Inbreng Gert-Jan Segers ten behoeve van Wijziging Wetboek van Strafvordering tot vastlegging van het recht op bronbescherming bij vrije nieuwsgaring (bronbescherming in strafzaken) - Hoofdinhoud
Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie ten behoeve van bronbescherming in strafzaken
Onderwerp: Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot vastlegging van het recht op bronbescherming bij vrije nieuwsgaring (bronbescherming in strafzaken)
Kamerstuk: 34 032
Datum: 11 december 2014
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot vastlegging van het recht op bronbescherming bij vrije nieuwsgaring (bronbescherming in strafzaken). Genoemde leden willen graag de onderstaande vragen ter beantwoording aan de regering voorleggen.
Algemeen
De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat de wettelijke bronbescherming zich beperkt tot het OM, de politie, de AIVD en de MIVD. Waarom wordt niet gewaarborgd dat andere overheidsdiensten zoals de FIOD zich tevens hier aan moeten houden, zo willen deze leden weten.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om een reactie op de kritiek van het Genootschap van Hoofdredacteuren dat het voorliggende wetsvoorstel niet de bescherming biedt die wordt voorgeschreven door het EVRM. Kan de regering haar reactie hierop toelichten, zo vragen deze leden.
Het wetsvoorstel bevat geen algemeen geformuleerd recht op bronbescherming, maar de bronbescherming wordt per dwangmiddel vastgelegd. Kan de regering verduidelijken in hoeverre de bronbescherming voor alle dwangmiddelen geldt, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Deze leden vragen of de regering aanleiding ziet om dit in de wettekst te verduidelijken.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke wijze de bronbescherming gewaarborgd is in het geval van hoger beroep. Ziet de regering aanleiding voor het opnemen van aanvullende waarborgen in de wet om te voorkomen dat een overheidsdienst zich toegang verschaft tot de gezochte informatie voordat de uitspraak in hoger beroep heeft plaatsgevonden, zo willen deze leden weten.
Omschrijving begrip journalist
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om een nadere onderbouwing waarom gekozen wordt voor de introductie van het begrip ‘publicist in het kader van nieuwsgaring’, en niet voor een bredere definitie van het begrip ‘journalist’. Waarom sluit de regering voor de definitie van ‘journalist’ niet sterker aan bij de invulling van de in Memorie van toelichting genoemde aanbeveling van de Raad van Ministers van de Raad van Europa (Recommendation No. R(2000) 7 waarin over beroepsmatige dan wel regelmatige basis wordt gesproken, zo willen deze leden weten.
Normen van toepassing op deelname aan publiek debat
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom het recht op bronbescherming beperkt wordt tot journalisten die zich aan alle wettelijke en ethische normen houden en dat het gegeven dat het overtreden van geldende normen civielrechtelijke en strafrechtelijke consequenties kan hebben niet als voldoende wordt geacht. Hoe verhoudt de gekozen lijn zich tot de jurisprudentie van het EHRM, zo vragen deze leden.
Mogelijkheid van doorbreking van het recht op bronbescherming
De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat het vastleggen van een nadere afgrenzing bestaand in een verwijzing naar delicten waarbij het doorbreken van het recht op bronbescherming aan de orde kan zijn door de regering niet wenselijk wordt geacht. In de wetgeving in Duitsland en België is hier echter wel voor gekozen. Heeft de regering zicht op de redenen waarom de wetgever in Duitsland en België hiervoor wel heeft gekozen, zo vragen de genoemde leden. Artikel 10, tweede lid, EVRM waar de regering naar verwijst geldt immers ook in Duitsland en België.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om een nadere toelichting waarom niet wettelijk wordt vastgelegd dat de rechter modaliteiten kan aanbrengen in de opsporingsmethoden of beperkingen kan opleggen in het af te geven materiaal.
Belang van degene die informatie verstrekt
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering om een toelichting waarom de mogelijkheid van verzegeling van informatie gedurende de procedure van gerechtelijke toetsing niet specifiek in de wet is vastgelegd.
De regering stelt dat de omstandigheid dat degene aan wie de gegevens worden verstrekt zich op bronbescherming kan beroepen doorgaans een essentiële voorwaarde voor de verstrekking zal zijn. Dit laat onverlet dat er ook situaties zijn waarin van te voren geen expliciete afspraak over bronbescherming is gemaakt. De leden van de ChristenUnie vragen of de regering zich hierin herkent. Deze leden willen weten op welke wijze rekening gehouden wordt met situaties in de praktijk waarin bescherming van de born wenselijk is zonder dat hierover van te voren met de betreffende persoon een expliciete afspraak is gemaakt. Hoe verhoudt zich de voorgestelde beperking tot personen die bronbescherming als voorwaarde hebben gesteld tot de aanbeveling van de Raad van Ministers van de Raad van Europa (Recommendation No. R(2000) 7, zo vragen deze leden.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.