Greenpeace levensgevaarlijk bezig - Hoofdinhoud
Recent heeft de activistische milieuorganisatie Greenpeace grote zwerfkeien op de bodem van de Klaverbank gedumpt. Onder het mom van een 'vissenparadijs' zijn roekeloos grote keien de zee in gegooid, met alle gevolgen van dien. Scheurende netten en mogelijk grote risico's voor de vissers op zee, om maar enkele voorbeelden te noemen.
Dit is onderhand al de tweede keer dat de organisatie zo'n onbezonnen daad uitvoert. In 2011 dumpte Greenpeace ook al 27 grote stenen in de Noordzee. Toenmalig staatssecretaris Atsma legde de organisatie een dwangsom op, maar die beslissing werd helaas uiteindelijk terug gedraaid door de Raad van State. Hierbij heeft het CDA zich toen moeten neerleggen, maar nu vraag ik opnieuw aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Infrastructuur en Milieu wat we kunnen doen om dit kwade spel een halt toe te roepen. Niet alleen de vissers ervaren namelijk overlast van de acties, het is werkelijk onzin te denken dat we de natuur hiermee een handje helpen. De visstand zal echt niet stijgen door het werpen van stenen. Ook een zeebioloog gaf aan dat de actie van Greenpeace niet te verkopen was als een actie waar de visstand bij wint.
De enige conclusie kan zijn dat deze actie schadelijk is voor mens en milieu en het Kabinet moet ingrijpen. Zo moet het Kabinet mijns inziens in de eerste plaats Greenpeace oproepen de stenen te verwijderen en schade te vergoeden. Daarnaast moeten we overwegen de samenwerking en subsidierelatie met deze milieuorganisatie op te schorten als wordt vastgesteld dat vissers gevaar lopen door de acties van Greenpeace. Hierbij kan gedacht worden aan het intrekken van de ANBI-status van de actievoerders, een status die belastingvoordelen biedt. Maar door de ANBI-status ziet de Postcode Loterij Greenpeace ook als een algemeen nut beogende instelling. En worden diverse miljoenen euro’s door de loterij aan Greenpeace overgemaakt. Nou, aan het werpen van stenen in de Noordzee werpen kan ik weinig algemeen nut ontdekken. Ik ben van mening dat als wordt bewezen dat de vissers gevaar lopen, dan kan dit niet zonder gevolgen blijven. Ik hoop dat dit Kabinet dit met mij eens zal zijn. De antwoorden op onze schriftelijke vragen zullen het uitwijzen.