Provinciale Statenverkiezingen 2015 - Hoofdinhoud
De uitslagen van de Provinciale Statenverkiezingen i van 18 maart 2015 laten een verdere fragmentatie van de Nederlandse politiek en verlies voor regeringspartijen VVD en - vooral - PvdA zien. Er zijn veel winnaars: D66, SP, ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren, 50PLUS en provinciale partijen. CDA en PVV blijven vrijwel stabiel. De opkomst was lager dan in 2011.
Door deze uitslag hebben VVD en PvdA in de Eerste Kamer i steun van meer (oppositie)fracties nodig dan tot nu het geval was. Mogelijkheden om die steun te vinden, lijken er wel voldoende te zijn. Daarbij speelt ook mee dat ingrijpende wetsvoorstellen op het gebied van zorg, sociale zekerheid, arbeid, pensioenen en de woningsector inmiddels al door het parlement zijn geloodst.
De Statenverkiezingen stonden in belangrijke mate in het teken van de daarop volgende Eerste Kamerverkiezingen i van 26 mei. Premier Rutte i en andere politieke leiders namen actief deel aan de campagne. Het belang dat aan de Statenverkiezingen i werd gehecht, bleek verder uit het lijsttrekkerschap van twee CDA-Tweede Kamerleden. Eddy van Hijum i was lijsttrekker in Overijssel (hij nam afscheid als Kamerlid) en Sander de Rouwe i was lijsttrekker in Fryslân.
Toch gingen de verkiezingen allereerst over de samenstelling van Provinciale Staten i in de komende vier jaar en over de vraag welk bestuur de provincies daarna krijgen. Tegelijk met de Statenverkiezingen waren de verkiezingen voor het bestuur van de waterschappen.
In het verleden vormden Statenverkiezingen inleiding tot spanningen in de coalitie i, die uitmondden in een crisis. Dat was zo in 1958, 1966 en 1982. Er zijn echter evenzeer Statenverkiezingen geweest waarin regeringsfracties veel verloren, maar die verder geen impact hadden op de verhoudingen in de coalitie. Dat was bijvoorbeeld zo in 1991 en 2003. In 2007 vonden de Statenverkiezingen kort na de val van het vierde kabinet-Balkenende i plaats.
Belangrijke reden waarom aan de uitkomst van de Statenverkiezingen soms minder gewicht wordt toegekend, is de lagere opkomst.
Partij |
Stemmen 2015 |
% 2015 |
% 2011 |
% Verandering 2011/2015 |
---|---|---|---|---|
965.353 |
15,9 |
19,6 |
-3,7 |
|
891.845 |
14,7 |
14,2 |
+0,5 |
|
755.719 |
12,5 |
8,3 |
+4,2 |
|
711.176 |
11,7 |
12,4 |
-0,7 |
|
706.440 |
11,7 |
10,2 |
+1,5 |
|
611.262 |
10,1 |
17,3 |
-7,2 |
|
324.572 |
5,4 |
6,3 |
-0,9 |
|
243.209 |
4,0 |
3,6 |
+0,4 |
|
210.113 |
3,5 |
1,9 |
+1,6 |
|
204.858 |
3,4 |
2,4 |
+1,0 |
|
170.624 |
2,8 |
2,4 |
+0,4 |
|
ChristenUnie-SGP |
42.703 |
0,7 |
0,5 |
+0,2 |
FNP |
25.027 |
0,4 |
0,4 |
+0,0 |
Ouderenpartij Noord-Holland |
19.763 |
0,3 |
0,3 |
+0,0 |
Groninger Belang |
15.869 |
0,3 |
- |
+0,3 |
Lokaal Brabant |
15.226 |
0,3 |
- |
+0,3 |
Volkspartij Limburg |
9.296 |
0,2 |
- |
+0,2 |
Lokaal Limburg |
8.741 |
0,1 |
- |
+0,1 |
Sterk Lokaal (Drenthe) |
7.057 |
0,1 |
- |
+0,1 |
Zeeland Lokaal |
5.815 |
0,1 |
- |
+0,1 |
Overigen |
1,8 |
0,2 |
+1,6 |
|
Blanco/ongeldig |
19.674 |
0,3 |
0,1 |
+0,2 |
Meer over