Schriftelijke vragen: Ratificatie van het Aanvullend Protocol bij het verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme - Hoofdinhoud
Vraag met verzoek om schriftelijk antwoord E-005195/2017
aan de Raad
Artikel 130 van het Reglement
Esther de Lange (PPE)
Betreft: Ratificatie van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme; strafbaarstelling reizen met terroristisch oogmerk
In de strijd tegen terrorisme is het van groot belang dat lidstaten één lijn trekken, bijvoorbeeld bij terugkerende “foreign fighters”, zoals de 271 meerderjarige en 54 minderjarige Franse jihadisten die volgens de Franse minister van Binnenlandse Zaken de afgelopen anderhalf jaar naar Frankrijk zijn teruggekeerd.
Richtlijn (EU) 2017/541 inzake terrorismebestrijding zet een belangrijke stap in de richting van een uniforme aanpak door de verplichte strafbaarstelling van deelname aan een terroristische groepering, maar ook van werving, training en reizen met een terroristisch oogmerk.
In overweging 5 verwijst deze richtlijn tevens naar het door de EU in 2015 ondertekende Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme. Behalve door de EU werd dit protocol ook door 24 lidstaten van de Unie ondertekend.
Nu ISIS instort is het van het grootste belang dat lidstaten het genoemde protocol en de richtlijn zo snel mogelijk implementeren. Met de open binnengrenzen is het een gevaar voor andere lidstaten als een lidstaat onvoldoende optreedt. Ook heeft de EU het protocol zelf nog niet geratificeerd.
-
1.Waarom heeft de EU het protocol nog niet geratificeerd en wanneer zal dat alsnog gebeuren? Indien de EU niet voornemens is het protocol te ratificeren, waarom niet?
-
2.Kan de Raad aangeven welke lidstaten het reizen met een terroristisch oogmerk nu al strafbaar gesteld hebben?
NL
E-005195/2017
Antwoord
(23.10.2017)
Het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme en de aanvullende protocollen daarbij zijn op 22 oktober 2015 namens de Unie onderkend. Om de toetredingsprocedure te voltooien, is het aan de Raad om overeenkomstig artikel 218, lid 6, VWEU, op voorstel van de Commissie en na goedkeuring van het Europees Parlement, besluiten vast te stellen tot sluiting van het Verdrag en de aanvullende protocollen daarbij. De Raad wacht op dit ogenblik op de respectieve Commissievoorstellen voor besluiten van de Raad.
De Raad wijst erop dat Richtlijn (EU) 2017/541 inzake terrorismebestrijding waarnaar het geachte Parlementslid verwijst, door de lidstaten uiterlijk op 8 september 2018 moet zijn omgezet. Het is de Commissie die, als hoedster van de verdragen, verantwoordelijk is voor het toezicht op de toepassing van het Unierecht door de lidstaten. De Raad beschikt derhalve niet over informatie met betrekking tot de vraag van het geachte Parlementslid welke lidstaten het reizen met een terroristisch oogmerk nu al strafbaar gesteld hebben.