Werkbezoek Landvolk Emsland

Met dank overgenomen van J. (Jan) Huitema i, gepubliceerd op donderdag 6 november 2014, 16:09.

Woensdag 29 oktober was Jan Huitema te gast bij Landvolk Emsland, een agrarische belangenbehartigingsorganisatie in de Duitse deelstaat Niedersachsen. Het Emsland is een regio die op het eerste gezicht veel lijkt op het Nederlandse platteland. De agrarische sector is er van oudsher goed ontwikkeld en van groot economisch belang. In de afgelopen jaren heeft met name de dierhouderij in deze regio een flinke groei doorgemaakt.

De beleidsvrijheid van de Duitse deelstaten is een stuk groter dan die van de Nederlandse provincies, waardoor deelstaatverkiezingen grote gevolgen kunnen hebben voor ondernemers in de regio. De uitkomst van de laatste deelstaatverkiezingen in Niedersachsen leidde tot de vorming van een coalitie tussen de sociaaldemocraten (SPD) en de Groenen. Deze coalitie luidde een grote ommezwaai in het landbouwbeleid van de deelstaat in. Zo kwamen de ministeries van milieu en landbouw in handen van de Groenen. Duitsland is wat bestuur betreft net de EU in het klein, iedere deelstaat bepaalt zelf hoe nationale en Europese regelgeving lokaal geimplementeerd wordt. Met grote verschillenen en onvoorspelbare wijzigingen tot gevolg. Het investeringsklimaat is natuurlijk niet gebaat bij zwalkend beleid, zeker niet in een sector waarbinnen investeringen meestal op de lange termijn gericht zijn.

Het gevolg is dat de toekomst van de agrarische sector in het Emsland op een schrikbarende wijze te grabbel gegooid is. Vrijwel niemand krijgt meer de ruimte om uit te breiden, terwijl uitbreiding juist vaak gepaard gaat met verbetering van dierenwelzijn.

Tijdens de bijeenkomst viel dan ook meerdere keren de term “land grabbing”. Alle mogelijke argumenten, vaker niet dan wel op feiten gebaseerd, worden aangewend om het landbouwareaal te verminderen. Als het nu om voor de landbouw niet bijster waardevolle gronden zou gaan zou dit nog wel te billijken kunnen zijn, maar het betreft hier gronden die tot de productiefste ter wereld horen, en dat al honderden jaren lang. Deze gronden permanent uit productie halen is eeuwig zonde. Sinds de jaren negentig is het landbouwareaal door een opeenvolging van maatregelen al afgenomen van 80.000 hectare naar 60.000 nu, en er lijkt voorlopig nog geen einde aan te komen. Uiteraard zorgt zo´n afname voor stijgende grondprijzen, wat de levensvatbaarheid van de toch al zo geplaagde boerenbedrijven niet ten goede komt. Veel jonge, goed opgeleide boeren vertrekken inmiddels uit het gebied omdat ze er weinig met hun ambities aan kunnen vangen. Weggepest door een overheid die geen enkel begrip heeft voor de grote stappen vooruit die in de afgelopen jaren op het vlak van dierenwelzijn en milieubelasting zijn gemaakt.

De vraag rijst hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan? Waar komt de vijandigheid vanuit de milieubeweging jegens boeren vandaan en hoe valt zoiets te voorkomen? De inspanningen die boeren doen om duurzamer en met meer oog voor dierenwelzijn te werken zijn helaas slecht zichtbaar voor het grote publiek, dat ziet enkel steeds meer en grotere stallen verschijnen. De vocaal zeer aanwezige milieulobby heeft hen aangepraat dat grootschalige dierhouderij per definitie slecht is, en bij het uitblijven van een duidelijk weerwoord vanuit de sector kunnen dat soort sprookjes dan gaan beklijven. Beeldvorming en het genereren van publiciteit zijn zaken waarin de milieubeweging uitblinkt, dat moeten we ze nageven. Boeren en hun belangenbehartigers kunnen daar best wat van leren. Het gaat er niet enkel om dat je vaktechnische verbeteringen doorvoert voor mens, dier en milieu, het is ook minstens zo belangrijk dat dit gecommuniceerd wordt op een wijze die het (goeddeels in de stad wonende) publiek aanspreekt. Dat het daar de laatste jaren aan ontbroken heeft in Niedersachsen was iedereen het tijdens het werkbezoek over eens.

Waar de milieubeweging stapels wetenschappelijke studies en rapporten gebruikt om het publieke debat te domineren hebben de boeren daar te weinig tegenover gezet. De ambitie werd dan ook uitgesproken om duidelijker inzichtelijk te maken wat de boeren doen en gedaan hebben om hun bedrijfsvoering te verbeteren. Ook het economisch belang van de sector staat niet bij iedereen goed op het netvlies. Vreemd, want de de agrisector en andere eraan verwante activiteiten zoals slachterijen en stalbouw zijn van groot belang voor Niedersachsen. De twee grote slachterijen in de regio zijn samen opgeteld zelfs de grootste werkgever. Een deel van de onzichtbaarheid van de boeren valt te verklaren vanuit het feit dat de beroepsgroep niet zo heel groot is. Door technologische ontwikkelingen zijn de boerenbedrijven gegroeid, maar het aantal mensen dat in de sector werkt is tegelijkertijd gedaald. Zo is de boer langzamerhand onzichtbaar geworden. Het aantal actieve boeren dat ook in de politiek zit is afgenomen. Gevolg is dat de sector niet meer gehoord wordt en het publieke debat gedomineerd kan worden door de milieubeweging die het natuurwetenschappelijk analfabete deel van het electoraat maar al te graag naar de mond praat.

Ook in Nederland wordt stemming gemaakt tegen de agrosector door bijvoorbeeld de partij voor de dieren. Ook hier worden groene sprookjes verkocht en wordt gepoogd onze sector in een kwaad daglicht te stellen. Laat ons lessen trekken uit de situatie in Niedersachsen en niet de solidariteit van de burger verliezen. Vooralsnog is het imago van de sector in Nederland beter dan in Duitsland, maar de ontwikkelingen in Niedersachsen sporen aan tot waakzaamheid en een actieve lobby. De sector moet geen angst voor transparantie hebben en actief het contact met de burger zoeken. We hebben immers niets te verbergen, maar wel een hoop uit te leggen aan burgers die nu eenmaal niet vanzelf met de boer in contact komen.