Eerste Kamerverkiezingen 1983
Op 31 augustus 1983 kozen de Provinciale Statenleden1 voor het eerst tegelijk de nieuwe Eerste Kamer2. Die Kamer werd ook voor het eerst voor vier jaar gekozen. Grote winnaar was de VVD en grote verliezer de PvdA. Winst was er verder voor alle kleinere partijen. Na totstandkoming van de Grondwetsherziening in 19833 was het nieuwe kiesstelsel voor de Eerste Kamer wettelijk geregeld en daarna de Eerste Kamer ontbonden.
In de Senaat beschikten regeringsfracties CDA en VVD samen over een ruime meerderheid van 43 zetels. De SGP dankte de tweede zetel aan vergissing van een CDA-Statenlid in Noord-Brabant.
De Provinciale Staten waren in maart 1982 gekozen, op het moment dat het tweede kabinet-Van Agt4 (CDA, PvdA en D66) en met name PvdA-vicepremier Den Uyl5 impopulaire maatregelen had aangekondigd. Met name de PvdA had daarvoor toen flink verloren.
Partij |
1983 |
1981 |
verschil |
---|---|---|---|
26 |
28 |
-2 |
|
17 |
12 |
+5 |
|
17 |
28 |
-9 |
|
6 |
4 |
+2 |
|
2 |
1 |
+1 |
|
2 |
1 |
+1 |
|
1 |
1 |
0 |
|
2 |
0 |
+2 |
|
1 |
0 |
+1 |
|
1 |
0 |
+1 |
Bekendste nieuwe namen in de Eerste Kamer waren de VVD'er Molly Geertsema16, oud-D66-voorman Hans van Mierlo17 en voormalig PSP-Tweede Kamerlid Bram van der Lek18. Andere nieuwkomers waren CDA-vicevoorzitter Dick Kuiper19, de Zeeuwse landbouwvoorman David Luteijn20 (VVD), oud-D66-Tweede Kamerlid Aad Nuis21 en de vroegere CPN-voorzitter Henk Hoekstra22. De RPF kreeg in prof. Egbert Schuurman23 voor het eerst een senator.
Neem contact op met de redactie van PDC voor een overzicht van de gekozen leden van de Eerste Kamer.
Meer over
- 1.De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door de Gedeputeerde Staten. Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Dit is geregeld in artikel 8 van de Provinciewet.
- 2.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 3.In 1983 werd de Grondwet ingrijpend herzien. De hoofdstukindeling werd gewijzigd, teksten werden gemoderniseerd, overbodig geachte artikelen werden geschrapt, en er kwamen bepalingen over sociale grondrechten en een algemene antidiscriminatiebepaling.
- 4.Dit kabinet van CDA, PvdA en D'66 werd gevormd na de verkiezingen 1981. CDA-leider Dries van Agt werd voor de tweede keer premier, net als bij het voorgaande kabinet-Van Agt I. PvdA-leider Joop den Uyl werd vicepremier en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De toevoeging 'Werkgelegenheid' onderstreepte zijn centrale rol bij een actief werkgelegenheidsbeleid.
- 5.Gedreven PvdA-ideoloog en -politicus en econoom. Voor sommigen 'ome Joop', voor anderen de verpersoonlijking van verfoeilijk socialisme. Kwam vanuit de journalistiek in de 'denktank' van de PvdA en werd in 1956 Tweede Kamerlid. Stapte in 1962 over het wethouderschap van economische zaken in Amsterdam en stimuleerde onder andere de industrievestiging. In 1965 minister van Economische Zaken in het kabinet-Cals. Volgde in 1966 Vondeling op als partijleider. Zou tot 1986 het gezicht van de PvdA zijn. Het door hem geleide kabinet ging als het meest linkse de geschiedenis in. Kon het succes bij de verkiezingen van 1977 niet omzetten in hernieuwde regeermacht. Zijn derde optreden als minister (ditmaal van Sociale Zaken onder Van Agt) verliep teleurstellend. Ondanks herstel in 1982 bleef zijn partij buiten het kabinet. Erudiet analyticus en scherp debater, die door zijn gedrevenheid echter soms drammerig overkwam.
