Competentie gericht lesgeven werkt bij uniformberoepen - Hoofdinhoud
Op 7 juni doen aan het tweejarige mbo+ van het ROC van Amsterdam bijna vijftig leerlingen examen als hotelmanager. Ik bezocht hen alvast in de Amsterdamse Hotelschool aan de Da Costastraat, op uitnodiging van de docenten Gerard Wieljes en Altien van Steenbergen. Ik kreeg uitleg van zeven leerlingen en hun vaardigheden stonden als een huis. Het kán dus wél. Hoe? Het lag niet aan de motivatie waarmee zij begonnen waren, de meesten zeiden dat zij bij toeval op deze opleiding waren gekomen. Wat ik zag, is dat zij strak in het managerspak zaten en ook in de andere lokalen zag ik uniformen, bijvoorbeeld kokskleding. Dat beïnvloedt je gedrag, ik ken dat van de politieacademie. Ik trok daar de eerste dag meteen het uniform aan, kon nog niets, keek in de spiegel, zag een agent en wérd een agent. Ik denk dat dit het is waar veel docenten tegenaan lopen bij competentiegericht leren: hoe maak je leerlingen duidelijk welke competenties ze nodig hebben, bijvoorbeeld leerlingen openbaar bestuur of sociaal pedagogisch werk? Het competentiegericht onderwijs hoort een uiterst intense vorm van onderwijs te zijn: kijken, nadoen, uitproberen, opnemen met de camera, feedback krijgen, opnieuw doen. Dat is echt iets anders dan leerlingen met uurtjes zelfstudie in de bibliotheek zetten. 'Je hebt idealisme, ambitie en inzet nodig om het te doen', schreven de docenten mij in hun uitnodiging. Op 7 juni laten zij zien hoe zij het leegstaande IBM-kantoor in Slotervaart transformeren naar een hotel, uitgaande van de hotelnota van Slotervaart. De leerlingen krijgen hun diploma op 23 juni, ook daar ga ik naar toe. Dat is niet hun eerste diploma trouwens, zij hadden al havo of mbo afgerond.
Graag hoor ik meer voorbeelden van hoe het wél kan, want ik ga 24 juni naar een conferentie van de mbo-keuzegids, over de kwaliteit van het beroepsonderwijs.