Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg inzake Uitvoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum - Hoofdinhoud
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken aan een algemeen overleg met minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderwerp: Uitvoering Wet verlaging bezoldigingsmaximum
Kamerstuk: 33 978
Datum: 5 februari 2015
De heer Segers (ChristenUnie): Voorzitter. Dit is een belangrijk onderwerp. De lonen in de publieke sector moeten niet te laag zijn, zodat mensen niet in de verleiding komen om steekpenningen aan te nemen. Maar ze moeten ook niet te hoog zijn, zodat mensen het alleen maar voor het geld zouden doen. Dat wordt ook wel de Platonorm genoemd: het gaat om een intrinsieke motivatie. Als je werkelijk de publieke zaak wilt dienen, moet geld niet het primaire doel zijn. In die zin steunen wij het streven van het kabinet om tot versobering en matiging van de salarissen te komen. De eerste vraag die ik de Minister zou willen stellen, is hoe hij ervoor zorgt, nu de normen zijn afgesproken, dat dat niet alleen maar een norm is die met harde hand wordt gehandhaafd, maar dat in de cultuur neerdaalt dat werken voor de publieke zaak anders is dan werken voor de private sector. Mensen moeten beseffen in welke sector ze werken. Ik wil ook specifiek ingaan op de curieuze gang van zaken rondom de invoering van het wetsvoorstel waarover wij het hebben. De Minister geeft in de brief aan dat het allemaal kan, omdat die mogelijkheid in de wet stond. Dat is zeker waar, maar had dit niet op zijn minst gemeld moeten worden? Ik neem aan dat hierover al van tevoren overleg heeft plaatsgevonden. Wat was de aard ervan? Wanneer was de Minister ervan op de hoogte dat de samenwerkende Ministers niet van plan waren om per 1 januari de normen te handhaven? Dit had ook direct effect voor de Minister van Onderwijs, omdat zij in het wetenschappelijke deel de normen niet kon handhaven, omdat die verbonden waren met de zorg, waar Minister Schippers had besloten nog een jaartje te wachten. Maar het curieuze was wel dat Minister Bussemaker wel haar voorbereidingen had getroffen en andere Ministers niet. Hoe kan dat? Dit was immers een voornemen uit het regeerakkoord. Wat heeft daar plaatsgevonden? Wij willen heel graag een inkijkje in de gang van zaken achter de schermen. De grote vraag is waarom de Minister niet gemeld heeft dat deze mogelijkheid in de wet zat en dat het ernaar uitzag dat daarvan gebruik zou worden gemaakt. Dan had hij de verwachtingen enigszins kunnen managen en dan hadden we niet het nare gevoel gehad dat we heel snel een wet aan moesten nemen die vervolgens niet werd gehandhaafd. Dat is slecht voor het parlement, voor het gezag van de regering en voor het belangrijke debat over matige, sobere salarissen.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.