Terrorisme, jihadstrijders en anti-radicalisering - Hoofdinhoud
Gisteren heb ik deelgenomen aan de hoorzitting the fight against terrorism and the challenges for EU internal security in het Europees Parlement. Verschillende experts waren uitgenodigd om hun visie te geven op het huidige beleid op de strijd tegen terrorisme, Europese jihadstrijders en preventieve maatregelen zoals anti-radicalisering.
Er kwam een aantal zeer interessante punten naar voren. De experts wezen erop dat de zogenaamde homestayers een groter gevaar vormen voor de veiligheid in Europa dan Europese jihadgangers. Ze wezen erop dat het van groot belang is om te voorkomen dat Europese jongeren uitreizen naar landen als Syrië en Irak om te vechten voor IS, maar het feit is dat bijna alle aanslagen in Europa gepleegd zijn door sympathisanten die nooit in IS gebied geweest zijn. Bovendien waren de daders meestal al in beeld bij de veiligheidsdiensten. Daarom is het nu niet zo zinvol om méér gegevens te verzamelen voor inlichtingendiensten, maar is het veel belangrijker dat deze gegevens effectiever worden gebruikt om eventuele aanslagen te voorkomen.
Daarnaast werd door vrijwel alle sprekers de noodzaak onderstreept voor een coherente, Europese aanpak. Vooral met betrekking tot preventie en anti-radicalisering is dit nog niet het geval want er zijn grote verschillen tussen de Europese landen in hun preventieve maatregelen. Het is dus hoog tijd dat de Europese lidstaten best practices op preventie beter uitwisselen en beleid dat werkt ook echt gaan uitvoeren.
Eén van de maatregelen waar de lidstaten samen mee zijn gekomen is het op Europees niveau verzamelen van gegevens van vliegpassagiers, het EU PNR voorstel. Aangezien een aantal lidstaten al PNR gegevens verzamelen is het op zich goed om dit Europees te regelen, vooral omdat dit de bescherming op privacy voor alle Europeanen gelijk trekt. Maar in mijn ogen draagt dit niet direct bij aan onze veiligheid, aangezien potentiële terroristen al in Europa zijn, niet per se met het vliegtuig reizen, en er in het voorstel geen verplichting is voor lidstaten om hun informatie te delen met andere lidstaten waar nodig. Kortom, genoeg werk te doen om te werken aan echte veiligheid.