Nederlands Dagblad - “Europees leger nog utopie” - Hoofdinhoud
Een gezamenlijke defensie, of een Europees leger, staat nog in de kinderschoenen. Dat is de inschatting van Europarlementariër Kati Piri (PvdA).
‘Ik denk niet dat het ervan komt, voorlopig’, aldus Piri tijdens een bijeenkomst in Den Haag over het nieuwe Europese veiligheidsbeleid. Daarmee onderstreepte ze het probleem van de Europese Unie. De directe omgeving staat in brand, terwijl het veiligheidsbeleid nog in de optimistische woorden van de notitie uit 2003 is gegoten.
‘Dat optimisme is nu wel verdampt’, constateert ook Wolfgang Wagner, hoogleraar Internationale Veiligheid aan de VU. Hij was onlangs in Brussel bij het team van de EU-buitenlandvertegenwoordiger Federica Mogherini, dat druk bezig was het concept voor een nieuw veiligheidsbeleid te schrijven. Volgende week staat dit hoog op de agenda van de top van Europese regeringsleiders.
‘Mogherini komt daar met de drie c’s’, aldus Piri. ‘De huidige veiligheidsvraagstukken zijn connected, contested en complex - ze zijn met elkaar verbonden, de macht van bestaande structuren wordt aangetast en de dreigingen zijn uiterst complex.’
Het antwoord van Mogherini zal daarom een stuk realistischer van toon zijn. Want sinds 2003 is het terrorisme enorm toegenomen, hebben conflicten in het Midden-Oosten en Afrika een ongekende vluchtelingenstroom richting de EU op gang gebracht en is de verhouding met Rusland veranderd. ‘In het beleid uit 2003 werd Rusland nog gezien als partner’, zei Wagner, daarmee aangevend hoe drastisch de situatie is veranderd.
De buitenlandse conflicten hebben ook gevolgen voor de interne veiligheid van de EU. Het felle terrorisme van ISIS heeft zijn weerslag in vrijwel alle Europese landen, de vluchtelingenstroom heeft geleid tot het plan om de mensensmokkelaars bij Libië militair aan te pakken en de interne verhoudingen worden op de proef gesteld.
Als antwoord pleitte de voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker in maart voor een echt Europees leger. Maar de kans daarop is minimaal, schat zowel Piri als Wagner in. De NAVO is op dat terrein veel effectiever en wordt vooral door Oost-Europese landen veel hoger ingeschat. Wel is er door de financiële crisis meer bereidheid tot Europese samenwerking op terreinen als het coördineren van transport en nieuwe wapensystemen.
De kracht van de EU ligt eerder in een sterker gezamenlijk buitenlandbeleid, met de NAVO als belangrijke militaire bondgenoot. Daar kan wellicht sneller een belangrijke stap worden gezet, hoopt Piri.
Jan van Benthem, 18 juni 2015