TROUW - Opkomen voor kernwaarden EU - Hoofdinhoud
Het is goed dat de Europese Commissie gaat onderzoeken of de nieuwe wetten in Polen een aantasting zijn van de rechtsstaat. In Hongarije laten we Orbán zijn gang gaan en als ook de Poolse regering ongestraft de rechtsstaat kan uithollen, verliest de Europese Unie haar geloofwaardigheid. Besmettingsgevaar ligt op de loer en hier is een grens bereikt.
Vrije media, democratie en fundamentele rechten hebben prioriteit bij onderhandelingen over EU-lidmaatschap. Maar als een land eenmaal lid is, wordt daaraan geen vervolg gegeven. We hebben daarom toegekeken hoe in een aantal landen na toetreding tot de EU de democratische transitie stokte. Politieke corruptieschandalen bleven Oost-Europese landen teisteren, maar Brussel zweeg. Afspraken over de aanpak van corruptie en georganiseerde misdaad met nieuwkomers Roemenië en Bulgarije zijn tot op de dag van vandaag niet nagekomen.
EU-lidmaatschap heeft veel Oost-Europeanen niet gebracht wat zij verwachtten. Meer mensen zijn werkloos dan tijdens het communisme. Uit frustratie daarover stemt een groot deel op eurokritische partijen die conservatieve, nationale waarden propageren. Liberaal democratische opvattingen zijn na meer dan 10 jaar EU-lidmaatschap onvoldoende ingedaald. Dat mag de EU zichzelf verwijten, maar ook de Poolse partijen - van het midden en ter linkerzijde - die de zwakheden van hun eigen rechtsstaat en de sociale gevolgen van EU-lidmaatschap onderschat hebben.
Hongarije leek een geïsoleerde situatie. Maar nu er ook in Warschau aan de democratie wordt getornd, dreigt het een gezwel te worden. In meer landen zijn er autoritaire tendensen. Niet alleen in Oost-Europa is president Poetin populair in bepaalde kringen. Van dat laatste is in Polen zeker geen sprake, maar manipulatie van de democratie in Rusland is wel een inspiratiebron.
Respect voor de rechtsstaat
Weer loopt de EU het gevaar dat de hand wordt gelicht met afspraken - in dit geval over respect voor de rechtsstaat - zonder dat daaraan consequenties worden verbonden. Dat lijkt inmiddels endemisch te worden in Brussel. De eurocrisis werd gedeeltelijk veroorzaakt doordat lidstaten zich niet hielden aan de door henzelf gemaakte afspraken. Het akkoord over de aanpak van de vluchtelingencrisis wordt niet of slechts zeer ten dele uitgevoerd. En nu speculeren velen alweer dat de Poolse regering geen strobreed in de weg zal worden gelegd door de andere landen - bang dat ze de volgende keer anders zelf aan de beurt zijn.
Uiteraard heeft een democratisch gekozen regering ruimte om het nationaal beleid op zijn manier in te vullen, maar er moet een grens worden gesteld aan wat wij in Europa toelaatbaar vinden. Die hadden we in 2010 al moeten stellen toen in Hongarije rechters met vervroegd pensioen werden gestuurd, er een ‘onafhankelijke’ mediaraad werd ingesteld om ‘niet objectieve’ journalisten boetes uit te delen, en de kiesdistricten zo werden aangepast dat de regeringspartij Fidesz er baat bij heeft. Dat alles is vervolgens in steen gebeiteld door het in een nieuwe grondwet vast te leggen zonder steun van een enkele oppositiepartij. Het is inmiddels de vraag of in Hongarije een oppositiepartij nog democratisch aan de macht kán komen.
Juist de Hongaarse kwestie gaf een aanleiding voor Frans Timmermans, toen nog minister van buitenlandse zaken, om samen met een aantal collega’s het non-interventie beginsel binnen de EU ter discussie te stellen. Het is nu aan de regering om deze lijn tijdens het voorzitterschap door te trekken: als kernwaarden van de EU in het geding zijn, moet daar tegen worden opgetreden.