Inbreng Gert-Jan Segers inzake Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op vrijdag 26 juni 2015.

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van een wijziging van de Wet op de Kansspelen en enkele andere wetten

Onderwerp:   Wijziging van de Wet op de kansspelen, de Wet op de kansspelbelasting en enkele andere wetten in verband met het organiseren van kansspelen op afstand

Kamerstuk:    33 996          

Datum:           25 juni 2015

I ALGEMEEN

  • 1. 
    Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie danken de regering voor de beantwoording van alle vragen. Zij hebben evenwel nog een aantal aanvullende vragen.

  • 2. 
    Huidige situatie en de noodzaak van regulering kansspelen op afstand

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de regering aangeeft dat de Ksa consumenten waarschuwt die momenteel deelnemen aan kansspelen op afstand dat zij niet beschermd worden en dat deelname aan illegale kansspelen verboden is. Op welke wijze gebeurt dat en op welke schaal? Hoeveel budget of fte is daarvoor beschikbaar? Deze leden vragen of de regering de voorlichtingsinspanningen met betrekking tot de risico’s van meespelen met illegale kansspelen kan kwantificeren. Daarnaast vragen zij hoeveel budget en fte thans jaarlijks beschikbaar zijn om illegale kansspelen te bestrijden.

De genoemde leden vragen of de beantwoording in de nnavv zo verstaan dient te worden dat de regering ontkent dat legalisering van kansspelen op afstand op enigerlei wijze een drempelverlagend effect heeft? Deze leden constateren dat de regering stelt dat de verwachte groei van 12% een autonome ontwikkeling van de vraag naar kansspelen op afstand is, die ook plaats zou vinden indien kansspelen op afstand niet gereguleerd zouden worden. Kan de regering aangeven op welke onderzoeken en data zij deze opvatting baseert?

Wat vindt de regering ervan dat in Denemarken het vrijgeven van kansspelen op afstand tot een forse afname van de inkomsten voor Goede Doelen Loterijen hebben geleid? Is de regering het met deze leden eens dat hieruit een groot risico op verplaatsing van gokgedrag blijkt? Zo ja, acht de regering dit onwenselijk?

  • 3. 
    Visie op kansspelen op afstand

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de regering op niet de vraag beantwoord of reductie van kansspelverslaving het belangrijkste doel is van dit wetsvoorstel. Kan de regering bevestigen of ontkennen dat dit het geval is? Voorts is de vraag onbeantwoord gebleven welke andere mogelijkheden zijn overwogen om reductie van kansspelverslaving te bereiken. Wil de regering deze vraag alsnog beantwoorden?

  • 4. 
    Maatregelen op grond van het wetsvoorstel kansspelen op afstand

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke doelen van dit wetsvoorstel niet kunnen worden bereikt in een stelsel met een beperkter aantal vergunningen. Zij constateren dat de regering het passend acht dat de kansspelautoriteit het enkele feit van illegaal aanbod van kansspelen op afstand voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet kansspelen op afstand bij de betrouwbaarheidsbeoordeling van de betrokken aanbieder anders kan beoordelen dan dergelijk aanbod onder een bestaand vergunningenstelsel. Betekent dit dat de Ksa de ruimte heeft om op grond van het enkele feit van illegaal aanbod een vergunning te weigeren? Hoeveel aanbieders verwacht de regering die actief zullen worden op de nieuwe gelegaliseerde markt, die eerder ook al actief waren op de Nederlandse markt, maar dan op illegale wijze? Kan de regering een overzicht geven van de bedrijven en rechtspersonen waarvan bekend is dat die in het verleden illegale kansspelen hebben aangeboden? Kansspelbedrijven moeten speciaal beleid formuleren voor verslavings-preventie en daarbij bijzondere aandacht schenken aan jongvolwassenen in de leeftijdscategorie van 18 tot 24 jaar. Kan de regering aangeven waaraan gedacht moet worden bij dit specifieke beleid voor een leeftijdscategorie? De genoemde leden lezen dat in de voorbereiding op het wetsvoorstel ook wetenschappelijke bevindingen omtrent het preventiebeleid en in hoeverre het voorgestelde beleid op deze bevindingen is gebaseerd, is gedeeld. Kan de regering aangeven om welke wetenschappelijk bevindingen dit op hoofdlijnen gaat en welke invloed zij hebben gehad op het voorgestelde beleid?

  • 6. 
    Toezicht en handhaving

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de regering stelt dat het Belgische model op gespannen voet staat met Europese regelgeving. Kan de regering aangeven in hoeverre dit ook tot procedures heeft geleid waaruit de verplichting voortvloeit voor België om het bestaande beleid rond kansspelen aan te passen?

Deze leden vragen op grond van de nnavv of leeftijd- en identiteitsvaststelling wel ondubbelzinnig kan plaatsvinden op afstand? Kan de regering daarop reageren? De regering geeft aan dat kwetsbaarheden vooral vragen om verantwoordelijkheid van burgers om niet zomaar hun identiteitsbewijs of wachtwoorden af te staan. Heeft de aanbieder van kansspelen hierin ook een verantwoordelijkheid volgens de regering? Zo ja, hoe ver reikt deze?

  • 8. 
    Europeesrechtelijk kader

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat Australië, waar de markt voor kansspelen op afstand al langere tijd is vrijgegeven, weer terug wil naar repressievere wetgeving. Wat vindt de regering van deze ontwikkeling?

  • 9. 
    Overig

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de regering kan reageren op het alternatief dat het Goeden Doelen Platform tijdens het rondetafelgesprek heeft gepresenteerd voor het wetsvoorstel.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.