Geleidende brief - Initiatiefnota van het lid Klein: “Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen”

Deze geleidende brief1 is onder nr. 1 toegevoegd aan dossier 34393 - Initiatiefnota "Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen".

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. Meer informatie
  4. Parlementaire Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Initiatiefnota van het lid Klein: “Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen”; Geleidende brief; Geleidende brief
Document­datum 26-01-2016
Publicatie­datum 26-01-2016
Nummer KST343931
Kenmerk 34393, nr. 1
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2015

2016

34 393

Initiatiefnota van het lid Klein: «Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen»

Nr. 1

GELEIDENDE BRIEF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 januari 2016

Hierbij bied ik u aan de initiatiefnota «Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen».

Klein

kst-34393-1 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2016

Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, 34 393, nr. 1


  • origineel bericht: 'Initiatiefnota van het lid Klein: “Zeker Flexibel:...'
 
 
 

3.

Meer informatie

  • 34393 - Initiatiefnota "Zeker Flexibel: over anders denken over werk en sociale zekerheid met een onvoorwaardelijk basisinkomen"
 

4.

Parlementaire Monitor

Met de Parlementaire Monitor volgt u alle parlementaire dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.


  • 1. 
    De geleidende brief is een document waarin een Kamerlid een wetsvoorstel of initiatiefwet aankondigt bij de voorzitter van de Tweede Kamer. In beide gevallen wordt er gesproken van een 'voorstel van wet'. De indiener van het voorstel geeft kort aan dat er een voorstel gedaan wordt en op welke wet dit voorstel betrekking heeft. Tevens beschrijft de indiener welke documenten er bij het voorstel van wet gevoegd zijn. In de regel is dit in ieder geval een memorie van toelichting.