Het nieuwe kader voor het versterken van de rechtsstaat

Met dank overgenomen van K.P. (Kati) Piri i, gepubliceerd op vrijdag 30 januari 2015, 3:50.

Parlementaire vragen

30 januari 2015

Vraag met verzoek om mondeling antwoord

aan de Commissie

Birgit Sippel, Tanja Fajon, Soraya Post, Sylvie Guillaume, Péter Niedermüller, Kati Piri, Juan Fernando López Aguilar, Sylvia-Yvonne Kaufmann, Damian Drăghici, Caterina Chinnici, Christine Revault D’Allonnes Bonnefoy, Hugues Bayet, Miltiadis Kyrkos, Daniele Viotti, Luigi Morgano, Emilian Pavel, namens de S&D-Fractie

Laura Ferrara, Ignazio Corrao

Betreft: Het nieuwe kader voor het versterken van de rechtsstaat

In artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) wordt de rechtsstaat aangemerkt als een van de waarden waarop de Unie berust, naast eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid en mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. De rechtsstaat wordt ook vermeld in de preambules bij respectievelijk het VEU en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Bovengenoemde waarden en beginselen worden niet doeltreffend gewaarborgd of op dezelfde manier beschermd in alle lidstaten.

De EU heeft een doeltreffend instrument nodig, als aanvulling op artikel 7 VEU, voor situaties waarin lidstaten geen bescherming bieden tegen discriminatie, marginalisering en vervolging. Er is vooral behoefte aan een toezichtsmechanisme op het vlak van discriminatie en rechten van minderheden. Het Parlement heeft bij diverse gelegenheden gepleit voor een dergelijk mechanisme, bijvoorbeeld in zijn resolutie van 27 februari 2014 over de situatie van de grondrechten in de Europese Unie(1) en in zijn resolutie van 12 maart 2014 over de evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht en de rechtsstaat(2).

Op 11 maart 2014 kwam de Commissie met een mededeling waarin een kader werd geschapen voor de bescherming van de rechtsstaat, en op 16 december 2014 besloot de Raad om een jaarlijkse dialoog in gang te zetten over de versterking van de rechtsstaat. Dit is weliswaar een stap in de goede richting, maar het is niet het doeltreffende mechanisme waarmee regelmatig beoordeeld kan worden of de lidstaten voldoen aan de fundamentele waarden van de EU waarvoor het Parlement heeft gepleit.

  • 1. 
    Hoe zal de Commissie verdere invulling geven aan het kader voor de aanpak van systematische bedreigingen van de rechtsstaat, dat zij op 11 maart 2014 had ingediend? Hoe wil de Commissie het Parlement regelmatig op de hoogte houden van de genomen maatregelen in het kader van dit mechanisme?
  • 2. 
    Welke verdere maatregelen zal de Commissie nemen om een doeltreffend mechanisme in het leven te roepen waarmee kan worden gegarandeerd dat de fundamentele waarden van de EU worden geëerbiedigd in de lidstaten?