Lerarenregister

Met dank overgenomen van R.R. (Ruard) Ganzevoort i, gepubliceerd op dinsdag 14 februari 2017, 2:15.

Spreektekst bij het debat over het lerarenregister op 14 februari 2017

Wie de stukken over het Lerarenregister tot zich neemt, die raakt welhaast ontroerd door alle goede bedoelingen. Het gaat erom de professionele ruimte van de leraar beter te erkennen en de kwaliteit van het beroep van leraar steviger te verankeren door professionele standaarden te ontwikkelen en een lerarenregister waarbij leraren zelf een belangrijke stem hebben in het bepalen van de kaders en criteria.

Mijn fractie - laat ik daarmee beginnen - deelt die goede bedoelingen voluit. We behandelen deze maand bijna elke week een wetsvoorstel over het onderwijs en ik kan alleen maar blijven herhalen hoe belangrijk onderwijs als investering in de samenleving van de toekomst. Een samenleving die steeds meer wordt gekenmerkt door complexiteit en waarin veranderingen steeds sneller zullen gaan door de exponentiële groei van kennis. Dan ben je er niet met een iPad en Google, maar is het juist steeds belangrijker dat we docenten hebben die in die snel veranderende wereld - vol van informatie, desinformatie en ‘alternatieve feiten’ - jongeren kunnen leren hun weg te vinden. Mijn vader, zelf een leraar, zei wel eens voor de grap dat een goede leraar van bijna alle dingen bijna alles afweet, maar dat is niet wat we vandaag verwachten, juist omdat bijna alles blijft veranderen. Wel verwachten we van een leraar dat zij of hij in staat is om steeds weer op een effectieve manier snel veranderende kennisdomeinen te ontsluiten voor leerlingen op een manier die hen helpt om hun vaardigheden en hun talenten te ontwikkelen en zo hun plek in de samenleving in te nemen. Dat vraagt nogal wat en daarom is dit debat ook een goed moment om onze waardering uit te spreken voor al die goede leraren die steeds weer jonge mensen helpen om zich te ontwikkelen en de brug te slaan naar kennis, inzicht en vaardigheden.

Dat is ook precies die goede bedoeling van dit wetsvoorstel. Want hoe kan een leraar die complexe rol vervullen wanneer zij of hij zelf niet voldoende tijd, ruimte, mogelijkheden en uitdaging zou krijgen om ook mee te groeien en voldoende up to date te zijn? Als de wereld van leerlingen snel verandert, dan verandert de wereld van leraren ook en dan is het niet voldoende als je vijf, tien, twintig, of vijfendertig jaar geleden je opleiding met succes hebt afgerond. Het vak van leraar vereist een voortdurende ontwikkeling en bijscholing. En het lerarenregister dat met dit wetsvoorstel wordt verankerd zorgt er dan ook vooral voor dat dat voortdurende bijspijkeren wordt gegarandeerd en dat leraren erkenning krijgen voor die broodnodige vernieuwing van hun deskundigheid. Bevoegdheid en bekwaamheid moeten daarom de vanzelfsprekende norm worden en daarom is transparantie goed, zeg ik ook tegen de SGP die bang blijkt voor verlies van gezag als ouders ontdekken dat een leraar onbevoegd is in plaats van dat gezag te borgen met die vanzelfsprekende bevoegdheid.

Je zou dus verwachten dat de regering met haar voorstel veel steun heeft weten te verwerven in het veld. Maar in plaats daarvan werd er vandaag een petitie aangeboden aan deze Kamer. Daarin zeggen leraren: we zijn hier niet per se op tegen, maar we willen niet dat het wordt opgelegd terwijl er geen draagvlak is, we willen niet dat daarmee onze keuzevrijheid bij professionalisering wordt ingeperkt, en we willen vooral dat het niet in de plaats komt van al die andere zaken die nodig zijn om het onderwijs te verbeteren zoals kleinere klassen, minder lesuren, en meer bevoegde leraren. En de sectorraden zeggen: goed idee, maar zonder draagvlak onder leraren en zonder goede inbedding in de schoolpraktijk zien wij het niet zitten. En daarom stelt mijn fractie aan de staatssecretaris de vraag hoe hij het voor elkaar heeft gekregen om een plan waar in theorie iedereen voor is, en waar de vrijwillige variant van het lerarenregister redelijk breed omarmd wordt, zo te laten ontsporen dat het vandaag lijkt alsof er massale weerstand is tegen het hele voorstel. Er zijn zeker ook andere stemmen te horen, ook vanuit de beroepsgroep, maar de vele handtekeningen onder de petitie geven wel aan dat er onrust is. Wat heeft de staatssecretaris gedaan om de brede steun die er in principe is te verzilveren voor een door de beroepsgroep zelf gedragen register? En hoe komt het dat alle woorden van de regering in bijvoorbeeld de Memorie van Antwoord - dat dit voorstel precies aansluit bij wat Leraren in Actie wil bijvoorbeeld - door de actievoerende leraren niet worden herkend?

Deze vragen klemmen voor mijn fractie omdat wij niet alleen de intenties delen, maar ook denken dat het voorstel in de goede richting wijst. En met de inmiddels aangebrachte temporisering bij de invoering zien we alle reden om op deze weg verder te gaan. Maar dan is het gebrek aan draagvlak wel een punt van zorg. Graag een reactie van de regering over hoe bij de uitwerking de beroepsgroep zo wordt meegenomen dat de bezwaren en weerstanden verdwijnen..

Mijn fractie ziet dus wel de waarde van de invoering van een lerarenregister maar is het met de protesterende leraren eens dat er ook echt andere zaken nodig zijn, waaronder het terugdringen van het tekort aan bevoegde leraren. De regering heeft naar aanleiding van de motie van de Tweede Kamerleden Grashoff en Ypma aan de Tweede Kamer aangegeven haar uiterste best te doen om voor 15 februari 2017 met een plan van aanpak te komen specifiek gericht op het bestrijden van het lerarentekort. Nu is het vandaag 14 februari en dus de laatste dag voor die bedoelde 15 februari en we horen dan ook graag van de regering hoe dat plan van aanpak eruit zal zien. Wat doet de regering om het tekort aan te pakken?