Voorstel van wet - Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld - Hoofdinhoud
Dit voorstel van wet i is onder nr. 2 toegevoegd aan wetsvoorstel 34819 - Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld; Voorstel van wet; Voorstel van wet |
---|---|
Documentdatum | 03-11-2017 |
Publicatiedatum | 03-11-2017 |
Nummer | KST348192 |
Kenmerk | 34819, nr. 2 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
34 819 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld geleidelijk uit te faseren;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2019 in artikel 3.123a, tweede lid, «de voordelen uit eigen woning, bedoeld in artikel 3.112, verminderd met de op deze voordelen drukkende aftrekbare kosten» vervangen door: 96 2/3% van het verschil tussen de voordelen uit eigen woning, bedoeld in artikel 3.112, en de op deze voordelen drukkende aftrekbare kosten.
ARTIKEL II
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2020 na artikel 10.6, onder vernummering van artikel 10.6bis tot artikel 10.6ter, een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10.6bis
Bij het begin van het kalenderjaar wordt het in artikel 3.123a, tweede lid, vermelde percentage bij ministeriële regeling vervangen door een ander percentage. Dit percentage wordt berekend door het te vervangen percentage te verlagen met 3 1/3%-punt.
ARTIKEL III
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2048 als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3.1, tweede lid, vervalt onderdeel h onder verlettering van de onderdelen i en j tot onderdelen h en i.
B
Afdeling 3.6a vervalt.
C
Artikel 10.6bis vervalt.
ARTIKEL IV
Onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2018.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,