Tegen onderbetaling en verdringing, voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt. - Hoofdinhoud
Opnieuw een stap richting een fatsoenlijke arbeidsmarkt: de Europese Commissie handhaaft haar plan om de regels rondom de inzet van buitenlandse werknemers eerlijker te maken. Ondanks het protest van een aantal Oost-Europese landen, die vrezen dat er zo een eind komt aan een van hun voornaamste exportproducten: (te) goedkope arbeid.
Dat de commissie voet bij stuk houdt, is mooi: na er jarenlang bij de FNV voor te hebben geknokt, heb ik vanaf het moment dat ik in de Tweede Kamer kwam gepleit voor het aanpakken van onderbetaling van Oost-Europese werknemers en de daar het gevolg van zijnde verdringing van hun Nederlandse collega's. Verdringing die bovendien het draagvlak onder 'Europa' aantast.
En met resultaat: nooit eerder stond het onderwerp 'gelijk loon voor gelijk werk' in Den Haag zo duidelijk op de agenda en gebeurde er zo veel om misstanden tegen te gaan. Van het aantrekken van extra arbeidsmarktinspecteurs tot het aanpakken van foute werkgevers, louche uitzendbureaus en de andere kant opkijkende opdrachtgevers met de Wet Aanpak Schijnconstructies en de Wet Arbeidsvoorwaarden Gedetacheerde Werknemers uit de EU bijvoorbeeld.
Vanaf datzelfde begin heb ik aangedrongen op het aanpakken van regels die onderbetaling en verdringing niet aanpakken maar juist mógelijk maken, zoals de zogenaamde 'EU-Detacheringsrichtlijn'. Die staat het hanteren van verschillende arbeidsvoorwaarden toe, waardoor de ene werknemer 'te goedkoop' en de andere 'te duur' is. Minister Lodewijk Asscher heeft zich daar vervolgens in Europa sterk voor gemaakt, en met succes. Nadat dat jarenlang onbespreekbaar was, ligt er nu een voorstel tot aanpassing van die regels.
Dat is een belangrijke stap vooruit. Maar we zijn er nog niet. Ook het 'premieshoppen', waarbij werkgevers ervoor kiezen bijvoorbeeld werkloosheidspremie te betalen in het land waar die het laagste is, moet worden aangepakt terwijl we ook in Nederland nog wel wat extra kunnen doen. Aan dat laatste wordt inmiddels op mijn verzoek gewerkt.
Uiteindelijke doel: een arbeidsmarkt waarop het niet langer zo is dat onderbetaling van de een leidt tot baanverlies van de ander, een arbeidsmarkt waarop collega's niet langer tot elkaars concurrent worden gemaakt en een arbeidsmarkt waarop collega's niet meer tegen elkaar op worden gezet. Een fatsoenlijke arbeidsmarkt dus, horend bij het sociale Europa ook waar de Partij van de Arbeid voor staat.