- 6.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 7.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 8.De Partij van de Arbeid (PvdA) is een progressieve, sociaaldemocratische partij. De partij werd opgericht in 1946 als een voortzetting van de vooroorlogse Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), de Vrijzinnig-Democratische Bond (VDB) en de Christelijk-Democratische Unie (CDU). De PvdA trok samen met GroenLinks op en deed met een gezamenlijke lijst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Frans Timmermans leidt de gezamenlijke fractie in de Tweede Kamer.
- 9.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 10.De Communistische Partij van Nederland (CPN) was een communistische partij die na de Tweede Wereldoorlog veertig jaar lang (tot 1986) met een Eerste Kamerfractie en Tweede Kamerfractie vertegenwoordigd was in de Staten-Generaal. Bij de Tweede Kamerverkiezingen in de periode 1946-1986 schommelde het zetelaantal van de CPN tussen de 2 en 10. De partij maakte altijd deel uit van de oppositie. Hoewel de CPN geen eigen jongerenorganisatie kende, was het Algemeen Nederlands Jeugdverbond (ANJV) politiek gezien nauw verbonden aan de CPN.
- 11.De SGP is een behoudende christelijke (reformatorische) partij aan de rechterkant van het politieke spectrum, die strikt volgens Bijbelse normen politiek wil bedrijven. Politiek leider van de SGP is Chris Stoffer. De partij werd opgericht op 24 april 1918 en is daarmee de oudste nog bestaande partij van Nederland.
- 12.De Politieke Partij Radikalen (PPR) was een radicaal-christelijke partij. De partij werd op 27 april 1968 opgericht door christenradicalen die zich hadden afgesplitst van vooral de Katholieke Volkspartij (KVP) en in mindere mate de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). In 1991 fuseerde de PPR met CPN, EVP en PSP tot GroenLinks.
- 13.De Pacifistisch-Socialistische Partij (PSP), opgericht in 1957, was een pacifistische partij, die tevens streefde naar hervorming van de maatschappij in socialistische zin. In 1990 fuseerde de partij met PPR, CPN en EVP tot GroenLinks.
- 14.Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV) was een in 1948 gevormde protestants-christelijke partij, die zich baseerde op bijbelse normen. De partij was sterk verbonden met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
- 15.De RPF was een protestants-christelijke partij die in 1975 ontstond en sinds januari 2000 samenwerkte met het GPV onder de naam ChristenUnie. Op 15 mei 2002 heeft de RPF ook niet meer zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen deelgenomen.
- 16.VVD-politicus uit een familie met een grote bestuurstraditie. Was actief in het gemeentebestuur en als ambtenaar van Binnenlandse Zaken. Kwam in 1959 als Tweede Kamerlid in de landspolitiek en combineerde later het fractievoorzitterschap met het ambt van burgemeester van Wassenaar. Minister van Binnenlandse Zaken en vicepremier in de kabinetten-Biesheuvel. Werd in 1973 Commissaris van de Koningin in Gelderland en woonde in het kasteeltje Middachten. Nadien op hoge leeftijd nog Eerste Kamerlid. Stond in de VVD wat links van het midden, vooral door zijn pleidooien voor samenwerking met de PvdA en voor gelijke rechten van homoseksuelen. In driedelig kostuum geklede nonconformist. Was vanwege zijn (geaffecteerde) tongval voor velen het prototype van de liberale burgerheer. Beschikte over een enorme werkkracht.
- 17.Voornaamste oprichter en lange tijd voorman van D66. Was afkomstig uit een katholiek ondernemersgezin en was journalist bij het Handelsblad. Wist in 1967, na een op Amerikaanse wijze gevoerde campagne en dankzij een uitstekende p.r., zijn partij met 7 zetels in de Kamer te loodsen. Voorstander van samenwerking met de PvdA. Trad na de verkiezingsnederlaag van D66 in 1972 terug als partijleider. Keerde in 1981 terug in de politiek als minister van Defensie en in 1986 als leider van D66. Onder zijn leiding behaalde zijn partij in 1989 en 1994 zeer goede verkiezingsuitslagen. Bekroonde die tweede winst met de vorming van een 'paars' kabinet (Kok I), zonder confessionelen. Werd daarin zelf minister van Buitenlandse Zaken en vicepremier. Levensgenieter, die vele contacten in de culturele wereld had en charmante intellectueel, die mensen wist te binden.
