Eerste Kamerfractie Christelijk-Historische Unie (CHU)
De Christelijk-Historische Unie1 was van 1908 tot 20 september 1977 in de Eerste Kamer2 vertegenwoordigd en had daarin sinds 1923 een fractie.
Net als in de Tweede Kamer kende de CHU lange tijd een groot aantal adellijke leden, van wie W.L. baron de Vos van Steenwijk3 en prof. B.C. de Savornin Lohman4 de bekendsten waren. In de naoorlogse jaren was jhr. L.E. de Geer van Oudegein5 in dat op zicht een uitzondering. Hoogleraren in de fractie waren onder anderen de theologen Slotemaker de Bruïne6 en De Zwaan7 en de pedagoog Johan van Hulst8.
De fractie telde veel juristen en altijd leden uit Friesland (R. Pollema9 en K. de Vries10). Daarnaast waren er vaak burgemeester in de fractie te vinden (De Gijselaar11, Reijers12, Knottnerus13 en Rijnders14) en vanaf 1956 enige tijd een CNV-bestuurder, C.J. van Mastrigt15. Reijers en prof. Gerretson16 waren opvallende, conservatieve leden. De laatste bestreed fel de dekolonisatiepolitiek. Er was één vrouwelijk lid: A.A. ten Kate-Veen17.
foto | naam fractievoorzitter | aanvang functie | einde functie |
---|---|---|---|
J.W. (Johan) van Hulst | 1968-12-10 | 1977-06-08 | |
J.Ch. (Chris) Bührmann | 1966-09-26 | 1968-11-10 | |
M.A. (Marien) Geuze | 1965-03-09 | 1966-09-25 | |
R. (Rommert) Pollema | 1959-04-07 | 1965-02-09 | |
G. Kolff | 1946-04-04 | 1959-02-28 | |
B.Ch. (Bon) de Savornin Lohman | 1929-09-20 | 1946-03-17 | |
W.L. baron de Vos van Steenwijk | 1922-07-25 | 1929-09-17 |
Meer over
- 1.De CHU was een christendemocratische politieke partij, die vooral aanhang had onder Nederlands-Hervormden. De CHU kende een los partijverband en daarom was er sprake van een unie. De CHU ontstond in 1908 door samengaan van de Christelijk-Historische Partij en de Friese Bond van christelijk-historischen. In 1980 fuseerde de CHU met ARP en KVP tot het CDA.
- 2.De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
- 3.Vooraanstaande CHU-senator en Eerste Kamervoorzitter. Kaarsrechte, conservatieve Overijsselse landedelman. Vurig verdediger van de Eerste Kamer, waarvan hij lange tijd en tot op hoge leeftijd voorzitter was. Zoon van een Eerste Kamervoorzitter, en, zoals hijzelf stelde 'van kindsbeen af' opgegroeid met eerbied voor de Senaat. Keerde zich in 1922 tegen het verbreken van de band tussen de Eerste Kamer en de provincies. Tegenstander van 'partijpolitiek', waarbij partijbestuurders veel macht hadden. Vermaard vanwege zijn zeer beeldende en kleurrijke taalgebruik, vol archaïsmen. Stond op zeer goede voet met Colijn, die hij als staatsman bewonderde. Grand seigneur die aangenaam gezelschap was, ook voor politieke tegenstanders.
- 4.Temperamentvolle en vooraanstaande conservatieve CHU-senator. Geestverwant van F.C. Gerretson en aanhanger van de Groot-Nederlandse gedachte. Op zijn negentwintigste hoogleraar staats- en administratiefrecht in Utrecht. Behoorde in 1927 tot de voornaamste opposanten van het Verdrag met België. Bewonderde Colijn. Was in 1945 voorstander van een fusie tussen ARP en CHU. Neef van A.F. de Savornin Lohman.
- 5.Christelijk-historische jurist die zijn hele werkzame leven bestuurder was als raadslid, dijkgraaf, burgemeester en Gedeputeerde van Utrecht. Als lid van de Eerste Kamer een bezadigd maar deskundig woordvoerder over binnenlandse zaken, financiën en waterstaatszaken. Stond zijn jhr. D.J. de Geer, de oud-minister-president, waardig ter zijde toen deze na de oorlog berecht werd. Degelijk en deftig edelman.
