Bijdrage Gert-Jan Segers aan het dertigledendebat over de komst van een moskee in Gouda

Met dank overgenomen van G.J.M. (Gert-Jan) Segers i, gepubliceerd op maandag 15 juni 2015.

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een dertigledendebat met minister van der Steur van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Dertigledendebat over de komst van een moskee in Gouda

Kamerstuk:    34 000 - VI

Datum:           11 juni 2015

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. De aankondiging van de komst van een grote moskee in Gouda zette de lokale verhoudingen zeer onder druk. De plannen voor die moskee zijn in de ijskast gezet maar worden er langzaam maar zeker weer uitgehaald. De spanning neemt dan weer toe. Het draagvlak en de zorgvuldigheid van het proces blijven kwetsbaar. Dat is een eenvoudige constatering. Vanavond is er een nieuwe inspraakbijeenkomst en het gesprek in Gouda wordt voortgezet. Wij moeten onze plaats daarin ook kennen, ook ten opzichte van de lokale democratie en het gesprek en de besluitvorming die in Gouda plaatsvinden.

Tegelijkertijd zijn er zorgen met betrekking tot Gouda die wel geëxtrapoleerd kunnen worden en die een grotere casus hier op tafel leggen. Dat gaat over mogelijke buitenlandse financiering met een ideologische agenda erachter. Als het kabinet schrijft dat van de huidige financiering in Gouda 0,05% afkomstig is uit buitenlandse fondsen, dan gaat het om het geld dat nu is opgebracht. Tegelijkertijd is er een enorme financiële verplichting aangegaan door de gemeenschap, die deze gemeenschap onder grote druk zet. Er zijn verhalen over mogelijke afpersing en over mensen die zeer onder druk zouden zijn gezet om veel geld te geven. De nood kan hoog zijn en het is niet denkbeeldig dat er inderdaad dan naar het buitenland wordt gekeken en naar allerlei fondsen. Dat behoeft op zichzelf niet problematisch te zijn maar dat kan het wel zijn. We hebben het voorbeeld van de Essalam Moskee in Rotterdam, die met buitenlandse gelden is gefinancierd, onder voorwaarde dat de plekken van de bestuursleden werden ingevuld door degene die de cheque heeft uitgeschreven. Oftewel: degene die betaalt, bepaalt. Dat heeft geleid tot een interne discussie in de islamitische gemeenschap rond die moskee, waarbij mensen zeiden: we willen onze moskee gewoon weer voor onszelf hebben. Dus er is ook een intern debat binnen de islamitische gemeenschap. Waar is het problematisch? Waar een ideologische agenda van onvrijheid, waar waarden gepropageerd worden die haaks staan op de waarden van onze rechtsstaat en onze vrijheden, wordt het problematisch.

We hebben inderdaad een onderzoek gevraagd naar buitenlandse financiering in algemene zin. RAND Europe heeft dat opgeleverd. We gaan er in een AO nog specifieker over doorpraten, maar dat onderzoek was onbevredigend. Men zei: het is niet proportioneel om alle 450 moskeeën te onderzoeken. Ik heb dat aanvaard en het lijkt mij inderdaad een heel reëel punt om niet uitgebreid nader onderzoek te doen; dat is een manier van verdacht maken die onterecht is en niet proportioneel. Maar waar de AIVD zegt dat salafisme en jihadisme steeds verder in elkaar overlopen, is er wel grote zorg over salfistische invloeden. Waar wij ons zorgen maken over radicalisering, extremisme en jihadisme, is dit een punt dat in ieder geval nader onderzocht zou moeten worden. Ik heb op dat punt ook een motie voorbereid die ik straks hoop in te dienen.

Waar het specifiek om de Goudse situatie gaat nog het volgende. De mate waarin het buitenland nu financiert is zeer beperkt, namelijk 0,05%, maar de kans dat op de lange termijn buitenlandse financiers langskomen met een onvrije en ideologische agenda die haaks staat op de vrijheden van onze rechtsstaat, is iets waar wij zorgen over hebben.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.