Een nuchter en realistisch klimaatbeleid

Met dank overgenomen van R.J. (Remco) Dijkstra i, gepubliceerd op dinsdag 1 december 2015, 3:16.

In het klimaatdebat lijkt het erop dat je moet kiezen tussen twee extremen. Aan de ene kant de ontkenners van klimaatverandering. Zij schuiven een groeiende wetenschappelijke consensus terzijde en maken iedereen die klimaatverandering serieus neemt belachelijk. En aan de andere kant heb je de fundi’s die zeggen dat de wereld vergaat en dat we onze hele manier van leven op moeten geven. Het liefst nooit meer vliegen, slechts mondjesmaat vlees en elke dag warme truien dag. De VVD kiest voor het gezonde verstand en de gulden middenweg. Noch de ontkenners, noch de alarmisten hebben gelijk. Het komt erop aan een ambitieus klimaat- en milieubeleid hand in hand te laten gaan met andere - even waardevolle - maatschappelijke belangen. Dat kan heel goed. Dat hebben we in Nederland ook altijd gedaan. Daarom is het gelukt om in één van de welvarendste en drukstbevolkte landen ter wereld het milieu steeds schoner te krijgen. Omdat natuur en milieu, mens en economie, heel goed samengaan.

Nederlanders zijn nuchtere realisten. Er is geen wondermiddel om de uitdaging van klimaatverandering aan te gaan. Het is een mondiale kwestie, die vraagt om een mondiale aanpak. Eigenlijk is het heel simpel: om de klimaatverandering niet uit de klauwen te laten lopen, moet de uitstoot van CO2 flink omlaag. Ons aandeel (0,4%) is op wereldschaal te klein om echt het verschil te maken. En als andere landen hun verantwoordelijkheid niet nemen, dan kunnen wij doen wat we willen, maar stijgt de uitstoot van CO2 gestaag door. Bovendien, als wij ons bedrijfsleven superstrenge regels opleggen, en andere landen doen dat niet, dan zijn we dubbel de pineut. En het klimaat blijft veranderen omdat de CO2 uitstoot hoog blijft, en wij verliezen welvaart omdat ons bedrijfsleven moet concurreren met bedrijven die niet aan zulke strenge regels gebonden zijn. Wie schiet daar nou iets mee op?

Samenwerken in Europa

Gelukkig hebben we in samenwerking met onze Europese partners een ongelooflijk ambitieus - maar wel haalbaar! - doel gesteld. En dat is dat we in 2030 tenminste 40% minder CO2 uitstoten dan in 1990. De stip op de horizon is een reductie van 80-95% in 2050. Dit is nodig, omdat de klimaatverandering met veel onzekerheden is omgeven. En omdat we maar één aarde en één klimaat hebben, kunnen we beter het zekere voor het onzekere nemen.

Eén helder doel

Als we slim zijn, stellen we een helder doel (minder CO2) en laten dan onze knappe koppen, Willie Wortels, ondernemers en wetenschappers allerlei slimme technieken, methodes en productiewijzen bedenken. Dat is veel beter dan een overheid die ambtenaren van achter een bureau zelf tekentafel-oplossingen laat bedenken.

Winst voor het klimaat en voor de portemonnee

Neem de brandstoffen waar onze auto’s, scooters en bussen op rijden. Als we onze fossiele brandstof verrijken met biobrandstoffen, slaan we een hele zwerm vliegen in één klap. We verlagen de prijs aan de pomp, we stimuleren innovatie en hergebruiken stoffen die anders als afval zouden eindigen. Als 10% van onze benzine of diesel niet afkomstig zou zijn van fossiele olie, dan scheelt dat een slok op een borrel. Want Europa importeert nu zo’n 500 miljard euro per jaar aan fossiele brandstoffen. Stel je voor dat daar 50 miljard van af gaat!

