Syriërs schreeuwen om brood, niet om bommen

Met dank overgenomen van E.G.M. (Emile) Roemer i, gepubliceerd op maandag 1 februari 2016.

De PvdA is niet langer tegenstander van luchtaanvallen door Nederlandse F-16’s op doelen van IS in Syrië. Een merkwaardig besluit, want eerder door deze partij genoemde argumenten tegen bombarderen gelden nog steeds. De burgeroorlog in Syrië heeft inmiddels meer dan 260.000 slachtoffers gemaakt en tien miljoen vluchtelingen opgeleverd. Uit humanitaire overwegingen willen ingrijpen ligt voor de hand, maar lessen van eerdere interventies moeten niet worden vergeten. Om die reden waren wij verheugd met de weigering van de PvdA om steun te geven aan luchtaanvallen op Syrië. Terecht zei fractievoorzitter Samsom dat er eerst een politiek plan voor de toekomst van Syrië moet zijn. Er is nog niet het begin van een plan. Strijdende partijen ruziën over de vraag wie er aan de onderhandelingstafel mag plaatsnemen.

Een tweede argument van de PvdA tegen luchtaanvallen is dat Assad niet de lachende derde mag worden. Belangrijk, want hij is hoofdverantwoordelijke voor de ellende. Nu Rusland echter bombardeert, winnen Assads troepen steeds meer terrein van de opstandelingen terug. Als Nederland nu IS-stellingen gaat bombarderen, krijgt Assad onbedoeld hulp bij het terugwinnen van nog meer terrein. Dit is niet de intentie van het PvdA-besluit maar wel het gevolg.

De sociaal-democraten stelden verder dat bombarderen ‘onverstandig’ was zolang Turkije de Syrische Koerden en Rusland de gematigde gewapende oppositie zou blijven aanvallen. Dat is echter precies wat er nu gebeurt. Nederlandse steun bij het bombarderen van IS-stellingen zal daar niets aan veranderen. De toenemende luchtaanvallen zullen wel resulteren in nog meer vluchtelingen en die zullen niet allemaal in de buurlanden kunnen worden opgevangen. Kampen daar barsten al uit hun voegen.

Er zijn uiteraard nog meer redenen tegen het uitbreiden van luchtaanvallen door Nederlandse F-16’s. Ze zorgen voor nog meer burgerslachtoffers en maken het IS nog makkelijker om nieuwe strijders te werven. Uitbreiding van de Nederlandse deelname naar Syrië maakt ons land een nog aantrekkelijker doelwit voor IS. Daarover mag niet worden gezwegen. Tenslotte zijn wij het eens met militaire experts die in koor zeggen dat terrorisme niet met luchtaanvallen kan worden bestreden. Zeker niet wanneer de terroristen deel uitmaken van de oorspronkelijke bevolking. Vijftien jaar ‘oorlog tegen het terrorisme’ moet juist tot de conclusie leiden dat terreurgroepen goed gedijen in de chaos die steeds opnieuw het gevolg is van westerse avonturen. Denk alleen maar aan de illegale interventies in Afghanistan en Irak. Die laatste inval was een belangrijke oorzaak van het ontstaan van IS. Militaire focus in de strijd tegen terrorisme creëert zijn eigen vijanden.

In plaats van luchtaanvallen, die averechts kunnen werken, dient alles op alles gezet te worden om een diplomatieke oplossing dichterbij te brengen. Een staakt-het-vuren zonder nadere voorwaarden is de eerste stap. Elke voeding van het conflict met wapens, geld of strijders moet effectief worden gestaakt. Een wapenembargo en controle van de grens tussen Syrië en Turkije zijn hiervoor noodzakelijk. Op korte termijn is humanitaire hulp levensreddend en daar moet nu het accent op liggen. Syriërs schreeuwen niet om bommen maar om brood, medicijnen en dekens. Zonder acute humanitaire hulp en een diplomatiek offensief is er geen perspectief voor de bevolking van dit land en zullen strijdende groepen blijven vechten. Daar veranderen Nederlandse bommenwerpers helemaal niets aan.

Dit artikel verscheen 1 februari in Nrc.next en NRC Handelsblad