Aanpassing CETA niet meer dan een zoethouder

Met dank overgenomen van J.J. (Jasper) van Dijk i, gepubliceerd op dinsdag 11 oktober 2016, 20:40.
Auteur:
Jasper van Dijk

Terwijl de onderhandelingen over het TTIP-verdrag voorlopig zijn uitgesteld, is invoering van het CETA-verdrag met Canada in een stroomversnelling terechtgekomen. Ondertekening staat gepland op 27 oktober. CETA komt neer op TTIP via de achterdeur, omdat de meeste Amerikaanse bedrijven een vestiging hebben in Canada. Hoge schadeclaims tegen Nederland kunnen dus net zo goed via CETA worden ingediend. Daarom demonstreren wij op 22 oktober in Amsterdam en roepen wij minister Ploumen op om niet akkoord te gaan met CETA.

Dankzij CETA kunnen multinationals hun greep op politiek beleid aanzienlijk verstevigen. Dat is niet verwonderlijk: zij hebben uitgebreid meegedacht over de inhoud van de verdragen tijdens de onderhandelingen. Zo mogen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven straks zitting nemen in een Adviesraad waar Europese en Canadese regelgeving op elkaar wordt afgestemd. Een speciaal arbitrage-tribunaal geeft bedrijven de gelegenheid om staten voor miljoenen euro’s aan te klagen als een land maatregelen wil nemen om zijn burgers te beschermen. CETA betekent dus: meer macht voor bedrijven, minder macht voor mensen.

Europese normen komen onder druk te staan, doordat Canada en de EU elkaars standaarden via CETA zo veel mogelijk ‘wederzijds erkennen’. Bijvoorbeeld voor landbouwproducten kan dat zeer negatieve gevolgen hebben voor onze voedselveiligheid: Canada maakt net als de Verenigde Staten gebruik van groeihormonen, kankerverwekkende onkruidbestrijding en genetisch gemanipuleerde producten. Met CETA wordt het moeilijker om deze producten buiten Europa te houden.

Tot slot zet het CETA-verdrag het ‘voorzorgsbeginsel’ op de tocht, het principe dat de EU in staat stelt om producten vooraf van de markt te weren als de volksgezondheid in het geding is. Het voorzorgsbeginsel onderscheidt Europa van Noord-Amerika, waar het veeleer gebruik is om achteraf je recht te halen - als het leed eenmaal is geschied.

De voorstanders van CETA - waaronder minister Ploumen - hebben nu een truc bedacht om tegemoet te komen aan deze kritiek. Er is op het laatste moment een “juridische verklaring” toegevoegd aan CETA, om de twijfelachtige passages in het verdrag nader te duiden. Hierin staan allerlei mooie intenties over het behoud van zeggenschap over publieke diensten en het respecteren van standaarden “op het gebied van mens, dier, plant en milieu.”

De status van deze bijlage is echter volstrekt onduidelijk. Zo stelt de Canadese advocaat Steven Shrybman van Goldblatt Partners dat dergelijke verklaringen geen enkele juridische waarde hebben. Hij stelt zelfs dat een tribunaal dat deze verklaring zou betrekken bij zijn overwegingen, zijn eigen geloofwaardigheid op het spel zet.

De onderzoeksdienst van het Europees Parlement oordeelt dat een dergelijke verklaring alleen juridisch bindend is indien deze volwaardig aan het verdrag wordt toegevoegd. De kans dat dit zal gebeuren is zeer gering.

De juridische verklaring heeft alles weg van een noodgreep: een paar sussende woorden die lastminute aan het verdrag zijn toegevoegd. Deze overhaaste werkwijze is bovendien volledig in strijd met de recente oproep van minister Ploumen om de onderhandelingen te “resetten”. Verdragen als TTIP en CETA zouden niet langer in achterkamertjes bedisseld moesten worden: “Onderhandelingen moeten véél opener, transparanter en democratischer”, volgens de minister. Daar zijn wij het mee eens, maar waarom dan nu halsoverkop akkoord gaan met CETA?

Besluitvorming is een enorme haastklus geworden, want goedkeuring in Brussel staat reeds gepland op 18 oktober en ondertekening op 27 oktober. Parlementariërs van 28 lidstaten en Canada krijgen dus niet meer dan één week om over het totaalpakket te oordelen. Dat heeft niets te maken met democratische besluitvorming, dat is een verdrag door de strot van parlementariërs duwen.

Kortom: de besluitvorming is onzorgvuldig en de juridische verklaring boterzacht. Het is een zoethouder die niets verandert aan de negatieve gevolgen van CETA. Daarom zou minister Ploumen moeten afzien van ondertekening van het verdrag. Alleen dan wordt recht gedaan aan de zorgen van critici.

Kom ook naar de demo tegen TTIP en CETA op 22 oktober, 13:00 Museumplein: www.ttipalarm.nl