- 6.Hervormd predikant, theoloog en vooraanstaand CHU-politicus. Kwam als jong predikant in het Friese veengebied in aanraking met de grote sociale noden. Schreef een werk over christelijke sociale politiek en werd docent van het CNV. In 1916 hoogleraar theologie in Utrecht en in 1922 Eerste Kamerlid. Als minister van Arbeid in het kabinet-De Geer I voerde hij in 1929 de eerder tot stand gekomen Ziektewet in. Als minister van Sociale Zaken in het tweede kabinet-Colijn was hij medeverantwoordelijk voor diverse verlagingen van de steun aan werklozen. In 1935 volgde hij Marchant op als minister van Onderwijs. Stond niet bekend als een krachtig bewindspersoon. Opvallende verschijning door zijn lange baard. Irenische man, die tamelijk ijdel en lang van stof was.
- 7.Vooraanstaande theoloog (Nieuw-Testamenticus), die als vicevoorzitter en Eerste Kamerlid een belangrijke rol in de CHU speelde. Korte tijd predikant en op 29-jarige leeftijd hoogleraar in Leiden. Was ook enige tijd hoogleraar in Groningen. Lid van de redactie van het Zondagsblad van De Nederlander. In de Eerste Kamer woordvoerder onderwijs en overzeese gebiedsdelen.
- 8.Een kwart eeuw Eerste Kamerlid voor CHU en CDA en tevens enkele jaren fractievoorzitter. Zoon van een hervormde Amsterdamse meubelstoffeerder, die naast zijn werk als onderwijzer met succes een middelbare opleidingen Nederlands en geschiedenis volgde en aan de universiteit met lof pedagogiek deed. Populaire kweekschooldirecteur die zorgde dat vele honderden Joodse baby's werden gered uit de crèche tegenover de Hollandse Schouwburg. Was van 1963 tot 1976 hoogleraar pedagogiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Sterk voorstander van de christendemocratische samenwerking. Erudiet en bijzonder dynamisch en arbeidzaam man, die zijn honderden publicaties met de hand heeft geschreven, want typen kon hij niet. Verdienstelijk schaker.
- 9.Vooraanstaand en invloedrijk CHU-politicus, met name in Friesland. Had in zijn partij invloed door zijn journalistieke werk. Advocaat in Leeuwarden. Lange tijd senator (1928-1965). Was door een verkeersongeluk in zijn jeugd gehandicapt aan zijn handen en werd altijd vergezeld door zijn echtgenote die als zijn secretaresse optrad. Zoon van een antirevolutionair Tweede Kamerlid. Keerde zich in 1949 vanwege staatsrechtelijke bezwaren tegen de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië. Had een afkeer van fractiedwang en was voorstander van een nationaal kabinet. Veroorloofde zich in debatten regelmatig grapjes en naar hem werd als regel met plezier geluisterd. Kon emotioneel reageren als in zijn ogen de Grondwet werd geschonden.
- 10.Vriendelijke Fries die 21 jaar in de Eerste Kamer zat, eerst voor de CHU en later voor het CDA. Afkomstig uit het onderwijs en daarna werkzaam bij en directeur van de Fryske Akademy, het centrum voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs met betrekking tot de provincie Fryslân en zijn bevolking, zijn taal en cultuur. In de Eerste Kamer behalve woordvoerder cultuur en onderwijs vooral defensie-specialist. Bij de krijgsmacht verder onder meer betrokken door nevenfuncties op het raakvlak van kerk en defensie.
- 11.Lange, statige burgervader en CHU-senator. Afkomstig uit een Gorkumse bankiersfamilie. Werd in 1910 burgemeester van Leiden. Oud-Hollandse regent, die in de sleutelstad echter populair was vanwege zijn persoonlijke innemendheid en onpartijdigheid. Na zijn overlijden werd hij omschreven als 'een waar burgervader, die de algemene achting van de bevolking genoot'. Wist het financiële beheer van de gemeente aanzienlijk te verbeteren. Was vierentwintig jaar Eerste Kamerlid en hield zich in de Senaat met uiteenlopende onderwerpen bezig.