We kunnen ook veel meer halen uit afval. Als afval een tweede leven krijgt en dient als grondstof voor nieuwe producten, dan kun je spreken van een circulaire economie. De kringloop is rond, er lekt niets meer uit. Het betekent eigenlijk het einde van afval. Denk aan plastic, dat zo goed gescheiden wordt, dat je het heel goed kan hergebruiken als grondstof voor nieuwe producten. Je kunt er zelfs een snelweg mee bouwen. Dat scheelt nogal in de uitstoot van CO2 en de belasting op afval kan ook nog eens flink omlaag.

Uitstoot CO2 omlaag

Wat de VVD betreft, is de handel in het recht om CO2 uit te stoten de beste manier om die uitstoot te beperken. Door een prijskaartje te hangen aan CO2, dagen we de samenleving uit om alles efficiënter en schoner en dus winstgevender te produceren. Bedrijven die voorop lopen in het beperken van de CO2-uitstoot worden beloond en de minder vooruitstrevende worden geprikkeld om innovatiever en dus schoner te worden. Of het nu om koekjes, auto’s of spijkerbroeken gaat.

Klimaat houdt niet op bij de grens

Het is goed dat Nederland optrekt met onze Europese partners. Maar zelfs dat Europa - de grootste en groenste markt ter wereld - stelt met 10% van de mondiale uitstoot relatief weinig voor. We hebben landen als China, India en de Verenigde Staten nodig om echt zoden aan de dijk te kunnen zetten. Neem de VS, goed voor 15% van de wereldwijde uitstoot van CO2. Het klinkt allemaal mooi, hoor, wat Obama heeft aangekondigd. Maar zelfs met al zijn plannen komen de VS niet verder dan maximaal 32% reductie in 2030. Dat is ruim onder het Europese doel van 40% reductie.

China

En wat te denken van China? Dat is de onbetwiste CO2 kampioen van de wereld met 30% van de totale mondiale uitstoot. Economische groei gaat daar boven het milieu en andere maatschappelijke belangen. China wil eigenlijk maar heel weinig bijdragen aan een beperking van de mondiale CO2-uitstoot. Maar hoe lang houden de Chinezen dat nog vol? Het is begrijpelijk dat zij honderden miljoenen uit armoe naar welvaart willen verheffen. En wij hebben het recht niet om hun ontwikkeling te ontzeggen. (Los van de vraag of ze zich iets van zo’n verzoek aan zouden trekken). Maar het tij lijkt in China langzaam te keren. De lucht is in de grootste steden en industriële gebieden zo verschrikkelijk vies, de grond en het water zo ernstig vervuild, dat de kosten qua vervuiling, gezondheidsschade en verlies van welvaart en welzijn snel oplopen. De bevolking zal steeds meer maatregelen eisen om de leefomgeving te beschermen.

Nederland innovatieland

Moeten wij dan achterover leunen? Nee, Nederland kan echt een grote bijdrage leveren om de uitdaging van klimaatverandering aan te gaan. Wij hebben de kennis en de kunde op het gebied van landbouw en water om het verschil te kunnen maken. Onze boeren en tuinders zijn zo productief dat ze een explosief groeiende wereldbevolking van 9 miljard monden in de toekomst kunnen voeden. Wie had dat gedacht toen de Club van Rome zijn alarmistische Grenzen aan de Groei (1972) publiceerde? Inmiddels ontwikkelen wij aardappelen die op zout water kunnen groeien en tomaten die 15 keer minder water dan de normale nodig hebben! En neem ook onze kennis op het gebied van dammen, polders en dijken. Een steeds groter deel van de wereldbevolking leeft in de extreem dichtbevolkte rivierdelta’s van Azië die met een stijgende zeespiegel, dalende bodem en meer en hevigere overstromingen kampen. Wij hebben de know how om ze te beschermen en met het water te leren leven. Ook daar gaan milieu en economie hand in hand. Goed voor hen, goed voor ons, en goed voor het klimaat.