- 18.Bioloog die als PSP-Tweede Kamerlid als één van de eersten aandacht vroeg voor het probleem van de milieuverontreiniging. Was enige jaren leraar op de kinderwerkplaats van Kees Boeke en kwam in 1967 in de Tweede Kamer. Verving in 1972 vanwege zijn jeugdiger uitstraling Wiebenga als partijleider en lijsttrekker. Vanwege gezondheidsproblemen nam Fred van der Spek in 1977 zijn plaats over in de toen uit één persoon bestaande fractie. Vervulde nadien nog vele politieke functies, zoals Eerste Kamerlid, partijvoorzitter en lid van het Europees Parlement. Droeg als één van de eersten in de Kamer nooit een stropdas.
- 19.Hoogleraar sociologie in de CDA-Eerste Kamerfractie. Was bestuurlijk actief in de ARJOS en de ARP (vicevoorzitter) en schreef zijn dissertatie over de onderlinge (familie)verbanden tussen de ARP-voormannen in de periode 1820-1930. In de Eerste Kamer woordvoerder hoger onderwijs en media. Scherp en alert liefhebber van het debat. Aanvankelijk christen-radikaal en later een belangrijke wegbereider van de komst van het CDA.
- 20.Zeeuwse herenboer en landbouwvoorman. Nuchtere, zakelijke bestuurder uit Zeeuws-Vlaanderen. Actief in vele maatschappelijke functies, met name op het gebied van de landbouw. Landbouw-specialist en fiscaal woordvoerder, die in 1987 Zoutendijk opvolgde als fractievoorzitter. Speelde een voorname rol bij de breuk van de VVD met het tweede kabinet-Lubbers. Was na zijn politieke loopbaan enige tijd waarnemend Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland toen Commissaris Leemhuis-Stout was afgetreden vanwege de Ceteco-affaire.
- 21.D66-politicus, die voor zijn politieke loopbaan bekendheid kreeg als literair criticus en publicist. Was na wetenschappelijk medewerker aan de universiteiten van Groningen en Amsterdam te zijn geweest redacteur van het literaire tijdschrift Tirade. In de Tweede Kamer onder meer woordvoerder mediabeleid en onderwijs. Had ook korte tijd zitting in de Eerste Kamer. In het eerste kabinet-Kok was hij staatssecretaris voor cultuur en bracht hij een herziening van de Archiefwet en belangrijke wetgeving op het gebied van de media tot stand. Lange man, met een milde, beschouwelijke aard.
- 22.Amsterdamse elektrotechnicus die lange tijd deel uitmaakte van de partijtop van de CPN. Trouw volgeling van Paul de Groot. Was vooral actief als partijbestuurder (secretaris en voorzitter) en veel minder als Tweede Kamerlid. Woordvoerder van de CPN-fractie voor sociale zaken. Meer spreker voor partijbijeenkomsten dan voor Kamervergaderingen. Maakte ook drie jaar deel uit van de Eerste Kamer.
- 23.Vriendelijke senator van gereformeerden huize met een grote staat van dienst. Zat achtentwintig jaar in de Eerste Kamer, eerst als eenmansfactie (RPF) en later in gezamenlijkheid van RPF en GPV en als voorzitter van de ChristenUnie-fractie. Verwierf gezag als verdediger van de positie van de Eerste Kamer, waarbij hij in 1990 zelfs premier Lubbers interpelleerde. In zijn werkzame leven opereerde hij op het scheidsvlak van wetenschap en wijsbegeerte; hij was bijzonder hoogleraar reformatorische wijsbegeerte in Delft, Eindhoven en Wageningen. Als voorzitter van de Kamercommissie voor Landbouw initieerde hij een debat over genetische modificatie en later gaf hij de aanzet voor een parlementair onderzoek naar privatiseringen.
- 24.De 75 leden van de Eerste Kamer worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten of kiescolleges en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Sinds een Grondwetswijziging in 2017 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen kiescolleges. In 2022 is er een vierde kiescollege toegevoegd, het kiescollege niet-ingezetenen. Door te stemmen voor dit kiescollege kunnen kiesgerechtigde Nederlanders die in het buitenland wonen, invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.