- 12.Conservatief christelijk-historisch senator, die in de naoorlogse periode zowel de Indiëpolitiek als het zuiveringsbeleid fel bestreed; het laatste niet altijd met instemming van zijn partij. Aanvankelijk volgeling van Groen van Prinsterer en Kuyper, maar na een kerkelijk conflict christelijk-historisch. Was na de christelijke lagere school en zelfstudie werkzaam in de tuinbouw en succesvol in de zaadhandel. In Zwijndrecht enige jaren wethouder en daarna burgemeester in twee Utrechtse plattelandsgemeenten. Steunde tijdens de Bezetting als burgemeester het verzet.
- 13.Groningse burgemeester die ruim acht jaar voor de CHU zitting had in de Eerste Kamer. Werd na de oorlog burgemeester van Scheemda en in 1952 van Onstwedde. Toen die gemeente in 1969 was samengevoegd met Wildervank werd hij burgemeester van de nieuwgevormde gemeente Stadskanaal. Als Eerste Kamerlid van de CHU woordvoerder binnenlandse zaken en volkshuisvesting. Burgemeester-in-hart-en-nieren. Neef van CHU-voorman Mellema.
- 14.CHU-bestuurder die 31 jaar burgemeester en daarnaast acht jaar Eerste Kamerlid was. Was vooral deskundig op het gebied van ruimtelijke ordening en woningbouw. In 1940-1941 burgemeester en secretaris van Oude Tonge. Keerde in 1946, na burgervader van Woubrugge te zijn geweest, terug op Goeree-Overflakkee als burgemeester van Middelharnis en Sommelsdijk. Maakte daar de watersnoodramp mee, waarbij zijn twee gemeenten zwaar werden getroffen. Amstelveen, waar hij in 1955 burgemeester werd, groeide tijdens zijn burgemeesterschap van 10.000 naar 55.000 inwoners. Hardwerkende man, humaan en vriendelijk.
- 15.Voorman van de Christelijke vakbeweging die 'groot' werd in de Christelijke Landarbeidersbond. Werd in 1956 Tweede Kamerlid voor de CHU en volgde in 1959 Ruppert op als voorzitter van het CNV. Maakte als voorzitter een ongelukkige en moeizame periode door, waarvan zijn gezondheid te leiden had. Verliet in 1963 de Eerste Kamer waarnaar hij in 1960 was overgestapt en moest in 1964 ook het voorzitterschap van het CNV neerleggen. Werd later nog wethouder in Zeist en vervulde functies in de NCRV en de CHU. Sociaal voelende christen-politicus van eenvoudige komaf met veel organisatorische talenten.
- 16.CHU-senator op de rechtervleugel. Kreeg bekendheid onder zijn dichtersnaam 'Geerten Gossaert'. Enige tijd aanhanger van het fascisme. Had een ingebakken achterdocht. Secretaris van de BPM, een onderdeel van het Shell-concern, en hoogleraar in Utrecht op de door dat concern betaalde leerstoel. Exponent van de Utrechtse conservatief-koloniale stroming in de CHU. Bestreed zowel de Indië-politiek van de naoorlogse kabinetten als de steun die Tilanus daaraan gaf. Keerde zich ook het door zijn partijgenoot minister Kernkamp tot stand gebrachte Statuut van het Koninkrijk. Op latere leeftijd sterk gehinderd door doofheid. Vanwege zijn scherpe redevoeringen zelfs in eigen politieke kring niet zo populair, maar wel bewonderd om zijn fraaie betogen.
- 17.Groningse die ruim twee jaar voor de CHU in de Eerste Kamer zat. Werd benoemd in een tussentijdse vacature, nadat diverse hoger geplaatste kandidaten hadden bedankt. Was de eerste (en enige) vrouw die voor de CHU Eerste Kamerlid werd. Voerde in de Eerste Kamer enkele keren het woord over onderwerpen op het gebied van volksgezondheid en maatschappelijk werk.