TROUW - ‘Reik Turkije, maar niet Erdogan, helpende hand’

Met dank overgenomen van K.P. (Kati) Piri i, gepubliceerd op donderdag 15 oktober 2015, 2:43.

Brussel kan de vluchtelingenstroom aanpakken zonder zich te laten gijzelen door Erdogan, betoogt PvdA-Europarlementariër Kati Piri.

In Ankara ligt één van de sleutels om de stroom van asielzoekers naar Europa beheersbaar te maken. De getoonde gastvrijheid voor de twee miljoen vluchtelingen gaat steeds meer gepaard met spanningen in de Turkse samenleving en door de enorme aantallen is er voor de vluchtelingen nauwelijks perspectief op een behoorlijk bestaan in het gastland. Duizenden vluchtelingen worden dagelijks door mensensmokkelaars naar de Griekse eilanden gebracht.

Deze week praten de EU en Turkije over een gezamenlijke aanpak van het vluchtelingenvraagstuk. Daarbij mag Brussel zich echter niet laten gijzelen door de eisen van president Erdogan, die onder meer soepelere lidmaatschapsvoorwaarden van de EU wil. Dat zou een onterechte beloning zijn voor de democratische terugslag waarvoor hij verantwoordelijk is en het zou critici van Erdogans harde optreden tegen de Koerden argumenten uit handen slaan. Bovendien zou het zijn partij electoraal voordeel kunnen opleveren bij de komende parlementsverkiezingen. De EU moet kritisch blijven als het gaat om mensenrechten en persvrijheid.

Een ander voorstel van Erdogan is om vluchtelingen te plaatsen in ‘veilige toevluchtsoorden’ in Syrië. Ook daar mag de EU niet mee instemmen. Niet alleen zijn er vraagtekens te plaatsen bij de militaire haalbaarheid van dit plan, ook zou het Syrische vluchtelingen - vrezend voor hun veiligheid in die zones - juist kunnen bewegen om door te trekken naar Europa.

Willen we tot een goed akkoord komen, dan moet de EU iets anders te bieden hebben dat de last voor Turkije daadwerkelijk verlicht en de opvang in de regio verbetert. Terecht vraagt Ankara om meer financiële steun. Dan is het echter niet genoeg om alleen middelen aan te bieden die al aan het land waren toegekend in het kader van de toetredingsonderhandelingen. De 1 miljard, die de EU op tafel wil leggen, is zo een sigaar uit eigen doos. Brussel zal met een beter bod moeten komen. Ook voorstellen van de Europese regeringsleiders om op termijn Turkije tot een ‘veilig derde land’ te verklaren en daarmee in feite op te zadelen met alle vluchtelingen die zich daar melden, kan - terecht - op weinig sympathie rekenen in Ankara.

Europese aanmeldcentra

Wat dan wel? Het is in ons belang dat de Turkse grenzen beter worden bewaakt, dat er actief wordt opgetreden tegen mensensmokkelaars en dat Turkije bereid is om door EU-landen afgewezen asielaanvragers terug te nemen.

Naast meer geld voor het vergroten van de opvangcapaciteit, moeten wij afspreken om een deel van de vluchtelingen in EU-landen op te nemen. Met Europese aanmeldcentra op Turks grondgebied kan dit georganiseerd worden. De instroom naar Europa wordt zo gereguleerd, criminele bendes worden buitenspel gezet, drama’s op zee kunnen worden voorkomen. En de aanmeldcentra kunnen veel geld besparen door buiten de EU al een schifting te maken tussen oorlogsvluchtelingen en economische migranten.

Cruciaal om draagvlak te behouden voor de opvang van vluchtelingen in Europese samenlevingen, is dat mensen die geen recht hebben op bescherming worden uitgezet. Als men in Ankara bereid is om tenminste een deel van deze groep mensen terug te nemen en als ook de andere afspraken effectief blijken te zijn, zou daar best een politieke beloning tegenover mogen staan.

Wat mij betreft zou die kunnen bestaan uit een gefaseerde opheffing van de visumplicht voor Turkse burgers, mits aan de technische voorwaarden is voldaan. Zo zouden we onze waardering voor effectieve samenwerking kunnen laten blijken zonder dat het als een verkiezingspresentje voor president Erdogan kan worden uitgelegd.