Weg met de geheimzinnigheid hoogte collegegeld

Met dank overgenomen van M. (Mohammed) Mohandis i, gepubliceerd op vrijdag 6 februari 2015, 14:32.

Foto Flickr / FES

Elke student moet kunnen rekenen op goed onderwijs zonder op hoge kosten te worden gejaagd. We zien nu dat universiteiten en hoge scholen voor een tweede master of bachelor onnodig hoog collegegeld vragen. Ik ben al tijdenlang bezig om helder te krijgen waar onderwijsinstellingen dit collegegeld op baseren. De minister gaat universiteiten en hogescholen nu dwingen te verantwoorden waarop zij het instellingscollegegeld baseren. Een goede stap om ervoor te zorgen dat studenten niet langer de melkkoe van de onderwijsinstelling zijn.

Alle studenten betalen voor hun eerste bachelor en masterstudie hetzelfde tarief, namelijk het wettelijk collegegeld. Zeer ambitieuze studenten die tijdens hun eerste studie ook een tweede studie willen doen, betalen ook dit wettelijk collegegeld. Voor alle studenten die na een studie nog een tweede studie willen doen is er een ander tarief: het instellingscollegegeld. Hogescholen en universiteiten stellen zelf dit bedrag vast. Op dit moment is echter nog volledig onduidelijk waar zij dat bedrag op baseren. Waarom betaal je voor een tweede bachelor psychologie in Utrecht 6.580 euro en in Leiden 10.200 euro? Studenten hebben er recht op te weten waar deze verschillen vandaan komen.

De minister heeft, naar aanleiding van vragen van mij, toegezegd onderwijsinstellingen te dwingen hier transparant over te zijn. Zij moeten gaan verantwoorden waarom zij een bepaald bedrag vragen. Dat is goed nieuws voor de student. Ik wil dat hogescholen en universiteiten hier nu ook snel werk van gaan maken. Over ruim een half jaar begint het nieuwe collegejaar. Studenten hebben voor die tijd recht te weten waar zij aan toe zijn. Ik verwacht dat onderwijsinstellingen die nu torenhoge collegegelden vragen, niet goed kunnen verantwoorden waarom zij dit doen. Het instellingscollegegeld gaat op deze onderwijsinstellingen waarschijnlijk dan omlaag. Dat is zeer terecht, want van studenten mag worden verwacht dat zij bijdragen aan het onderwijs wat zij volgen, maar niet aan onredelijke en onverantwoorde andere kosten.