertelde dat ik zo uitzag naar de stilte om daarna het klooster in Egmond binnen te lopen, liet de eindredacteur 'You Want It Darker' horen. Cohen nam ditnummer vlak voor zijn dood op en zong met zijn karakteristieke diepdonkere stem, ‘Hineni, hineni, I am ready, my Lord’.
Het is de echo van Jesaja 6 waarin God zich afvraagt wie Hij zal zenden en waarna de profeet zegt: ‘Hineni, hier ben ik’. Het is voor mij het refrein van deze campagne geweest.
Mijn voorganger Ron van der Spoel vertelde me niet lang geleden dat het altijd zijn hoop was geweest dat mensen vanuit de wereld naar de kerk zouden komen, maar dat het nu zijn wens is geworden dat de mensen van de kerk de wereld in zouden trekken. Ik heb de afgelopen weken gezien hoezeer zijn wens dagelijks op zoveel plekken in vervulling gaat.
Op het campagnepad, waarop ik deze weken met onze lokale kandidaten optrok, ontmoette ik een oudere man uit Wezep. Ik mocht hem een taart aanbieden waarmee m’n partijgenoten ter plaatse ‘dankjewel’ zeiden. In een buurt in Wezep hadden in korte tijd meerdere jongeren een einde aan hun leven gemaakt en de angst sloeg de buurt om het hart.
Deze oudere man trok zich het lot van jongeren aan, is activiteiten gaan organiseren en is letterlijk naast jongeren gaan zitten. Hij wilde zelf geen één-op-één-relatie leggen, maar sindsdien heeft er in die buurt geen jongere meer suïcide gepleegd.
Op Urk bezocht ik zaterdag Waypoint Urk van Tot Heil des Volks. Het is een kringloopwinkel waar mensen via de verslavingszorg of reclassering aan het werk kunnen en daarbij begeleid worden. Een jongere vrouw vertelde hoe ze hier weer heeft kunnen opkrabbelen uit een diep dal en er nog lang hoopt te kunnen blijven werken.
Een oudere weduwe vertelde dat ze hier al bijna 20 jaar vrijwilligerswerk doet en met een stel ruwe bonken vol tattoos een reis door Israël heeft gemaakt. Een jongen die haar aan het begin van de reis had vertelde dat hij niets met God had, wilde aan het einde ervan gedoopt worden. De weduwe straalde toen ze het vertelde.
Ik mocht de naam van een Zorgboerderij in Bodegraven onthullen, waar die avond een vrijwilliger een driegangenmenu voor de dementerende bewoners had bereid. In Scherpenzeel en Woudenberg mocht ik vrijwilligers bedanken, zoals die van de EHBO die er bij elke manifestatie bij zijn, de vrijwilligers van de Hervormde Kerk en de vrouw die vanuit Stichting Gave de opvang van asielzoekers had begeleid.
In Oldebroek ging ik langs een ondernemer die zo goed met de schepping en zijn mensen omgaat, dat ook hij een taart verdiende. In mijn eigen Amersfoort was ik in de Voedselbank die zoveel meer doet dan eten uitdelen aan de lange rij die daar stond te wachten. In Drachten stond onze campagnewinkel vol met waardevolle stichtingen die zich daar mochten presenteren, zoals Stichting Present en Colors, die kinderen wil helpen uit gezinnen waarin kanker voorkomt.
In onder andere Genemuiden, Urk, Utrecht ben ik bij ouderen langs geweest die deels zelf nog actief waren en liefdevol verzorgd werden door zorgzame medewerkers en mantelzorgers. En in Amsterdam ben ik opnieuw onder de indruk geraakt van het werk van de mensen van Scharlaken Koord en van Frits Rouvoet die geen enkele vrouw achter de ramen veroordelen, maar ze alleen maar een betere toekomst willen bieden.
Natuurlijk hoop ik dat we woensdag gezegend worden met gegroeide steun voor onze mensen in de gemeenteraden. Maar ik hoop vooral dat onze mannen en vrouwen advocaten zullen zijn van al die waardevolle vrijwilligers, ondernemers, mantelzorgers, hulpverleners, ouderen en jongeren.
Samen vormen we de Hineni-brigade van mensen die heel zachtjes ‘hier ben ik’ zeggen en op hun plek doen wat ze kunnen. Als leden van deze brigade zijn we geregeld in de kerk, af en toe in een klooster, maar bovenal geroepen om de wereld in te gaan. Op hoop van zegen.