Woordvoering Wijziging Spoorwegwet - Hoofdinhoud
Het is positief dat de EU werkt aan de verdere integratie van één Europese spoorruimte. Dit bevordert het grensoverschrijdend personenvervoer en goederenvervoer op het spoor, en dat is goed voor de interne markt. Positief aan het wetsvoorstel is ook dat het toeziet op de, zij het boekhoudkundige, scheiding van het beheer van de infrastructuur en de vervoersactiviteiten in Europa. Daar zijn we als VVD groot voorstander van omdat alleen binnen deze context meer marktwerking op het spoor kan ontstaan.
Dan wil ik de volgende punten benadrukken.
Voor het gebruik van andere, bijkomende stationsactiviteiten door vervoerders (loketruimte, wachtruimte, plaatsen betaalpaaltjes) komen NS en Prorail met een website waarop de voorwaarden en tarieven voor deze zogenoemde ‘stationsportfolio’ zullen worden opgenomen. Ze worden met dit wetsvoorstel verplicht om transparantie te bieden dmv deze website. Op zich is dat positief, maar, de Acm krijgt toezicht achteraf inzake de spelregels en tarieven waartegen andere vervoerders gebruik kunnen maken van de stationsportfolio. Ik vind dat het toezicht vooraf moet plaatsvinden, dus voor aanvang van de aanbestedingsprocedure op het spoor, ivm de eenzijdige afhankelijkheid die vervoerders hebben als ze halteren op een nieuw station en tot nieuwe afspraken moeten komen met de exploitant van het station en de stationsactiviteiten en dien samen met het CDA een amendement in. Dat maakt het een stuk gebruiksvriendelijker voor de andere vervoerders en draagt bij aan een level playing field. Vervoerders kunnen zo tot een beter en vollediger aanbod komen om reizigers te vervoeren, en het scheelt achteraf een hoop proceskosten. Dit amendement met toezicht vooraf op de tarieven van diensten en voorzieningen op stations biedt tevens soulaas voor de kwestie die mbt de aanbesteding in Limburg is ontstaan en het vermeende machtsmisbruik van de NS in deze. Dochteronderneming Abellio heeft de aanbesteding gewonnen. Volgens uitgelekte passages uit een rapport van de Acm heeft de NS informatie achtergehouden en te laat aangeleverd. Op zich is de provincie Limburg aan zet want die is de aanbestedende overheid. Landelijk ondervangen we echter deze problematiek met de amendementen die ik samen met het CDA heb ingediend.
Dan wil ik het hebben over het goederenvervoer op het spoor. Dit goederenvervoer op het spoor heeft de komende jaren te kampen met grote problemen. Duitsland is aan haar zijde bezig met het aanleggen van het ontbrekende deel van de Betuweroute, de dedicatend goederenspoorlijn. Deze spoorlijn is van groot belang voor oa de afvoer van goederen van de Rotterdamse haven en de Amsterdamse haven en daarmee voor de economie van nederland. Dit mogen we niet veronachtzamen.
Gelukkig wordt de flexibiliteit in het aanvragen van ‘last minute’ treinpaden voor goederenvervoer vergroot door meer ruimte vrij te houden. Dit verdient een compliment. Dat staat echter haaks op het volgende punt:
Reizigersvervoerders en goederenvervoerders moeten volgens de richtlijn 8 maanden voor aanvang van het nieuwe jaar kenbaar maken welke ruimte ze het volgende jaar willen claimen op het spoor. Dit is bepaald in de richtlijn. Reizigersvervoerders weten 8 maanden van te voren de tijden en frequenties waarin ze treinen willen laten rijden. Voor goederenvervoerders ligt dit lastiger want die weten niet wanneer een schip met goederen de haven van Rotterdam binnenloopt. Hier moeten we dus enige flexibiliteit betrachten. De VVD is bang dat goederenvervoer een ondergesneeuwd kindje dreigt te raken. Voor niet ingenomen ruimte door een vervoerder wil de staatssecretaris komen met een boetesystematiek. Een uitwerking op dit punt komt nog naar de Kamer. Voorzitter, we zijn een tegenstander van deze boete. Immers, de goederenvervoerder heeft niet in de hand wanneer de schepen met goederen de havens binnenlopen dus een boete is echt van de zotte, en doen we dit ook bij reizigersvervoerders? Als de staatssecretaris dit niet kan toezeggen dan dien ik een motie in. Ook wil ik eerst weten welke impact dit heeft op de aantrekkelijkheid van het Nederlandse spoorgoederenvervoer en achterliggend, welke impact dit heeft op de aantrekkelijkheid van onze havens? Ook moeten we weten hoe dit in het buitenland is geregeld. Centraal moet staan hoe we het spoorgoederenvervoer op de langere termijn aantrekkelijker kunnen maken en hoe we het goederenvervoer de komende jaren, gedurende de werkzaamheden van de Betuweroute zo goed mogelijk geleiden.
De richtlijn maakt de invulling van aanvullende heffingen en kortingen mogelijk. Ik zie dit terug in uw wetsvoorstel in de vorm van een mogelijke reserveringsheffing en milieuheffing. De VVD is vwb het grensoverschrijdend spoorvervoer voorstander van een Europese aanpak in het kader van een gelijk speelveld tussen landen. Ik begrijp dat u via dit soort heffingen wilt zorgen voor een betere benutting van het spoorsysteem, zowel voor de goederenvervoerder als voor de reiziger. Ik ondersteun deze lijn, doch vindt het belangrijk dat goederenvervoerders niet op kosten worden gejaagd om hun concurrentiepositie te behouden. Ik ga er dan ook van uit dat u bij de verdere uitwerking van dergelijke heffingen in uitvoeringsregelgeving de impact op de positie van het goederenvervoer meeneemt in uw afwegingen en de sector hierover consulteert. Ook ga ik er van uit dat u kijkt naar de situatie in andere Europese landen. En om hoeveel wagons gaat het?
Tot slot moeten we kijken hoe we flexibel kunnen omgaan met het invullen van niet ingenomen ruimte voor goederenvervoer, hoe kunnen we stimuleren dat alle ruimte zoveel mogelijk wordt benut? Kan de ene vervoerder gemakkelijk, en zonder boetes, niet ingenomen ruimte krijgen, en de andere vervoerder compenseren vwb de betaalde reserveringsvergoeding? Wordt de reserveringsvergoeding bovendien afgetrokken van de gebruiksvergoeding? Graag een antwoord op deze vragen.