Klachten van burgers
Soms zetten Tweede Kamerleden1 zich in voor individuele burgers. Wanneer burgers vinden dat de overheid een verkeerde beslissing heeft genomen die hen raakt, richten ze zich vaak met brieven of e-mails tot een Kamerlid. De achterliggende gedachte is vaak dat Kamerleden goed weten bij welke persoon of instantie ze moeten zijn om dit te bespreken. Ook kan het voorkomen dat een Kamerlid, naar aanleiding van zo'n brief of e-mail, schriftelijke vragen2 gaat stellen in de Kamer.
Verder bestaat er een speciale Kamercommissie, de Tweede Kamercommissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven3, die burgers kan helpen bij het oplossen van een probleem. De commissie kan daarbij overleggen met een minister4 of staatssecretaris5 of deze om informatie vragen.
De commissie onderzoekt een verzoekschrift en verdiept zich in het probleem, zodat de Kamer hierover een beslissing kan nemen. Vaak vraagt de commissie de indiener van het verzoekschrift (de adressant) om het verzoek schriftelijk toe te lichten. De commissie legt het verzoek voor aan de betrokken minister of staatssecretaris. Deze moet binnen zes weken reageren. De verzoeker kan daar binnen vier weken op reageren. Uiteindelijk stelt de commissie een verslag op, dat door de Tweede Kamer moet worden goedgekeurd. Dat gebeurt vrijwel altijd.
Meer over
- 1.De Tweede Kamer bestaat uit 150 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van in principe vier jaar worden gekozen via de kandidatenlijst van een politieke partij. Zij controleren de regering en treden op als medewetgevers.
- 2.Als uitvloeisel van het recht op inlichtingen, waarover alle individuele Kamerleden beschikken, kennen Tweede en Eerste Kamer het vragenrecht. Met dit recht kunnen alle leden, behalve tijdens de debatten en de schriftelijke behandeling van (wets)voorstellen, vragen stellen aan de regering. Hiervoor hebben ze, in tegenstelling tot bij het recht van interpellatie, geen verlof van de Kamer nodig.
- 3.Deze Tweede Kamercommissie houdt zich bezig met de behandeling van verzoekschriften en ingediende burgerinitiatieven die bij de Tweede Kamer binnengekomen zijn.
- 4.Ministers zijn politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein. Met uitzondering van ministers zonder portefeuille geven zij politieke leiding aan een departement. Daarbij kunnen zij terzijde worden gestaan door staatssecretarissen. Een minister, meestal lid van één van de partijen die in de Tweede Kamer het kabinet steunen, moet het vertrouwen van de Tweede Kamer hebben om de functie te kunnen vervullen.
- 5.Een staatssecretaris ondersteunt een minister bij het politiek leiden van een ministerie. Staatssecretarissen komen vooral voor bij 'zware' ministeries. Daar krijgen zij een specifiek beleidsterrein onder hun hoede, maar de minister blijft medeverantwoordelijk. Net als de minister moet een staatssecretaris verantwoording afleggen aan het parlement.
- 6.In vergelijking met de Eerste Kamer heeft de Tweede Kamer meer rechten en bevoegdheden. De belangrijkste taken zijn medewetgeving en controle. Bij de wetgeving is er met het recht van initiatief en het recht van amendement een sterkere positie dan de Eerste Kamer heeft. Via moties kan invloed worden uitgeoefend op regeringsbeleid. De Tweede Kamer kan een kabinet of bewindspersoon tot aftreden dwingen door het opzeggen van het vertrouwen. De Tweede Kamer heeft ook het recht van onderzoek.