Kamervragen gesteld aan Asscher & Bussemaker over aanpak radicalisering in het onderwijs - Hoofdinhoud
Met dank overgenomen van S.C.C.M. (Sjoerd) PottersĀ i, gepubliceerd op donderdag 19 maart 2015, 3:25.
Vragen van de leden Potters en Duisenberg (beiden VVD) aan de minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, en de minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid over de aanpak van radicalisering en de rol van het onderwijs, en de gezamenlijke verklaring van de EU-onderwijsministers in Parijs van 17 maart
-
1.Waarom geeft u in de brief van 16 maart aan dat het thema radicalisering en de aanpak daarvan past binnen het bredere kader van sociale veiligheid op scholen, waaronder loverboys, pesten, crimineel gedrag en discriminatie en huiselijk geweld? Zijn radicaliserende jongeren die zich volledig afkeren van onze maatschappij, in die extreme mate dat ze mensen in onze samenleving daarvoor geweld willen aandoen, niet een probleem van een buitencategorie die een andere bestrijding vereist?
-
2.Deelt u de mening dat we moeten kiezen voor een gerichte en professionele aanpak voor radicalisering als thema binnen alle lagen van het onderwijs? Zo ja, op welke wijze gaat u hieraan invulling geven? Zo nee, waarom niet?
-
3.Waarom heeft u ervoor gekozen een gezamenlijke verklaring van EU-onderwijsministers in Parijs op 17 maart over radicalisering in het onderwijs te ondertekenen zonder de Tweede Kamer daarover te consulteren?
-
4.Waarom is er in de preambule van de gezamenlijke verklaring niet opgenomen dat de lidstaten nadrukkelijk afstand nemen van het radicale gedachtegoed dat ten grondslag ligt aan de aanslagen in Frankrijk en Denemarken? Waarom is niet sterker uitgesproken door de EU-onderwijsministers dat alle vormen van radicalisme niet te tolereren zijn?
-
5.Waarom is het actief bijbrengen van de gezamenlijke democratische waarden van de EU - zoals deze o.a. zijn vastgelegd in het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) waaronder vrijheid van meningsuiting, gelijke behandeling man en vrouw - niet opgenomen in de Verklaring van Parijs?
-
6.Hoe worden de beoogde doelen die wel genoemd worden in de verklaring daadwerkelijk gerealiseerd? Wie of wat draagt hiervoor de eindverantwoordelijkheid?