Ik ben bang voor elke meerderheid (ND-column Gert-Jan Segers) - Hoofdinhoud
'
Een militaire coup deugt niet. Ook in Turkije is er de afgelopen dagen alleen maar ellende van gekomen. De laatste stuiptrekking van de secularisten in Turkije heeft geleid tot een tegencoup die zijn weerga niet kent.
Het zijn Erdogans ‘dagen van de lange messen’. Bijna 3000 rechters zijn uit hun functie ontheven en we zagen Syrische taferelen waarbij Turkse soldaten werden vernederd, gegeseld, gelyncht en soms zelfs onthoofd. En dan waren er hordes Erdogan-aanhangers die optrokken naar plekken waar ze Gulenisten vermoedden, of Alevieten, Koerden, Armeniërs en alle anderen die anders zijn. De beelden zijn weerzinwekkend. En voor zover er nog twijfel over was, maakt Erdogans tegencoup duidelijk dat zijn Turkije niet bij de Europese Unie hoort. Elke waarde waar Europa voor staat – vrijheid, respect voor minderheden, onafhankelijke rechtspraak – wordt er nu met voeten getreden. Als de Europese Unie niet alleen een handelsblok is, maar ook een waardengemeenschap, dan is dit het moment om de onderhandelingen met Turkije over een EU-lidmaatschap af te breken. Op zijn best kunnen we goede buren worden, maar voor dit Turkije kan er geen plaats zijn in de Europese Unie.
Ferme bewering
Bij zo’n ferme bewering hoort ook gepaste zelfreflectie. Want aanhangers van Erdogan hebben geen slechter DNA dan Europeanen. De primitieve reflex om af te willen rekenen met je tegenstander zit in ons allemaal. Elke meerderheid heeft de onbedwingbare en onhebbelijke neiging om haar wil tot wet voor allen te maken. Ook christenen hebben zich op dit punt, toen ze zich in een meerderheidspositie bevonden, regelmatig van hun slechtste kant laten zien. En nu is het een seculier-liberale meerderheid die af en toe een spiegel moet worden voorgehouden, en is het bijvoorbeeld de PVV die er steeds aan herinnerd moet worden dat in ons land iedereen gelijk is voor de wet. Het is de zegen van de democratische rechtsstaat die onze primitieve reflexen bedwingt en de gelijke rechten en plichten van meerderheid en minderheid waarborgt. Maar deze beschaving is een dun laagje en moet steeds weer worden onderhouden.
Het was in de laatste week voor het zomerreces dat een geest van diepe verontwaardiging vaardig werd over de grote meerderheid van de Tweede Kamer. Het ging om een subsidie voor Hart van Homo’s, een christelijke organisatie die jongeren wil helpen bij hun coming-out en bij de aanvaarding van hun geaardheid. Omdat de organisatie de optie van het celibaat openhoudt, was steun tegen het zere been van de Kamermeerderheid.
De woordvoerders van VVD, PvdA en D66 leken niet voor elkaar te willen onderdoen in hun boosheid over die subsidie en in hun ijver om daar een streep doorheen te halen. De laatste motie van het parlementaire jaar was een motie die uitsprak dat er een einde moest komen aan de financiële steun voor Hart voor Homo’s. Het was de verantwoordelijke minister Bussemaker die als enige in dat debat een liberaal geluid liet horen. Ze zei zelf niets te hebben met de geloofsopvattingen van Hart van Homo’s, maar benadrukte dat niet iedereen haar seculier-liberale opvattingen deelt en hoeft te delen om in aanmerking te komen voor subsidie. Haar reactie op de motie was een lichtpunt in een donkere avond.
Bussemaker als toonbeeld
Begrijp me goed. Nederland is geen Turkije. Paarse partijen zijn van een totaal andere orde dan de meute Erdogan-aanhangers. Onze vrijheid is een oase vergeleken bij de onvrijheid elders. Onze rechtsstaat is een Godsgeschenk als je ziet waar de afwezigheid van een rechtsstaat in andere delen van de wereld toe kan leiden. Maar als ik meutes op drift zie raken, zoals deze dagen in Turkije, dan weet ik direct weer waarom we onze eigen primitieve reflexen steeds weer moeten onderdrukken. Ik ben bang voor elke meerderheid en ik dank God voor elke meerderheid die zich weet te beheersen. Beschaving is een wonder en minister Bussemaker was er even het toonbeeld van.