De geloofwaardigheid van de EU staat op het spel - Hoofdinhoud
Het is goed dat de Europese Commissie gaat onderzoeken of de nieuwe wetten in Polen een aantasting zijn van de rechtsstaat. De situatie in Oost-Europa is zorgwekkend en er moeten duidelijke grenzen worden gesteld. In Hongarije hebben we Orbán te lang zijn gang laten gaan en als ook de Poolse regering ongestraft de rechtsstaat kan uithollen, verliest de Europese Unie niet alleen haar geloofwaardigheid als voorvechter van mensenrechten wereldwijd, maar ook haar interne effectiviteit.
Het risico dat er een domino-effect ontstaat naar andere Europese lidstaten ligt op de loer: als de EU nu niet optreedt, wanneer dan wel? Uiteraard heeft een democratisch gekozen regering ruimte om het nationaal beleid op zijn manier in te vullen, maar er moet een duidelijke grens worden gesteld aan wat wij in Europa toelaatbaar vinden.
Die grens hadden we in 2010 al moeten stellen toen in Hongarije rechters met vervroegd pensioen werden gestuurd, een ‘onafhankelijke’ mediaraad werd ingesteld om ‘niet objectieve’ journalisten boetes uit te delen, en de kiesdistricten zo zijn aangepast dat de regeringspartij Fidesz er baat bij heeft. Dat alles is vervolgens in steen gebeiteld door het in een nieuwe grondwet vast te leggen - geschreven in drie maanden tijd, zonder steun van een enkele oppositiepartij in het parlement. Het is inmiddels de vraag of in Hongarije een oppositiepartij nog democratisch aan de macht kan komen.
Juist de Hongaarse kwestie gaf een aanleiding voor Frans Timmermans, toen nog minister van buitenlandse zaken, om samen met een aantal collega’s het non-interventie beginsel binnen de EU ter discussie te stellen. Het is nu aan de regering om deze lijn tijdens het Nederlands voorzitterschap door te trekken: als kernwaarden van de EU in het geding zijn, moet daar tegen worden opgetreden.