OPINIE: 'Duits moet op de agenda', Dagblad de Limburger, 27 maart 2015

Met dank overgenomen van K.C.J. (Karin) Straus i, gepubliceerd op vrijdag 27 maart 2015, 3:55.
alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Karin Straus

HET BETOOG Ministerie moet regie nemen bij bevorderen onderwijs buurtaal

Vroeger ging ik vaak met mijn ouders naar mijn grootouders in Melick, vlakbij de Duitse grens. Voordat mijn vader en mijn opa samen naar het voetballen van de Duitse Bundesliga gingen kijken, keken we samen naar “Die Sendung mit der Maus” en daarna naar “Pustenblume”. Spelenderwijs leerde ik zo de Duitse taal kennen. Mijn vader en opa spraken goed Duits. Met Duitsland ‘om de hoek’ was dit heel vanzelfsprekend. Wij gingen in Duitsland boodschappen doen en later, toen ik als bijbaantje bij in een winkel in Roermond werkte, sprak ik vaak op één dag vijf verschillende talen met buitenlandse klanten die allemaal bij ons kwamen winkelen.

Nederland is als land de afgelopen jaren steeds meer Angelsaksisch georiënteerd. Op televisie geen Derreck meer, maar CSI. Ouders zijn geen fan meer van Udo Jurgens, maar van Coldplay. En als eerste buitenlandse TV zender is niet langer de ZDF geprogrammeerd, maar CNN of BBC. Het Duits raakt steeds verder op de achtergrond en kinderen komen steeds minder natuurlijk in aanraking met ‘de andere kant van de grens’. Het is dan ook niet vreemd dat de kennis van de Duitse taal de laatste jaren achteruit is gehold. En dat terwijl kennis van de buren hun taal, met name voor het verbeteren van de positie op de arbeidsmarkt in de grensregio, onmisbaar is. Werkgevers staan te springen om personeel die het Duits, en in mindere mate het Frans, voldoende beheersen. Als we meer dan nu grensoverschrijdend samenwerken kan dat leiden tot enorme economische groei.

Gelukkig duiken steeds meer initiatieven op om de Duitse taal weer op de kaart te zetten. Het onderwijs vindt daarbij steeds vaker de steun van de politiek. Zo hebben basisscholen inmiddels de mogelijkheid om niet alleen Engels, maar ook Duits of Frans als tweede taal in hun onderwijsprogramma op te nemen. Dat wordt deze week officieel in de wet bekrachtigd. In eerste instantie was het wetsvoorstel enkel gericht op Engels. Dankzij de wetswijziging krijgen basisscholen nu de vrijheid om hun onderwijs veel meer op de behoefte van de regio af te stemmen. Want in veel regio’s ben je gewoon beter af met een goede beheersing van het Duits dan het Engels. Duitsland is veruit onze belangrijkste handelspartner, maar ons aandeel is wel aan het dalen. Ondernemers in Duitsland maken zich zorgen over de teruggang in taalvaardigheid in de Duitse taal van Nederlanders. Inmiddels zijn er zelfs meer Duitse kinderen die Nederlandse leren, dan dat er Nederlandse kinderen zijn die nog Duits leren.

Begin deze maand gingen we in de Kamer op mijn initiatief in gesprek met experts over Duits in het onderwijs. Uit deze gesprekken bleek dat er nog veel knellende regelgeving in de weg zit. Zo zijn talloze bedrijven over de grens, waar onze (V)MBO studenten stage kunnen lopen, niet erkend zijn. Scholen in de grensregio zouden graag zien dat er in plaats van Engels ook op een gelijkwaardige manier voor bijvoorbeeld Duits of Frans gekozen kan worden. Er moet ook aansprekend lesmateriaal voor het basisonderwijs in de drie talen beschikbaar is. Momenteel lopen er vele lokale en regionale initiatieven. Jammer genoeg soms door elkaar en langs elkaar heen. Dit kan efficiënter als het Ministerie van Onderwijs de regie zou nemen.

Ik zal de staatssecretaris deze week oproepen om deze knelpunten op te lossen. Want als de knelpunten goed worden aangepakt, kan buurtaalonderwijs in Nederland pas écht een impuls krijgen.

@Dagblad de Limburger, 27 maart 2015