Extra geld voor opstartfase Participatiewet - Hoofdinhoud
Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft vandaag 35 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor de invoering van de Participatiewet. Het geld moet worden besteed aan het verder inrichten van de arbeidsmarktregio's waar gemeentes, sociale partners (vakbonden en werkgevers), UWV en onderwijs samenwerken bij het aan de slag helpen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Mooi nieuws dus, want deze extra miljoenen zorgen dat de arbeidsmarktregio's op 1 januari (als de nieuwe wet ingaat) beter aan de start verschijnen. En daar zijn de mensen voor wie de wet is bedoeld, bij gebaat.
Werk is meer dan één keer per maand een loonstrookje en het daarbij horende salaris krijgen. Het betekent ook structuur in je leven, sociale contacten, jezelf ontwikkelen, meedoen, er toe doen. De Participatiewet beoogt iedereen die in, met en door z'n werk vooruit wil komen in het leven maar daar wat meer hulp bij nodig heeft, die hulp te geven. Door niet meer het stempeltje dat je hebt (bijstandsgerechtigd, Wajong of WSW) doorslaggevend te laten zijn maar wat je kunt, wat je wilt en hoe je daar kunt komen.
Daarvoor is nodig dat mensen zèlf hun best doen uiteraard, maar ook dat werkgevers hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en iedereen een kans geven, zodat de 'inclusieve samenleving' die we allemaal willen dichterbij komt. Omdat iets dat vanzelfsprekend is echter niet vanzelf gebeurt, worden werkgevers daarbij een handje geholpen. Door ze te verplichten mensen met een beperking die kans te geven als ze hun eigen in het sociaal akkoord gemaakte afspraak (minstens 125.000 extra plekken) niet nakomen. Maar vooral door het mogelijk te maken die afspraak wél na te komen. Niet met vier meter papier, vijf loketten of zes 'werkgeversconsulenten' die om de beurt op de stoep staan met een kaartenbak vol mensen. Maar door die mensen, met hun kwaliteiten en beperkingen, te kènnen en met werkgevers aan de slag te gaan om mensen aan de slag krijgen.
De uitvoering van de nieuwe wet vindt in de regio plaats. Daar zijn immers de mensen, en de banen. Gemeentes werken met elkaar (maar ook met onderwijsinstellingen, het UWV, werkgevers en vakbonden) samen in zogenoemde 'arbeidsmarktregio's'. Doel: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt meer kansen geven om mee te doen òp die arbeidsmarkt. Meedoen is belangrijk. Voor mensen zelf natuurlijk, en voor de samenleving. We worden er allemaal beter van.