Motie over vaststellen sociaal minimum - Hoofdinhoud
Bij het beleidsdebat over het Koninkrijk diende ik namens 11 van de 12 facties in de Eerste Kamer een motie in die de regering vraagt om een sociaal minimum vast te stellen op basis van een berekening van de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. De regering wil tot nu toe die berekening niet maken, maar slechts een theoretisch sociaal minimum vaststellen dat ver onder de armoedegrens ligt.
De Kamer,
Gehoord de beraadslaging,
Constaterend dat volgens artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een ieder recht heeft “…op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil”,
Constaterend dat volgens artikel 20 van de Nederlandse Grondwet de overheid verantwoordelijkheid draagt voor de “bestaanszekerheid der bevolking en Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege dient te geven”,
Constaterend dat volgens artikel 1 van de Nederlandse Grondwet allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld,
Constaterend dat volgens artikel 1 tweede lid van het Statuut van het Koninkrijk voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba “regels [kunnen] worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland”,
Constaterend dat de regering voor het Europese deel van Nederland een sociaal minimum kent dat ijkbedragen vaststelt voor het noodzakelijke levensonderhoud maar voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba deze ijkbedragen voor het noodzakelijke levensonderhoud niet vaststelt,
Overwegend dat daarmee een niet noodzakelijke en niet overtuigend beargumenteerde
differentiatie wordt toegepast tussen het Europese deel van Nederland enerzijds en Bonaire, Sint Eustatius en Saba anderzijds,
Overwegend dat daarmee een geobjectiveerde discussie over armoedebeleid bemoeilijkt wordt,
Overwegend dat daarmee de zorgplicht van de Nederlandse overheid in het geding is,
Verzoekt de regering ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een sociaal minimum vast te stellen op basis van ijkbedragen voor het noodzakelijke levensonderhoud,
En gaat over tot de orde van de dag
Ganzevoort (GroenLinks), Van Kappen (VVD), Van Bijsterveld (CDA), De Graaf (D66), Meijer (SP), Vreeman (PvdA), Ester (ChristenUnie), Teunissen (Partij van de Dieren), Van Dijk (SGP), Nagel (50 Plus), Ten Hoeve (OSF)