Inbreng Wetgevingsoverleg Jaarverslag en Slotwet SZW

Met dank overgenomen van A. (Anoushka) Schut-Welkzijn i, gepubliceerd op vrijdag 24 juni 2016, 3:07.

Donderdag 23 juni 2016,

Voorzitter,

Mensen willen dat de overheid zinnig en zuinig met hun belastinggeld omgaat. Dus: geen verspilling en alleen beleid dat ook werkt. Beleid dat zorgt voor banen en mensen die zonder werk zijn naar werk begeleidt.

De totale uitgaven onder het SZA-kader zijn € 1,6 miljard lager uitgevallen dan voorzien bij de begroting 2015. De werkloosheid is gedaald en dat zien we in 950 miljoen lagere ww-uitgaven. Het is mooi dat de werkgelegenheid aantrekt en mensen minder afhankelijk zijn van een uitkering.

Voorzitter, Ik dank de rapporteurs Nijkerken en Yücel en natuurlijk de medewerkers van het Bureau Onderzoek Rijksuitgaven voor hun inzet. In het rapport staan voor de VVD een punt centraal: Het is essentieel dat we weten of het beleid dat de minister inzet werkt.

We hebben dit jaar een overzicht gekregen van alle beleidsinformatie SZW met veel cijfers en trends. De werkloosheid, hoeveel mensen hebben een uitkering, wie krijgt er kinderopvangtoeslag. Wat we hierin missen is de koppeling met het beleid en de effecten daarvan. De minister heeft het vaak over bestrijding van discriminatie of de bestrijding van de effecten van robotisering, maar als we dan in de stukken kijken zien we niet terug of hier financiële middelen mee zijn gemoeid en welk effect dit beleid sorteert.

Het lijkt alleen maar te blijven bij woorden. De VVD wil in goed Rotterdams ook daden zien en die kunnen meten.

De ontwikkeling van de indicatoren laten wat de VVD betreft nog te lang op zich wachten. De rapporteurs hebben voorgesteld om een werkgroep te formeren om samen met ambtenaren van het departement te werken aan een set SMART indicatoren waar kamerleden echt wat aan hebben.

We weten dat als mensen op oudere leeftijd werkloos worden, ze nog moeilijk aan een baan komen. In 2015 waren er helaas wel 129.000 werklozen ouder dan 55 jaar. Daarom heeft de VVD het beleid van de minister om met bijvoorbeeld scholingsvouchers ouderen te helpen aan werk altijd ondersteund. Maar dit beleid moet natuurlijk wel effect sorteren. De Rekenkamer geeft aan dat van de acht instrumenten die de minister heeft ingezet om oudere werklozen aan werk te helpen, er maar één is waarvan vooraf duidelijk was dat die ook werkt. De Rekenkamer heeft zelf berekend dat de de mobiliteitsbonus 234 miljoen heeft gekost en dit 17.772 banen heeft opgeleverd. Dat is dus ruim 13 duizend euro per werkloze. De vraag is of dit geld niet effectiever had kunnen worden besteed.

Recent heeft de minister een brief naar de kamer gestuurd met een vervolg op het Actieplan Ouderenbeleid. Daarin kunnen we zien dat hij concrete doelen heeft geformuleerd. Dat is al een hele verbetering. Wat heeft de minister gedaan met de constatering van de Rekenkamer dat scholing en proefplaatsingen als effectief beleid worden gezien? Kiest hij voor aangetoond effectief beleid, waar hij ook kan volgen hoeveel werklozen hij nu eigenlijk bereikt.? Het zou toch zonde zijn dat hij John de Wolf een mooie voorzet laat geven, minister Asscher uiteindelijk het doel mist.

In het jaarverslag vind ik het goed om te zien dat de inkomensverrekening in de ww al vanaf juli 2015 het effect sorteert waar we op gehoopt hadden. Doordat het UWV inkomens verrekent is er minder vaak sprake van fraude en zijn de benadelingsbedragen ook gedaald.

In 2014 hebben we uitgebreid stil gestaan bij de effectiviteit van de sectorplannen. Duidelijk is wel geworden dat die helaas weinig banen hebben opgeleverd. Hoe kijkt de minister nu terug op deze banenplannen. Als hij er op reflecteert met de kennis van nu, wat zou hij anders hebben gedaan?

Een aantal weken geleden kregen we van het Centraal Planbureau een toelichting op hun twee rapporten Kansrijk Arbeidsmarktbeleid. Wat doet de minister met deze evaluatie van het CPB, in hoeverre laat hij zich hier door leiden in nieuw te ontwikkelen beleid? Betrekt hij het CPB vaker bij nieuw te ontwikkelen beleid? En in hoeverre kan het gebruik van metadata en open data gebruikt worden om beleid te evalueren?